
Een groot deel van het jaar is hij talrijk maar onopvallend aanwezig, maar in mei en juni en later in september kan hij eigenlijk niemand ontgaan. In het voorjaar met zijn grote witte bloeiwijzen, in het najaar met zijn zwarte bessen. En sinds mensenheugenis worden deze bloem en bes verwerkt in spijs, drank en middeltjes tegen allerlei kwalen.
Inheems
De gewone vlier (Sambucus nigra) is een veelvoorkomende, tweeslachtige struik of kleine boom in Europa en West-Azië en is waarschijnlijk al sinds tenminste 5000 jaar voor Christus inheems in Nederland en Vlaanderen. Ook in vrijwel de rest van Europa komt hij veel voor. Naast de gewone vlier zijn er ook andere soorten en cultuurvormen. Vlier behoort tot de muskuskruidfamilie (Adoxaceae). De Nederlandse naam vlier zou hij danken aan het heen- en weer fladderen van de bladeren in de wind. De samengestelde, fijn gezaagde bladeren zijn tegenoverstaand. Zijn bast is geelbruin en sterk gegroefd. Hij heeft een sterke geur die vliegen zou verjagen, terwijl hij voor bestuiving juist van zweefvliegen afhankelijk is.
Thor
Ondanks zijn onaanzienlijke uiterlijk in een groot deel van het jaar, maar dankzij zijn nut als bron van voedsel en vermeend medicijn, zou hij voor de kerstening gewijd geweest zijn aan Thor, de god van de donder, en aan de godin van de aarde (en onderwereld), die vele namen heeft, zoals 'Hlodyn', waar je 'Vrouw Holle' in kunt herkennen. Vrouw Holle kennen we van het sprookje van de gebroeders Grimm. In met name Midden-Duitsland komt Vrouw Holle in tal van sprookjes en sagen voor. In een van deze verhalen loopt zij in een winternacht over de kale vlakten. Midden in het veld staat een eenzame, onaanzienlijke struik. Als zij hem voorbijloopt, vraagt hij haar om hem net als alle andere planten, bomen en struiken tot nut te maken voor de mens. Vrouw Holle voldoet aan zijn wens en geeft zijn bast, bloem en bes de gave om kwalen te genezen. "Voortaan", zegt ze, "zullen de mensen je kennen als 'Vlier' en mij als 'Vliermoeder'." En zo geschiedde. Toen er slechte tijden aanbraken en de mensen kampten met ziektes, ontdekten zij de geneeskracht van de vlier en raakten ervan overtuigd dat alles aan deze struik wonderen kon verrichten door de kracht van de Vliermoeder die aan hem verbonden was, de godin die beschikt over leven en dood.
Vrouw Holle
In het Duits heet de vlier onder meer 'Holunder', wat naar 'Holda' of 'Frau Holle' zou verwijzen, en ook in het Nederlands kende men de vlier ook wel onder de naam 'holderboom'. Vrouw Holle dus. Hoewel, de takken van de vlier bevatten veel merg en worden naar verloop van jaren hol. Misschien verwijzen die benamingen daar wel naar. Vóór de uitvinding van de pvc-buis waren deze takken ideale blaaspijpjes voor kinderen.
In veel culturen in Europa werd de vlier door de eeuwen heen met grote eerbied behandeld. Want niet alleen waren de onderdelen van de vlier heilzaam, ook de struik zelf zou zowel dier als mens beschermen tegen kleine ongemakken, zoals vliegen, maar ook tegen ernstige kwalen waaronder het gevreesde Sint-Antoniusvuur. De medische naam daarvan is ergotisme. Dit is een zeer ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door met echt moederkoren (Claviceps purpurea) besmet graan. Dit is een schimmel die giftige stoffen produceert, waaronder ergotamine, dat hevige krampen en samentrekkingen van de bloedbaan veroorzaakt waardoor uiteindelijk vingers en tenen kunnen afsterven, en dat tot krankzinnigheid kan leiden. De ziekte trof met grote regelmaat hele dorpen.
Leven en dood
De vlier was de boom van het leven, maar ook van de dood. Vrouw Holle beschermde pasgeboren kinderen tegen ziekte en dood, maar als zij toch stierven, was zij het die hen meenam naar de onderwereld. Daarom plantte men vlier ook bij graven, werd de maat van de doodskist opgemeten met een meetlat van vlierhout en hanteerde de koetsier van de lijkwagen van hetzelfde hout een zweep. De gesels waarmee Jezus op Goede Vrijdag is geslagen, zouden ook gemaakt zijn van vlierhout. En daarom moest je erg uitkijken met sprokkelhout dat je gebruikte om de kachel mee aan te steken. Als er per ongeluk twijgen van de vlier tussen zaten, kon dat onheil brengen.
Droog is het hout van de vlier hard en geschikt om er kleine voorwerpen en instrumenten mee te maken. Een mondstuk van een midwinterhoorn bijvoorbeeld, of fluitjes voor losbollen, de zogenaamde 'flierefluiters'.
Toverstokken
Vanwege zijn magische krachten is het hout vanzelfsprekend ook zeer geschikt voor het vervaardigen van toverstokken. De machtige toverstok van professor Dumbeldore (Perkamentus) in de boeken van Harry Potter van J.K. Rowling is gemaakt van vlierhout. Zijn naam is 'Elder Wand', wat in de Nederlandse vertaling het prachtige 'Zegevlier' is geworden. Deze stok speelt in boek en film een hoofdrol in de eindstrijd tussen goed (Harry Potter) en kwaad (Voldemort).
De gewone vlier is dus allesbehalve een gewone struik. Geef hem niet alleen aandacht als hij bloeit of als je zijn bessen verzamelt, maar zie hem ook staan in de maanden dat hij niet de aandacht trekt. In Duitsland kent men het gezegde: "Vor dem Holunder muss man den Hut abnehmen." Laten wij dat ook maar doen.
Meer informatie
- Mocht je vlierbessen of -bloesem willen plukken, let op dat je echt de gewone vlier kiest. De bessen van de trosvlier, ook wel rode vlier genoemd, (Sambucus racemosa) zijn NIET eetbaar en kunnen maagklachten veroorzaken, zelfs gekookt. Ook kruidvlier (Sambucus ebulus) is giftig.
- Pluk zorgvuldig en bescheiden, kies bij voorkeur een vlier in je eigen tuin of op een andere plek waar je niet verstoort.
Tekst: Marja Hoebink, Arboretum Oudenbosch
Beeld: KU Leuven; Theo Hoebink