Exhibitionistische boksertjes massaal langs de kust
Stichting ANEMOON‘Wie veel dingen wil hebben, zal altijd ongelukkig zijn’, zei de filosoof Diogenes, die er voor koos om geheel bezitloos als heremiet (kluizenaar) in een lege ton of grote kruik te wonen. Diogenes is ook het eerste deel van de wetenschappelijke naam van de Kleine heremietkreeft, ook wel Boksertje genoemd, die zich 13 jaar geleden voor de Nederlandse kust vestigde en nu massaal in de Nederlandse wateren voorkomt. Maar heremietkreeften hechten wel degelijk aan bezit. Evenals de genoemde Griekse wijsgeer wonen ze in een stevig, beschermend omhulsel, waarmee ze hun weke achterlichaam beschermen. Ze gebruiken echter geen ton, maar een leeg slakkenhuis, dat ze overal met zich meeslepen. (Vanwege dit huizenbezit worden ze in Zeeland zelfs 'Rieke heertjes' genoemd.) Ongetwijfeld deed dit gedrag de natuuronderzoekers die de wetenschappelijke naam voor dit geslacht van kreeftachtigen invoerden, denken aan de Griekse filosoof in zijn ton. Het tweede deel van de wetenschappelijke naam, pugilator, dat bokser of 'vuistvechter' betekent, is echter aanzienlijk minder filosofisch, zij het eveneens goed getroffen. De diertjes knokken bij tijd en wijlen heel wat af. Om eten, om een huis en om een partner. Door velen wordt de naam Boksertje dan ook gekoesterd. Aangenomen wordt dat de houding van de twee schaarpoten, bij het beschermen van zichzelf of een 'geschaakt' (ontvoerd en gegijzeld) vrouwtje tijdens de paring, aanleiding gaf tot deze Nederlandse naam. Een aanzienlijk deel van hun tijd brengen de dieren trouwens rustig ingegraven in de bodem door, waarbij alleen de oogjes en de lange sprieten boven de bodem uitsteken.
Grote en Kleine kluizenaars
Langs de Nederlandse kust leven twee soorten heremietkreeften. Vooral als volwassen dier verschillen die qua afmetingen sterk van elkaar. Bij het Strandaanspoelsel Monitoringproject van Stichting ANEMOON wordt naast de naam Grote heremietkreeft voor de 'gewone', oorspronkelijk langs de kust levende soort Pagurus bernhardus, de naam Kleine heremietkreeft gehanteerd voor Diogenes pugilator. (Maar uiteraard kan de soort ook onder de naam Boksertje worden doorgegeven.) De Grote heremietkreeft kan wel 10 centimeter lang worden, de Kleine heremietkreeft wordt niet groter dan 2,5 centimeter. Ook als de dieren nog jong en klein zijn kunnen beide soorten gemakkelijk uit elkaar worden gehouden. Bij de Grote heremietkreeft is de rechterschaar sterk vergroot, terwijl de Kleine heremietkreeft juist een grotere linkerschaar heeft. De tweede letters van de woorden gRote en kLeine vormen daarbij steeds een heel gemakkelijk ezelsbruggetje. De kleur op de uit het slakkenhuis stekende lichaamsdelen van de Grote heremietkreeft is overheersend rood, bij de Kleine heremietkreeft is dat meer grijs(blauw). Er is bovendien verschil in de voelsprieten: bij de Grote heremietkreeft zijn die duidelijk glad en onbehaard, bij de Kleine heremietkreeft ruw en behaard.
De opmars naar het noorden
Op enkele incidentele waarnemingen na, zijn er uit de periode vóór 1990 van de Kleine heremietkreeft alleen waarnemingen uit gebieden ten zuiden van Nederland bekend. Het verspreidingsgebied liep vroeger vanaf de Franse kust tot en met de kust van Angola en omvatte verder de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Ook uit de Rode Zee is het dier bekend. Zowel langs de Nederlandse als de Belgische kust was Diogenes altijd een uiterst zeldzame verschijning. Na 1991 nemen het aantal meldingen en de waargenomen aantallen langs de Nederlandse Noordzeekust echter sterk toe. Na de strenge winter van 1995-1996 en het koude voorjaar van 1997 treedt er een dip op, maar vanaf 2002 stijgt het aantal waarnemingen zeer sterk. In de zomer van 2003 worden onverwacht massaal levende exemplaren aangetroffen in muien en getijdenpoelen vlak bij het strand. Sindsdien zijn op zomerse dagen steeds vrij grote tot zeer grote aantallen (meer dan 2000 exemplaren per mui) waar te nemen. Het is zeer aannemelijk dat deze toename in de afgelopen 13 jaar het gevolg is van de zachtere winters en de relatief warme zomers.
Paringsdrang en stelletjes
Het massale voorkomen langs het strand kan vele dagen duren; soms echter maar een dag.. Met mooi rustig weer, warm zeewater en mogelijk mede als gevolg van de maanstand, trekken de dieren vanuit dieper water naar ondiep water, tot vlak beneden de laagwaterlijn, om een partner te vinden en te paren. Daadwerkelijke paringen kunnen echter pas plaatsvinden nadat de vrouwtjes verveld zijn, anders is de geslachtsopening onvoldoende zacht. Daarom 'schaken' de mannetjes voordien vast een vrouwtje. In 1935 beschrijft Françoise Bloch dit ongeveer als volgt: het huisje van het vrouwtje wordt stevig vastgegrepen met de kleine schaar, terwijl het mannetje met de grote schaar de opening van haar huisje tegen andere paringsbeluste mannetjes bewaakt. Dit gepaarde voorkomen van 'stelletjes' kan dagen duren en het mannetje laat het vrouwtje niet gemakkelijk los. Na de vervelling, die relatief plotseling optreedt en waarbij het te klein geworden harde pantser van het vrouwtje wordt afgeworpen, komen beide partners vrijwel geheel hun huisjes uit en paren ze buik aan buik. De uiteindelijke daad is kort en duurt, vanaf de vervelling tot het einde van de paring, vaak maar enkele minuten.
Observeren
Juist in de periode dat het strand massaal door badgasten wordt bezocht, kan ook de Kleine heremietkreeft heel gemakkelijk worden waargenomen. Er 'rennen' dan slakkenhuisjes in een voor slakken ongewoon snel tempo over de bodem, huisjes waarin als je ze oppakt altijd een Boksertje blijkt te zitten. Ook 'stelletjes', mannetjes met geschaakte vrouwtjes, zijn dan vaak te zien.
Er valt nog veel over het gedrag van deze diertjes te ontdekken. ANEMOON is zeer geïnteresseerd in al uw waarnemingen en bevindingen. U kunt deze opsturen via de mail.
Tekst: Adriaan Gmelig Meyling en Rykel de Bruyne, beiden Stichting ANEMOON
Foto’s: Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON
Met dank aan Frank Perk voor het aanleveren informatie en tal van artikelen over dit onderwerp gepubliceerd in Het Zeepaard, het tijdschrift van de Strandwerkgemeenschap (SWG).