Bruine eikenpage (Best 2019)

Actieplan voor de bruine eikenpage in Brabant

Bosgroepen
23-SEP-2025 - Bosgroep Zuid Nederland gaat zich, samen met een aantal leden, actief inzetten voor de bruine eikenpage op Brabantse grond. Met steun van Provincie Noord-Brabant werken de bosbeheerders en -eigenaren de komende vijf jaar samen aan het verbeteren én uitbreiden van het leefgebied van de nu nog zeldzame page, een ambitieus project.

De bruine eikenpage is op dit moment een uiterst zeldzame vlinder die in Nederland alleen voorkomt op de hogere zandgronden. De vlinder legt haar eitjes op kleine, kwijnende eikenboompjes, die op te arme grond in de schaduw van grotere eiken groeien. In april komen de rupsen uit de eitjes. Die kruipen weg in de pas geopende groeiknoppen van de eikenboompjes, waar ze van het uitlopende blad eten. De rupsen verpoppen vervolgens tussen het strooisel en dorre bladeren. Vanaf half juni komen de vlinders tevoorschijn. Deze vlinders zijn maar korte tijd te bewonderen: begin augustus is het alweer gedaan met fladderen. Tijdens hun korte leven besteden bruine eikenpages per dag maar liefst 31 procent van de tijd aan het zoeken naar nectar. Ze drinken van braam, maar ze zijn ook te vinden op wilde liguster en sporkehout of vuilboom. Voor het voortbestaan zijn de bruine vlindertjes dus erg afhankelijk van voldoende kleine eikenboompjes en voldoende nectar. En precies daar ligt de uitdaging.

Bruine eikenpage, een klein en zeldzaam vlindertje

Sterke daling van vlinders en vindlocaties

Door het veranderde landschap en ander beheer zijn de aantallen bruine eikenpages en vindlocaties sterk gedaald. In Noord-Brabant was de bruine eikenpage ooit een vlinder die ‘gewoon’ terug te vinden was in houtwallen, hakhoutbossen en bosranden. Het leefgebied werd gevormd tussen de aanwezige overgangen van loofbos naar heide of schralere graslanden met een rijk nectaraanbod. Door harde grenzen, versnippering, vermesting en verdroging is de kwaliteit van die leefgebieden serieus gedaald. Ook zijn veel voormalige leefgebieden inmiddels ongeschikt geworden.

Afname van de bruine eikenpage door de jaren heen

Te weinig kwijnende jonge eikjes

In de periode tussen 1920 en 1960 is het (eiken)loofhout op veel plaatsen vervangen door naaldhout. De eikenbossen die bleven bestaan werden na 1960 minder tot niet beheerd, daardoor was er geen verjonging van de eiken. In de bossen waar wel werd ingegrepen, gebeurde dat vaak te grootschalig en te snel. Hierdoor ontstonden grote, kale kapvlakten die ongeschikt zijn als leefgebied. Jos Kerssemakers, van Bosgroep Zuid Nederland: “Voor het behoud van de bruine eikenpage moet bosbeheer kleinschaliger wordt uitgevoerd. Alleen dan ontstaat de juiste afwisseling tussen percelen met grotere eiken, open eikenbos en kapvlakten met voldoende kleinere eiken. Een andere geschikte maatregel is het invoeren van hakhoutbeheer: door de eiken regelmatig terug te zetten, verjongen ze en blijven ze laag. Percelen met jonge eiken of hakhout mogen niet te ver van elkaar liggen zodat de bruine eikenpage de nieuwe geschikte leefgebieden eenvoudig kan vinden. Daarnaast kunnen we de variatie in bosranden verhogen door een mantel en struweel te ontwikkelen. Juist daarin groeien kleine, jonge eikjes en bramen.”

Het beoogde gebied in Loon op Zand voor de verbetering en vergroting van het leefgebied van de bruine eikenpage

Verbetering leefgebied in Loon op Zand

Er zijn dus nog zeker mogelijkheden om het leefgebied van de bruine eikenpage te verbeteren en te vergroten. In het Brabantse Loon op Zand ligt een gebied waar dat heel goed gedaan kan worden. Sterker nog: dankzij subsidie van Provincie Brabant en de betrokkenheid van gemeente Tilburg en vijf particuliere boseigenaren wordt er de komende jaren ook daadwerkelijk actie ondernomen. Het gaat in totaal om een gebied van 200 hectare met bos van gemeente Tilburg, Landgoed Craenven, Landgoed Vense Bos, Landgoed Zandbergen, Landgoed Maretak en Gedenkbos De Spinder. Ad en Els Verhoeven zijn de eigenaren van Landgoed Zandbergen: “We hebben hier zo’n 5,2 hectare bos en natuur. Toen we dit landgoed drie jaar geleden kochten, zijn we meteen lid geworden van Bosgroep Zuid Nederland. Pieter-Jan van Iersel was destijds de eigenaar van Landgoed Vense Bos en die had ons dat aangeraden. Onze buurman Peter Smulders, van het Gedenkbos De Spinder, bleek al lid te zijn." De reden voor lidmaatschap? "We hadden meer kennis en assistentie nodig. We zijn zelf ook maar leken op het gebied van bomen, al leren we steeds meer bij, via de bijeenkomsten van de bosgroep en dankzij Jos Kerssemakers. Jos is degene geweest die ons heeft meegesleept in zijn enthousiasme voor de bruine eikenpage. Hij kwam met het idee voor dit project en wij wilden al snel meedoen. Ook omdat we vinden dat er al zoveel verloren gaat als je kijkt naar de biodiversiteit. Als we dat hier in Loon op Zand samen een beetje kunnen tegenhouden, vinden we dat zeker waardevol.”

Ad en Els Verhoeven zijn actief betrokken bij het project

Je moet er oog voor hebben

Ook Hans, de broer van Els, is bij het project betrokken. Hij is imker en heeft een goed oog voor insecten. Toch vormt de bruine eikenpage een uitdaging: “Zo’n 3 tot 4 kilometer hiervandaan is de bruine eikenpage nog gesignaleerd, bij de Rustende Jager aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen. Ik kende deze vlinder nog niet, maar ik was wel benieuwd geworden. Het is maar een heel klein bruin vlindertje, dus je moet er wel oog voor hebben. Tijdens de afgelopen periode heb ik actief rondgekeken, maar in dit gebied ben ik ze helaas niet tegengekomen. Dit was ook wel een warme, droge zomer en het kan zo zijn dat de pages eerder zijn uitgekomen en ik het eerste stukje heb gemist. Ik heb wel veel andere vlinders gezien en weet zeker dat als ik volgend jaar rond de Rustende Jager ga kijken, ik ze daar tegenkom. De eikenpage herken ik inmiddels al op een hoogte van 4 tot 5 meter. Met een blauwe tekening op de toppen van de vleugels verschilt die minimaal van de bruine eikenpage.”

Symbool voor veel groter verhaal

Ook al is de bruine eikenpage nu misschien al niet meer aanwezig in het gebied van de landgoederen, de opzet van het plan is wel dat ze hier terugkomen. Hans: “Hier staan wel eikenbomen, maar niet met een bosrand. En het is nu het plan om die wel terug te brengen en de omstandigheden zo te maken dat de bruine eikenpages hier terechtkomen.” Zijn zwager vult aan: “De komende vijf jaar is hier echt nog werk aan de winkel. We gaan nu samen stap voor stap de plannen uitwerken. Als eigenaren kunnen we een actieve bijdrage leveren door bijvoorbeeld mee te helpen met de beplanting. Het animo om mee te doen met het plan is groot, ook omdat dat kleine vlindertje symbool voor een veel groter verhaal staat. Het klimaat verandert, dat merk je ook in de bossen. Daarnaast is het lastig om de druk op de natuur tegen te gaan. Er is hier ook zoveel activiteit direct tegen de natuurgebieden aan. We willen tegenwicht bieden en bijdragen aan een stukje instandhouding en verbetering. Daar is het vijfjarige project ‘Bruine eikenpage Loon op Zand’ een mooi voorbeeld van.”

Aanleggen en verbeteren corridor

Maar wat houdt dat vijfjarige plan in? Hoe gaat Bosgroep Zuid Nederland dat samen met haar leden, waaronder ook gemeente Tilburg, concreet aanpakken? De landgoederen zijn onderdeel van het natuurnetwerk Brabant en liggen tussen Huis ter Heide en de Loonse en Drunense Duinen. Door het aanleggen en verbeteren van de ‘corridor’, of doorgang, tussen deze twee grote natuurgebieden kan de bruine eikenpage zich beter tussen de gebieden verplaatsen. Ook is de route via de gemeente Tilburg naar andere populaties dan open. De terreinen van de deelnemers kunnen dus niet alleen een leefgebied zijn, maar ook een waardevol verbindingsgebied vormen. Jos Kerssemakers: “We gaan bos omvormen, bosranden inrichten, grasland, poelen en heide een impuls geven en heideterreinen meer open maken. Zo gaan we bijvoorbeeld  monotone dennenbossen en stervende sparrenopstanden omvormen naar een gemengd loofbos met een groot aandeel zomereiken, dood hout en open plekken waar nectar te halen is. Er kunnen nieuwe eikenhakhoutbosjes aangelegd worden en we kunnen in deze bosjes ook vuilbomen, bramen, hondsrozen en lijsterbessen planten. Over een lengte van 10 kilometer bekijken we waar de meeste potentie is om bosranden in te richten. Veel bosranden zijn nu nog abrupt en er ontbreekt een mantelzoomvegetatie. Daarnaast ontbreekt het in veel bosranden aan nectarproducerende planten, zoals meidoorn, hondsroos, gewone brem, lijsterbes en vuilboom.”

Bruine eikenpage op zoek naar nectar op een vuilboom

Waardevol voor andere soorten

De verschillende maatregelen pakken niet alleen positief uit voor de bruine eikenpage, ze komen de algehele biodiversiteit ten goede. Zo krijgt een aantal poelen in het gebied een impuls, zodat ze weer geschikt worden voor amfibieën. Door opslag te verwijderen langs de poelranden kunnen de kruiden weer tot ontwikkeling komen. Plantensoorten als kattestaart en koninginnekruid zijn belangrijke nectarplanten. Dit project gaat over veel meer dan alleen de bruine eikenpage. De komende vijf jaar wordt er dan ook volop gechopperd, bekalkt, gemaaid, begraast én geplant. In totaal gaat het zelfs om zo’n 3.900 bomen. Vooral vuilboom en zomereik, maar er zullen nog veel meer soorten in de bosranden geplant worden. Zo staat de bruine eikenpage ook voor een ‘boost’ van de biodiversiteit.” 

Meer informatie

Tekst: Marrie Hoedelmans, Bosgroepen
Beeld: Fabian Meijer (leadfoto: bruine eikenpage op het blad van een zomereik in Best, Noord-Brabant, 2019), Bosgroepen; Vlinderstichting; Marrie Hoedelmans, Jos Kerssemakers, Bosgroepen