Natuurjournaal 14 mei 2024

Moeder gewone bosspitsmuis is op stap met zes kleintjes in haar kielzog. Als de kleine muisjes een week oud zijn, gaan ze namelijk al met haar mee om voedsel te zoeken buiten het hol. Bij drie weken oud zijn ze zelfstandig en gaan ze ervandoor. Tijdens de voortplantingstijd, van april tot augustus, leven mannen en vrouwen samen. Er wordt dus weer snel gepaard en drie weken later volgt het tweede nest. Gewone bosspitsmuizen wonen trouwens niet alleen in het bos, maar overal in Nederland waar genoeg ondergroei is waarin ze voedsel zoeken en zich verschuilen. Ze lijken heel erg op de tweekleurige bosspitsmuis die meer in het oosten en zuiden van het land voorkomt, de gewone vind je vaker in het westen.

Alle spitsmuizen zijn vrij klein, maar er zijn nog kleinere spitsmuisjes: de snuitkeverfamilie spitsmuisjes. Er zijn meer dan tachtig soorten, maar je ziet ze makkelijk over het hoofd want ze zijn maar een paar millimeter groot. Als je ergens zuring ziet groeien, kun je zoeken naar het menierood zuringspitsmuisje. Ze zijn drie tot vier millimeter groot, maar wel knalrood. Met hun spitse snuit boren ze in de bladeren om ervan te eten en ze maken in de stengels een gaatje voor de eieren. Een andere snuitkever die je nu kan tegenkomen is de eikelboorder — als je bij een eikenboom in de buurt bent tenminste. Die hoort niet bij de spitsmuisjes, wat je kan zien aan de geknikte antennes.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Kentish Plumber, Flickr; John Hallmén, Wikimedia Commons