Tyto alba, Kerkuil

Natuurjournaal 27 september 2025

Nature Today
27-SEP-2025 - Kerkuil en doodgraver: the graveyard shift.

Kerkuilen zijn geen echte uilen. Ja, dat zijn het natuurlijk wel, maar taxonomisch gezien vallen ze onder een aparte groep, de Tytonidae. Ze verschillen in een aantal lichamelijke kenmerken van de andere uilen (Strygidae). Eén daarvan is de hartvormige gezichtsschijf, of sluier. Bij andere uilen is deze rond. Ook zijn de ogen in verhouding kleiner, de poten langer en is hun snavel anders van vorm. Kerkuilen hebben een speciale structuur op hun middelste teen, waarmee ze hun veren kunnen kammen. Andere uilen – en veel andere vogels – hebben niet zo'n 'kamteen'. Kerkuilen jagen op veldmuizen en zijn tot op bepaalde hoogte afhankelijk van de veldmuizenstand die van jaar tot jaar fluctueert, maar ze eten ook ratten en zelfs spitsmuizen, die andere uilen niet lusten. Ze kunnen tot ver in het najaar nesten grootbrengen.

Deze krompootdoodgravers zijn druk bezig

Doodgravers zijn vrolijk getekende kevertjes, die op dode dieren te vinden zijn. Ze vinden er voedsel op, zoals maden, en planten zich er voort. Vrij onsmakelijk, maar iemand moet het doen. Doodgravers vormen een onmisbare link in het ecosysteem door kadavers uit de natuur helpen op te ruimen. Ze hebben stevige graafpoten, vooral de achterschenen, waarmee ze de grond bewerken. Nadat ze een dode muis of vogel ter aarde hebben besteld, leggen de vrouwtjes er eitjes op of vlakbij. Doodgravers kennen een uitgebreide broedzorg, iets dat zeldzaam is bij insecten. Vrouwtjes van sommige soorten ‘roepen’ de larven die uit hun eitjes zijn gekomen bijvoorbeeld met tsjirpgeluiden, die ze maken met hun stridulatieorgaan, en leiden ze zo naar het aas toe. Beide ouders blijven hun broedsel én het aas nog lang bewaken.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Tom Heijnen, Saxifraga