Natuurjournaal 26 juni 2025

De gele luzernevlinder trekt in mei en juni vanuit het zuiden ons land binnen. De vlinders worden in Nederland in wisselende aantallen gezien, met pieken in bepaalde jaren. Sinds de jaren vijftig neemt het gemiddeld aantal waargenomen vlinders per jaar duidelijk af, 1992 was het meest recente jaar met veel waarnemingen. Tegenwoordig gaat het hoogstens om enkele honderden meldingen per jaar. De vlinders zijn meestal druk bezig met zoeken naar nectar op bijvoorbeeld luzerne en klavers. Op die planten leggen ze ook eitjes, de rupsen leven van diverse vlinderbloemigen, waaronder luzerne, paardenhoefklaver, bont kroonkruid, wikke en klaver.

Luzerne wordt in de landbouw veel ingezaaid als groenbemester en voederplant. Het is een van de eerste gecultiveerde plantensoorten in de geschiedenis van de mensheid. De plant was al bij de Romeinen bekend en is naar andere landen overgebracht. De paarsblauwe bloemen staan in trossen aan het einde van de stengels. Planten uit de vlinderbloemenfamilie groeien vaak op de grond of over andere planten, maar luzerne valt op doordat de stengels rechtop staan. Een veld vol luzerne als groenbemester heeft dan ook een behoorlijke hoogte.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Beeld: Kars Veling, De Vlinderstichting; Jan van der Straaten, Saxifraga