Afval? Grondstof! Hoe bermmaaisel als bodemverbeteraar bijdraagt aan biodiversiteit en schoon water
Provincie Gelderland“Het is niet zo dat boeren meteen zeggen: mooi spul, kom maar brengen”, vertelt Henk Leever van HOEduurzaam, een stichting van boeren en burgers in het Haarloseveld en Olden Eibergen (gemeente Berkelland) die samenwerken aan bodemverbetering. Toch is er nu na negen jaar een vaste club van zo’n vijftien boeren die maaisel uit bermen composteren en verwerken op hun akkers.
En dat is interessant, want een groeiende groep gemeenten is enthousiast over ecologisch bermbeheer, maar heeft nog geen goede bestemming voor het maaisel.
Zo werkt ecologisch bermbeheer
Van oudsher worden veel bermen geklepeld: de vegetatie wordt helemaal kapotgeslagen en het maaisel blijft liggen in de berm. Er is geen maatwerk, één keer met de machine eroverheen en de loonwerker kan door naar de volgende berm.
Ecologisch beheer werkt in alle opzichten anders. Er wordt minder vaak gemaaid en er wordt gefaseerd gemaaid, dus niet alle stukken in één keer. Zo ontstaat een afwisseling tussen hoge en lage vegetatie en staan er altijd wel bloemen in bloei. Door het maaisel af te voeren, kan de berm verschralen, wat ook weer goed is voor de biodiversiteit.
Provincie Gelderland ziet ecologisch bermbeheer als belangrijke kans om biodiversiteit te versterken. Bermen lopen als een uitgebreid netwerk door ons landschap, langs weilanden en akkers, van dorp, naar natuurgebied, naar stad. Stel je voor dat al die bermen een seizoen lang bloeien, geuren en kleuren? Dat ze zoemen van de bijen en ritselen van de musjes, mezen en muizen? Om gemeenten te ondersteunen organiseert Landschapsbeheer Gelderland in opdracht van de provincie al sinds 2019 het Leernetwerk Ecologisch Berm- en groenbeheer. Op 4 december werd hun jaarlijkse symposium georganiseerd, waarbij ook de Beste Bermbokaal werd uitgereikt, dit keer aan de gemeente Nijmegen.
Lokaal afzetten: haken en ogen?
Een vraag die voorligt in dat leernetwerk is: wat te doen met het maaisel? Dat wordt nu vaak tegen betaling afgevoerd.
HOEduurzaam besloot al in 2016 uit te zoeken of bermmaaisel uit ecologisch beheerde bermen nuttig kan worden ingezet als bodemverbeteraar door boeren. Veel vertrouwen was er in eerste instantie niet, zegt Henk Leever: “We dachten eigenlijk dat het lastig zou worden, vanwege de wirwar aan regelgeving. Je mag maaisel bijvoorbeeld maar over maximaal 5 kilometer afstand vervoeren. En het maaisel moet schoon zijn voordat het op een akker mag worden uitgereden.” Boeren zaten ook helemaal niet te springen om bermmaaisel – ze waren bang voor onkruiden in hun weilanden en plastic tussen hun mais.
Inmiddels loopt het project al negen jaar. Want met die vervuiling en hogere onkruiddruk valt het reuze mee. “Je moet wel goede afspraken maken”, benadrukt Leever. “Dat de loonwerker ook even oplet en eruit haalt wat niet in het maaisel thuis hoort.”
Stap voor stap naar een betere bodem
De boeren zijn overwegend enthousiast. HOEduurzaam werd opgericht vanwege zorgen over twee kwetsbare waterwingebieden, een gebied van 1200 hectare waar zo’n dertig boeren meedoen aan het project. Samen met de stichting werken zij aan het verbeteren van de bodem. Een gezondere bodem zorgt namelijk voor schoner grondwater. Maar het is ook beter voor de boer.
Bermmaaisel blijkt een heel goede bemester voor de bodem. “Er zit veel organisch materiaal in, het bodemleven neemt toe, de bodem houdt beter water vast en de bodemweerbaarheid wordt groter. Uit zo’n bodem spoelen veel minder meststoffen uit. Dat is goed voor het drinkwater, maar ook voor de boer, want het land wordt productiever.” HOEduurzaam monitort hoe het bodemleven erop vooruitgaat. Dat gaat om tienden van procenten per jaar. Maar gecombineerd met andere maatregelen, zoals het opbrengen van klei en inzaaien van vanggewassen, worden serieuze stappen gezet.
Onder aan de streep
Bovendien is het heel motiverend om een afvalstof lokaal nuttig af te zetten. Kan het onderaan de streep ook uit?
Gemeenten hoeven het maaisel niet meer betaald af te voeren. Ze moeten wel anders werken. Boeren hebben vaak pas in het najaar plek voor het maaisel, als de gewassen het land af zijn. Gemeenten halen het maaisel al in juni uit hun bermen. Het vraagt dus enige flexibiliteit van gemeente en boer. Een boer moet de hoop maaisel vervolgens af en toe omzetten om te zorgen voor een goede vertering, zodat het als compost in het voorjaar het land op kan. Akkerbouwers komen in aanmerking voor een vergoeding vanuit het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
Dus onder aan de streep? Zo’n strikte rekensom is eigenlijk niet zo relevant, vindt Leever. “Het is goed voor de biodiversiteit, goed voor de waterkwaliteit en goed voor landbouwbodems. Als we integraler kijken, dan levert het op termijn meer op dan het kost, daar ben ik van overtuigd.”
Tekst en beeld: Provincie Gelderland
