Grote heremietkreeft in fossiele Stekelhoorn, Oosterschelde, 2011.

Heremietkreeft in historisch monumentaal pand aangetroffen

Stichting ANEMOON
30-OKT-2011 - Heremietkreeften hebben geen ontwikkeld pantser en daarom beschermen ze zich door zich terug te trekken in lege slakkenhuizen. Vorige week is in de Oosterschelde een Grote heremietkreeft in een heel bijzonder huisje aangetroffen. Hij zat in een fossiele stekelhoorn, zeer waarschijnlijk afkomstig uit het Pleistoceen, een geologisch tijdvak dat circa 12.00 jaar geleden eindigde. Met recht kunnen we dus stellen dat deze Grote heremietkreeft in een historisch monumentaal pand woont.

Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]

Heremietkreeften hebben geen ontwikkeld pantser en daarom beschermen ze zich door zich terug te trekken in lege slakkenhuizen. Vorige week is in de Oosterschelde een Grote heremietkreeft in een heel bijzonder huisje aangetroffen. Hij zat in een fossiele Stekelhoorn, zeer waarschijnlijk afkomstig uit het Pleistoceen, een geologisch tijdvak dat 11.500 jaar geleden eindigde. Met recht kunnen we dus stellen dat deze Grote heremietkreeft in een historisch monumentaal pand woont.

Heremietkreeften hebben een pantser dat niet goed is ontwikkeld. Ze verstoppen zich in lege schelpen van huisjesslakken. Daar danken zij ook hun naam aan. Bijna altijd worden de Heremietkreeften aangetroffen in slakkenhuizen die recent zijn vrijgekomen door het overlijden van de originele bewoner.

Grote heremietkreeft in fossiele Stekelhoorn, Oosterschelde, 2011 (foto: Peter H. van Bragt)

Vorige week is echter in de Oosterschelde een Grote heremietkreeft aangetroffen in het slakkenhuis van een Stekelhoorn. Het is een fossiele schelp uit het Pleistoceen en is tenminste 11.500 jaar oud, maar waarschijnlijk zelfs nog veel ouder. We mogen dus met recht zeggen dat dit een Heremietkreeft is die in een zeer bijzonder historisch monumentaal pand woont.

Grote heremietkreeft in fossiele Stekelhoorn (foto: Peter H. van Bragt)

Fossiele schelpen spoelen regelmatig aan op de Nederlandse kust, maar ook voor ervaren schelpenzoekers blijft het een bijzonderheid er een te vinden. Meestal zijn dit schelpen uit het Pleistoceen, een geologisch tijdvak dat circa 2,5 miljoen jaar geleden begon en 11.500 jaar geleden eindigde. De schelpdieren die hier in het late Pleistoceen leefden kunnen nu nog steeds levend op de kust aangetroffen worden. Het Wenteltrapje is daar een van de vele voorbeelden van. Aan slijtagesporen en verkleuringen is meestal goed zien of het een fossiele schelp is. Moderne schelpen hebben deze typische verwering niet.

De Stekelhoorn, Ocenebra erinacea, is ook een soort die hier in het Pleistoceen voor kwam. Hij is nu bekend van de West-Europese kust maar komt waarschijnlijk niet autochtoon (levend) in het Zeeuwse kustgebied voor. Ze worden incidenteel aangevoerd met geïmporteerde schelpdieren. De Stekelhoorn waar deze Grote heremietkreeft in zit is een fossiel exemplaar.

Fossiele Stekelhoorn, Oosterschelde, 2011 (foto: Peter H. van Bragt)

Mensen die op zoek willen gaan naar fossiele schelpen kunnen hiervoor langs de gehele Nederlandse Noordzeekust terecht. De stranden bij Cadzand, Domburg en de Kaloot bij Ritthum zijn locaties waar opmerkelijk veel fossielen aanspoelen. Aan de binnenzijde van de Zeeuwse Delta spoelen door het gebrek aan zandstrandjes en de beperkte stroming veel minder fossielen aan. Ook sportduikers vinden zelden fossiele schelpen. Dat deze Heremietkreeft zijn historisch pandje aan een sportduiker heeft getoond is daarmee een bijzondere waarneming.

Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon