klimaatstress - primair

Klimaatstress voor vlinders: zorgen voor de toekomst

De Vlinderstichting
24-OKT-2019 - Klimaatverandering gaat gepaard met toenemende extremen als droogte, maar ook hevige regen. Wat zijn de gevolgen en hoe kunnen we ermee omgaan? Voor de dagvlinders van drie provincies is de klimaatstress bepaald. Voor twee op de drie soorten zijn negatieve gevolgen van extreem weer vastgesteld. Het goede nieuws is dat er voor de meeste soorten ook maatregelen mogelijk zijn om dit op te vangen.

De droogte van 2018 en afgelopen zomer heeft ons wakker geschud dat klimaatopwarming niet alleen maar lekker weer met zich meebrengt, maar ook extreme hitte en droogte. Of in andere jaren, zoals 2014 en 2016, ook extreme regenval. Aan de hand van het landelijk meetnet vlinders is nu de klimaatstress van vlinders bepaald door veranderingen van de vlinderaantallen tussen opeenvolgende jaren te verklaren door het weer, maar ook door de lokale omgeving. Bodemvocht, reliëf en de oppervlakte van het leefgebied kunnen namelijk helpen om weerextremen op te vangen.

Extreme droogte op de heideDrie provincies – Drenthe, Gelderland en Limburg – hebben het voortouw genomen om door De Vlinderstichting geïnformeerd te worden over de consequenties van klimaatstress voor de bedreigde dagvlinders die zij moeten beschermen. In totaal zijn 31 soorten onderzocht. Voor twee op de drie soorten zijn significant negatieve gevolgen van droogte, hitte of hevige neerslag gevonden. Daar staat maar een kleine minderheid van vijf soorten tegenover die vooral lijken te profiteren van klimaatverandering. Voor de helft van de soorten is ook de omgeving belangrijk, vooral via voldoende leefgebied. Voor een soort als het heideblauwtje maakt het ook een groot verschil of het leefgebied droog of nat is. In droge leefgebieden heeft bodemvocht een positief effect op de aantallen, net als natte zomers, maar pakt zomerhitte (dagen met maxima hoger dan 30 graden) negatief uit. In natte leefgebieden is het eerder andersom, met een negatieve invloed van vooral zomerneerslag: die kan ervoor zorgen dat laag gelegen leefgebied onder water komt te staan.

Percentage van de aantalsverandering van het heideblauwtje dat wordt verklaard door klimaat en  omgeving. Positieve invloeden hebben een positieve waarde; voor negatieve invloeden is dit andersom. De som van de absolute waarden is 100 procent.

Extreme regenval in de zomerVoor zeven soorten van heide en hoogveen is klimaatstress een acuut probleem. Dit geldt voor gentiaanblauwtje, heideblauwtje, heivlinder, kleine heivlinder, kommavlinder, veenbesblauwtje, veenhooibeestje en veenbesparelmoervlinder. Hun leefgebied staat al onder druk van stikstofdepositie, en nu komt de stress van extreem weer daar dus bij. Niet alleen is het nodig om de kwaliteit van het leefgebied voor deze soorten te verbeteren en de oppervlakte uit te breiden, maar ook zijn er maatregelen nodig om klimaatstress op te vangen. Dan gaat het behalve om stabilisatie van de waterhuishouding ook om het benutten van variatie in reliëf, bodem en vegetatiestructuur om het leefgebied klimaatbestendig te maken. Ook met de intensiteit van het beheer kan op het klimaat worden ingespeeld. In natte jaren kan dit door wat meer te maaien of met een hogere veebezetting te begrazen; in droge jaren door juist te extensiveren.

Het inspelen op klimaatverandering is een nog betrekkelijk nieuwe opgave voor het natuurbeheer. Maar het laat zich aanzien dat dit de komende tijd alleen maar belangrijker gaat worden. Voor de meeste soorten dagvlinders lijken effectieve maatregelen gelukkig ook goed haalbaar.

De rapporten over de klimaatstresstest dagvlinders voor Gelderland (pdf: 4,0 MB), Limburg (pdf: 3,7 MB) en Drenthe (pdf: 3,3 MB) zijn hier te downloaden.

Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Michiel Wallis de Vries, Kars Veling