Zonnemairsedijk in Zeeland

Habitatkwaliteit en insectenrijkdom op binnendijken

EIS Kenniscentrum Insecten, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
11-JUN-2025 - In de Nederlandse zeekleigebieden ligt een gigantisch netwerk van binnendijken. Duizenden kilometers en tienduizenden hectares met een grote potentie voor insecten zoals wilde bijen en graslandvlinders. Met uitgekiend en ouderwets beheer liggen er volop kansen om een impuls te geven aan de karakteristieke natuurwaarden van dit agrarisch landschap.

In toenemende mate is er in ons land belangstelling voor binnendijken. Dat is niet zonder reden want er worden om de haverklap zeldzame insectensoorten ontdekt; vermeend uitgestorven of nooit eerder gezien. Ook de aantallen insecten op binnendijken zijn af en toe opzienbarend. Dichtheden van soms wel duizenden solitaire bijen en honderden graslandvlinders per hectare. Dit maakt duidelijk dat bijzondere natuur zich niet beperkt tot natuurgebieden. En dat is prettig nieuws in een tijd dat over de biodiversiteit van het boerenland meestal negatief wordt gesproken.

Een dijkbeheer gericht op insecten richt zich op het bevorderen van structuurvariatie en de talrijke aanwezigheid van veelal algemene planten

Lang niet elke dijk is echter even interessant en we willen graag begrijpen wat precies de verschillen verklaart. Wat is het ideale beheer dat tot die rijkdom aan insecten leidt? Om die reden is in 2020 een langjarig onderzoeksprogramma gestart. Een belangrijke tussentijdse conclusie is dat de insectenrijkdom op deze binnendijken voor het grootste deel wordt bepaald door de structuurvariatie, wat bij een begrazingsbeheer meestal sterker ontwikkeld is dan bij een maaibeheer.

Voortplantingsgebied voor insecten

Het gaat in het onderzoek nadrukkelijk om de insectgroepen die zich voortplanten op de binnendijken. Immers, alleen als aan alle ecologische randvoorwaarden van die soorten wordt voldaan, oftewel geschikte plekken om zich voort te planten en voldoende voedsel voor larve en imago, kun je stellen dat de habitatkwaliteit goed is. Dit geldt niet voor mobiele en generalistische insectensoorten zoals bepaalde soorten zweefvliegen en dagvlinders die geen binding hebben met de locatie. Een uitbundige bloemenzee die gonst van dit soort insecten ziet er weliswaar prachtig uit, maar betekent niet per definitie dat de habitatkwaliteit ook op orde is.

Bijen en graslandvlinders gebaat bij structuurvariatie

Solitaire bijen en graslandvlinders behoren tot de typische soortgroepen die zich voortplanten op dijken en zijn bij uitstek geschikt als indicatoren van droog grasland. Uit het onderzoek blijkt dat hun aanwezigheid vooral samenhangt met de vegetatiestructuur, openheid en microreliëf, de aanwezigheid van veldstruweel en – veelal algemene – planten. Dit zijn dan ook de factoren waarop de habitatkwaliteit wordt beoordeeld in relatie tot de insectenrijkdom. Een aantrekkelijk leefgebied voor insecten valt niet per definitie samen met botanisch hooggewaardeerde dijken. Bij een botanisch beheer wordt doorgaans frequent gemaaid wat ten koste gaat van de structuurvariatie waar insecten juist bij gebaat zijn. De meest gevarieerde en insectenrijke dijken blijken in de praktijk meestal een extensief begrazingsbeheer te hebben.

Typische insectensoorten die profiteren van een verbeterde habitatkwaliteit op dijken zijn (v.l.n.r.) greppelsprinkhaan, weidebij en groot dikkopje

Op zoek naar de optimale beheervorm

Inmiddels zijn op meer dan honderd dijken de insecten geteld. Deze zijn gerelateerd aan habitatkwaliteit, waarmee we kunnen voorspellen hoeveel insecten er zijn te verwachten bij een bepaalde kwaliteit. Deze referentiewaarden zijn dus geen willekeurige waarden op basis van expert judgement, maar gebaseerd op praktijksituaties. Zo zijn op een hectare dijk van lage kwaliteit circa 700 solitaire bijen en 20 graslandvlinders aanwezig. Bij een hoge kwaliteit loopt dat op naar ruim 2.500 bijen en 250 vlinders per hectare. Dit maakt tastbaar wat het verschil in habitatkwaliteit betekent voor de insectenrijkdom.

Solitaire struiken en overjarig riet dragen ook bij aan de structuurvariatie op binnendijken

De volgende stap in ons onderzoek is om te bepalen welke vormen van beheer precies bijdragen aan een betere habitatkwaliteit. Wat is de effectiviteit van verschillende beheermaatregelen? En neemt inderdaad de insectenrijkdom toe als de habitatkwaliteit wordt verbeterd? Dit is de kennis die we nodig hebben om het ecosysteem van het boerenland uiteindelijk weer te laten floreren.

Meer informatie

  • Een online lezing over Rijke Dijken wordt gegeven op 11 juni 2025 tussen 13.00 en 14.00 uur in het kader van het Kennisuur van Boerennatuur.
  • Meer lezen over binnendijken in het zeekleigebied? Kijk op Rijkedijken.nl.

Tekst: Niels Godijn en Olaf Klaassen, Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels & Linde Slikboer, EIS Kenniscentrum Insecten
Beeld: Niels Godijn (leadfoto: Zonnemairsedijk in Zeeland)