Noordse woelmuis

Begrazing en woelmuizen in de duinen van Texel

Stichting Bargerveen, Vogelbescherming Nederland, Zoogdiervereniging
8-OKT-2025 - Veel duingebieden worden begraasd om verruiging van vegetatie tegen te gaan en natuurdoelen te halen. Op Texel is dat, naast instandhouding van vegetatietypen en van de ernstig bedreigde blauwe kiekendief, het behoud van de populatie noordse woelmuizen. Begrazing tijdelijk stoppen lijkt voordelig voor deze zeldzame woelmuis, maar voor de blauwe kiekendief is het totale woelmuisaanbod overal laag.

Heeft begrazing met runderen invloed op de dichtheden van woelmuizen – en daarmee ook op het voedselaanbod voor blauwe kiekendieven? Om die vraag te beantwoorden moeten goede schattingen worden gemaakt van de dichtheden van de verschillende soorten. In de duingebieden De Geul, De Bollekamer en De Nederlanden zijn in 2023 en in 2024 muizen bemonsterd met inloopvallen.

Begraasd duingebied op Texel

Populatieschattingen

Alle woelmuizen werden individueel gemerkt, zodat ze bij een terugvangst herkend werden. Op basis van de verhouding van de vangsten van nieuwe dieren en reeds gemerkte dieren kon een populatieschatting worden gemaakt. Dat lukte alleen voor het jaar 2023, aangezien 2024 een slecht woelmuizenjaar was en de vangsten te laag waren voor een goede schatting.

In het tijdelijk onbegraasde duingebied De Bollekamer zijn de grootste aantallen noordse woelmuizen en rosse woelmuizen aangetroffen, respectievelijk 43 individuen en 22 individuen per hectare. In het begraasde gebied De Geul waren de dichtheden voor de noordse woelmuis ongeveer de helft lager: 21 individuen per hectare. Van de rosse woelmuis waren er te weinig vangsten voor een goede schatting. In het continu begraasde gebied De Nederlanden werden slechts lage aantallen woelmuizen aangetroffen. De woelmuisdichtheden die in dit onderzoek werden vastgesteld komen overeen met die in – schaarse – buitenlandse onderzoeken. Voor de blauwe kiekendief lijken de aangetroffen dichtheden in veel terreinen te laag om als stapelvoedsel te dienen.

Blauwe kiekendief, man

Habitatvoorkeur en begrazing

Op basis van eerder onderzoek werd al verwacht dat tijdelijk onbegraasde duingebieden de meeste woelmuizen herbergen. Dit onderzoek lijkt dat te bevestigen. De onderzochte deelgebieden verschillen echter ook in de hoogteligging, het reliëf, de aanwezigheid van open water, de vegetatie en de beheergeschiedenis. Door op alle, met inloopvallen bevangen, locaties de hoogteligging, vegetatiesamenstelling en -structuur te vast te leggen, kon worden onderzocht welke van deze factoren het meest sturend zijn op het voorkomen van woelmuizen. De noordse woelmuis blijkt vrijwel alleen op vegetatiehoogte te reageren, terwijl de aanwezigheid van de rosse woelmuis zowel door vegetatiehoogte als door het voedselaanbod, met name kruiden en besdragende planten, en door de hoogte van het terrein wordt beinvloed. Aangezien begrazing voornamelijk effect heeft op de vegetatiehoogte, lijkt de invloed van begrazing het grootst op de noordse woelmuis.

Tijdelijk onbegraasd duingebied, De Geul op Texel

Concurrentie tussen woelmuissoorten

Woelmuizen lijken in gedrag en voedselkeuze vrij sterk op elkaar en er is dan ook vaak sprake van concurrentie. Op Texel lijken de noordse woelmuis en de rosse woelmuis duurzaam naast elkaar voor te komen. Waarschijnlijk komt dat onder andere door de grote variatie in het reliëf en de vegetatiestructuur in het gebied. Zeker wanneer droge en natte jaren elkaar sterk blijven afwisselen, kan deze terreinvariatie van groot belang zijn. In meer homogene vegetaties op laagveen, waar beide soorten voorkomen, wordt de noordse woelmuis vaak verdrongen door de rosse woelmuis. Zeker wanneer door vegetatiesuccessie of in jaren met weinig neerslag de bodem droger wordt. Het tijdelijk uitsluiten van begrazing, zoals op Texel plaatselijk gebeurt, lijkt voor beide woelmuissoorten gunstig, maar zal naar verwachting voor de noordse woelmuis het meest positief uitpakken. Langdurig uitsluiten van begrazing leidt tot verdere verruiging met struweelopslag en zal positiever zijn voor de rosse woelmuis. Opvallend detail: de aardmuis, een concurrerende woelmuissoort die zich pas later op Texel heeft gevestigd, is tijdens dit onderzoek in de duinen helemaal niet gevangen.

Onderzoek herhalen

De komende jaren wordt geprobeerd de dataset uit te breiden door – in goede woelmuisjaren – het onderzoek te herhalen. Zo krijgen we beter grip op de habitatvoorkeur, de concurrentie en de gevoeligheid voor begrazing van de verschillende woelmuissoorten. Deze kennis kan vervolgens worden vertaald in beheeradviezen.

Meer informatie

  • Het onderzoek op Texel is uitgevoerd in gebieden van Staatsbosbeheer door de Zoogdiervereniging, in samenwerking met Silvavir Ecologisch Advies en Stichting Bargerveen, in opdracht van Vogelbescherming Nederland.
  • Lees meer over het veldonderzoek met de inloopvallen in het natuurbericht dat eerder dit jaar op Nature Today is verschenen.

Tekst: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen; Dick Bekker, De Zoogdiervereniging; Sil Westra, Silvavir Ecologisch Advies; Jules Bos, Vogelbescherming Nederland; Thomas van der Es; Staatsbosbeheer
Beeld: Wesley Overman (leadfoto: noordse woelmuis); Julian Brouwer, Stichting Bargerveen; Jankees Schwiebbe; Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen