Vangsten en bijvangsten bij het stropen

Stropen werkt goed in het grootste deel van het jaar. Alleen in het voorjaar, van eind april tot begin juni, komen er minder vlinders af op de stroop. Mogelijk komt dit doordat er dan heel veel bloemen in bloei komen, die een te sterke concurrent zijn. Maar in de winter, zomer en nazomer kun je soms veel vlinders op je stroop vinden. 'Kun', want het is nooit goed te voorspellen hoeveel vlinders je op je bomen krijgt. Als je 50 bomen van een lik smeer hebt voorzien, kan het zijn dat je een uur na zonsondergang geen of slechts enkele vlinders hebt. Maar het kan ook gebeuren dat er 2 of meer vlinders per boom zitten te snoepen en dat je dus meer dan 100 vlinders telt. Nu, eind juli en begin augustus, zijn er veel nachtvlinders aanwezig en heb je dus een redelijke trefkans als je smeert. Soorten die je nu op het smeer kunt krijgen zijn bijvoorbeeld huismoeder, vuursteenvlinder (zie leadfoto), weeskinderen, zoals het rood en het zwart weeskind, en piramidevlinders. Er zijn twee soorten piramidevlinders. Deze zijn soms heel moeilijk uit elkaar te houden. Op invoersites voer je die in als dubbelsoort: schijnpiramidevlinder/piramidevlinder.

In totaal zijn er meer dan honderd soorten nachtvlinders die graag van smeer gebruikmaken. Het zijn voornamelijk vlinders uit de familie van de uilen. Maar niet alleen vlinders kom je tegen! De stroop is ook aantrekkelijk voor heel veel andere dieren. Zo kun je soms tientallen pissebedden, hooiwagens, oorwurmen en slakken op je stroop hebben. Ook sprinkhanen komen af op de stroop. Zowel de boomsprinkhaan als de struiksprinkhaan kun je erop vinden en ook de zuidelijke boomsprinkhaan is een vaste gast. Van de slakken kun je zowel huisjesslakken als naaktslakken hebben. De grote en opvallend gekleurde tijgerslak, die andere naaktslakken op het menu heeft staan, maar ook de wegslak en diverse huisjesslakken komen regelmatig op de smeer af. Ik had ook wel eens een onverwachte gast, zoals een bosmuis, die heerlijk zat te likken op een stroopplek op een boom die wat scheef stond, waardoor de muis er goed naartoe kon komen. Als het niet hard heeft geregend zijn de stroopplekken ook na de smeernacht in trek. Overdag kun je er natuurlijk vliegen op vinden, maar ook dagvlinders als atalanta, bont zandoogje en gehakkelde aurelia. Een vriend van me had er een boomklever op, maar die kwam waarschijnlijk niet op de zoetigheid af, maar op de insecten die erdoor worden aangelokt.

Meer informatie

• Lees dit natuurbericht voor meer informatie over smeren en een recept hoe je de stroop kunt maken. Maar varieer vooral en kijk wat voor jou het beste werkt.
• Let op: veel (natuur)gebieden zijn na zonsondergang niet vrij te betreden, dus als je daar wil stropen, moet je vooraf contact opnemen met de eigenaar of beheerder.

Tekst en beeld: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: vuursteenvlinder)