
Soorten sorteren: de eerste type-catalogus van de zoogdiercollectie is een feit
Naturalis Biodiversity Center“Deze maki is bruin.” Dit soort oude, beknopte notities kwam Pepijn Kamminga, collectiebeheerder van de vogel- en zoogdiercollectie, met regelmaat tegen toen hij samen met collega’s de eerste type-catalogus voor de zoogdiercollectie van Naturalis samenstelde. Vijf jaar lang ploos hij, samen met Steven van der Mije, honderden beschrijvingen en collectieregisters uit. Daarbij borduurden zij voort op het werk dat in de jaren negentig al was begonnen door oud-collectiebeheerder Chris Smeenk. Het resultaat is een uitgebreid overzicht: een type-catalogus die de basis vormt voor toekomstig onderzoek naar zoogdieren.
Wat is een type-catalogus?
“Om te begrijpen wat een type-catalogus is, moet je begrijpen wat een type-exemplaar is”, vertelt Pepijn. Een type-exemplaar is het individu dat gebruikt is bij het beschrijven van een nieuwe wetenschappelijke naam. Het exemplaar vormt een officiële referentie: vanaf dat moment is dat niet meer een mierenegel, het is dé mierenegel. “Wanneer een wetenschapper denkt een nieuwe soort te hebben gevonden, moet hij of zij altijd terug naar de type-exemplaren van nauw verwante soorten: klopt het dat dit inderdaad een nieuwe soort is, of bestaat de soort al?”, legt Pepijn uit.
Type-exemplaren liggen vaak bewaard in wetenschappelijke collecties. Zo ook in de collectietoren van Naturalis, waar zij gemarkeerd worden met een herkenbare rode sticker. Een type-exemplaar kan een enkel individu zijn, een holotype, maar soms gaat het om een serie individuen die samen de referentie vormen (syntypes). Dit kunnen bijvoorbeeld zowel het mannetje als het vrouwtje van de betreffende soort zijn. Daarnaast zijn er paratypes: exemplaren die het holotype ondersteunen door variatie binnen de soort weer te geven. “Van een holotype is er altijd maar één”, benadrukt Pepijn. “Daar mag geen twijfel over bestaan.”
Het speurwerk achter de catalogus
De eerste beschrijvingen van de Naturaliscollectie stammen uit de negentiende eeuw. Maar veel oude beschrijvingen zijn vaag of incompleet. “Ik verbaas me erover hoe summier mensen dingen vroeger opschreven”, vertelt Pepijn lachend. “Soms stond er alleen dat een dier ‘bruin’ was.” Het kostte Pepijn en zijn collega’s flink wat speurwerk om zulke beknopte notities te koppelen aan de juiste type-exemplaren.
De type-catalogus brengt verheldering. De catalogus bevat niet alleen een lijst van type-exemplaren in de collectie van Naturalis, maar ook verwijzingen naar de oorspronkelijke beschrijving van de soort, informatie over de typestatus (holotype, paratype, syntype), en details over wat er daadwerkelijk in de collectie aanwezig is. Is er een huid bewaard, een skelet, of een heel opgezet individu?
Belangrijke schakel in wetenschappelijk onderzoek
Voor onderzoekers wereldwijd biedt de type-catalogus een betrouwbaar overzicht van welke zoogdieren Naturalis in huis heeft. In de nieuwe catalogus zijn voor maar liefst 405 wetenschappelijke namen de tastbare type-exemplaren beschreven.
De waarde van de catalogus gaat veel verder dan alleen de beschrijving van de soort. Tegenwoordig wordt DNA-onderzoek steeds vaker toegepast om soorten te vergelijken. Daarbij kan het type-exemplaar opnieuw een rol spelen: klopt de genetische informatie met de naam waaronder het dier ooit beschreven werd? Ook het begrijpen van evolutionaire patronen wordt mogelijk gemaakt door een goede beschrijving van type-exemplaren.
Het werk is nooit klaar
Hoewel de catalogus een mijlpaal is, is dit voor Pepijn vooral een beginpunt. “We hebben de eerste helft van de zoogdiercollectie beschreven, nu gaan we aan de slag met het beschrijven van de tweede helft”, vertelt Pepijn. “Naast de al beschreven groepen als knaagdieren, primaten en buideldieren wachten er nog tientallen andere zoogdiergroepen op een plek in een catalogus.” De tweede type-catalogus van de zoogdiercollectie zal waarschijnlijk evenveel werk vragen als de eerste.
Bovendien zal de eerste catalogus voortdurend worden aangevuld met nieuwe informatie. Soms duikt er een type-exemplaar op dat lang zoek was, of ontvangt Naturalis updates van collega’s van over de hele wereld die werken aan andere collecties. Pepijn licht toe: “De basis blijft staan, maar met de input van buitenaf kunnen we de catalogus blijven updaten. Kortom: het werk is nooit klaar.”
Meer informatie
Tekst: Rachel Engelkes, Naturalis Biodiversity Center
Beeld: Naturalis Biodiversity Center (leadfoto: holotype grijze halfmaki)