
Natuurjournaal 28 september 2025
Nature TodayHet spiraalmosdiertje (Crisularia plumosa) is alleen vrijlevend als larfje en zet zich dan ergens aan vast. Individuele spiraalmosdiertjes zijn te klein om met het blote oog te zien. Wat je ziet, is niet één dier, maar een kolonie van gekloonde mosdiertjes, die ieder ter bescherming een kalkskeletje om zich heen hebben gebouwd. Zo'n kolonie groeit als een vertakt struikje op de zeebodem. Mosdiertjes spoelen soms massaal aan op het strand en dat is dan voor veel mensen ook een eerste kennismaking met deze bijzondere diergroep, zoals in de zomers van 2021 en 2022 met het harig mosdiertje (Electra pilosa). Maar hoe ze er daar dan rottend en stinkend bij liggen, is niet echt bevorderlijk voor hun imago. In de Noordzee komen maar liefst 130 soorten mosdiertjes voor. Spiraalmosdiertjes vormen een voedselbron voor onder andere zeenaaktslakken.
De goudspons (Aplysina aerophoba) is ook al zo’n levensvorm die zich niet kan verplaatsen, daarom doet zijn uiterlijk plantachtig aan. Toch is ook dit een dier. Sponzen vallen onder de meest primitieve meercellige levensvormen, ze hebben geen echte weefsels of organen. Niet dat ze daar last van hebben: hun bouwplan is misschien simpel, maar blijkbaar goed zat: sponzen (Porifera) bestaan al zeker 650 miljoen jaar. De cijfers verschuiven nogal eens met de vondst van nieuwe fossielen, dus het kan twee weken schelen. Het oppervlak van sponzen is bezaaid met poriën, waardoor ze water vol opgeloste organische stoffen naar binnen pompen. De uitstroomopening voor het gefilterde water zit bovenin. De goudspons is een Mediterrane sponzensoort, die felgele buizen vormt. Het ‘aerophoba’ in de wetenschappelijke naam betekent ‘bang voor lucht’ en slaat op de kleurverandering die de spons ondergaat als hij uit het water wordt gehaald: het geel verandert in blauwzwart. Dat geeft blijkbaar zó af, dat labels van collectiemateriaal onleesbaar worden.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Sytske Dijksen, Saxifraga; Tom Heijnen, Saxifraga