Plakkerrupsen - primair

Rupsen horen poepen

De Vlinderstichting
5-MEI-2025 - Het voorjaar begint op zijn einde te lopen. Je zou denken dat je de typische nachtvlinders van de voorjaarsperiode niet of nauwelijks meer tegenkomt, maar niets is minder waar. Je kunt ze nu – samen met een hoop andere soorten – in nog grotere aantallen tegenkomen: als rups. Als je door de bossen loopt kunnen de rupsen zelfs zo talrijk zijn dat je hun keutels kunt horen vallen.

De rups van de grote wintervlinder die nu heel veel in bossen te vinden isIn het vroege voorjaar zijn jonge blaadjes vers en nog lekker mals. Hiermee zijn ze ook extra voedzaam en zie je een piek in het aantal bladetende insecten – waaronder nachtvlinders – in bijvoorbeeld eiken. Naarmate het seizoen vordert worden de bladeren taaier en daalt de voedingswaarde. Deze insectenpiek in het voorjaar is op zijn beurt weer erg belangrijk hogerop in de voedselketen. Voor insecten­etende vogels en hun jongen, zoals mezen, is het broedsucces onder andere afhankelijk van de omvang van de rupsenaantallen. Van welke soorten nachtvlinders kun je de rupsen in deze tijd voornamelijk aantreffen? We bespreken hieronder drie van de meest waargenomen soorten. Van de rupsen zijn er altijd meer dan van de vlinders, maar er wordt veel minder naar gekeken.

De grote wintervlinder is de rups waarvan de meeste waarnemingen worden doorgegeven in de maand mei. Mogelijk komt dit doordat hij heel algemeen is, relatief groot is en omdat hij goed te herkennen is. Beter dan de kleine wintervlinder bijvoorbeeld. De rupsen zijn variabel van kleur, maar ze hebben allemaal een bruine kop, vaak smalle, lichte lengtestrepen over de rug en een bredere lichte lengtestreep over de flank.

De rups van de kleine wintervlinderDe rupsen van de kleine wintervlinder zijn misschien wel de meest algemene rupsen die je in deze periode kunt tegenkomen. Ze zijn groen van kleur met witgele lengtestrepen en je kunt ze op allerlei loofbomen en struiken vinden.

De plakker kan verspreid door het land worden waargenomen. De rupsen eten van verschillende loofbomen, waaronder eik. Vanwege de haren worden de rupsen weleens met de eikenprocessierups verward, maar die van de plakker – te zien op de leadfoto – zijn in elk stadium goed te herkennen door vier gepaarde blauwe stippen, gevolgd door gepaarde rode stippen, op de rug.

Verder beginnen de rupsen van stippelmotten ook weer talrijk te worden. Enthousiast geworden om op zoek te gaan en rupsen op naam te brengen? Dan zijn 'Het nachtvlinderboek' van Jeroen Voogd, de 'Field Guide to the Caterpillars of Great Britain and Ireland' en natuurlijk de soortpagina’s op de website van De Vlinderstichting goede bronnen om meer te leren.

Dit bericht is ook verschenen in het meinummer van het tijdschrift Vlinders van De Vlinderstichting, dat iedere donateur viermaal per jaar in huis krijgt.

Tekst: Jurriën van Deijk, De Vlinderstichting
Beeld: Jurriën van Deijk en Kars Veling, De Vlinderstichting