zwarte ruiter

De najaarstrek van de zwarte ruiter is begonnen

Vogelbescherming Nederland
18-JUN-2011 - Terwijl een aantal soorten vogels de voorjaarstrek nog niet heeft afgesloten, is de zwarte ruiter al begonnen met de wegtrek uit de broedgebieden in Noord-Europa. Op verscheidene plaatsen, zoals in het Lauwersmeer, zijn op dit moment al honderden zwarte ruiters te zien.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]

Terwijl een aantal soorten vogels de voorjaarstrek nog niet heeft afgesloten, is de zwarte ruiter al begonnen met de wegtrek uit de broedgebieden in Noord-Europa. Op verscheidene plaatsen, zoals in het Lauwersmeer, zijn op dit moment al honderden zwarte ruiters te zien.

De zwarte ruiter is een bijzondere steltloper. Ten eerste is hij grotendeels (fluweel)zwart in het broedkleed, in tegenstelling tot andere soorten steltlopers. Ten tweede houdt hij er een bijzonder broedsysteem op na. De vrouwtjes delen namelijk vrijwel niet in de broedzorg en de zorg voor de jongen. De meeste vrouwtjes vertrekken al binnen één tot twee weken na het leggen van de eieren. Deze worden nagenoeg alleen door de mannetjes bebroed. Als de eieren uitkomen verlaten de donsjongen vrijwel onmiddellijk het nest, waarna de overgebleven vrouwtjes ook vertrekken, ver voordat de jongen vliegvlug zijn. En dan begint vanaf de eerste dagen van juni ook de wegtrek uit de broedgebieden naar het zuiden, onder andere naar Nederland. De mannetjes blijven achter en nemen de jongen op sleeptouw.

Zwarte ruiter in broedkleed (foto: Koos Dansen)

Zwarte ruiters broeden in het noorden van Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland, in lichtbeboste toendra’s, open berkenbossen, de randen van de taiga en in rivierdalen. De grootste populatie vinden we in Finland, zo’n 42.000 paar. Volgens BirdLife International, waarvan Vogelbescherming Nederland partner is, is de stand van de zwarte ruiter in Europa tussen 1990 en 2000 met meer dan tien procent afgenomen; vooral in Finland, waar de achteruitgang wel twintig procent bedraagt. Waardoor deze achteruitgang wordt veroorzaakt is niet duidelijk. Omdat de zwarte ruiter een veel groter deel van het jaar in de trek- en overwinteringsgebieden verblijft dan in het broedgebied, zou daar de sleutel voor de verklaring kunnen liggen.

Veel steltlopers uit het hoge noorden zijn afhankelijk van wadgebieden in Europa en Afrika; de zwarte ruiter is daarop geen uitzondering, hoewel hij ook in zoete slikgebieden te vinden is. In Nederland vinden we de meeste zwarte ruiters in het Waddengebied en in de zoutwatergebieden van de Delta, in de Oosterschelde en Westerschelde. Toch is de zwarte ruiter een van de schaarsere soorten steltlopers, die in de Wadden met maximaal 3000 exemplaren en in de Oosterschelde en Westerschelde met hooguit 1000-1200 exemplaren pleistert. Net als in de broedgebieden neemt de zwarte ruiter ook in Nederland af in aantal. Vooral vanaf 2000 is de trend negatief, ondanks jaarlijkse schommelingen. De laatste twee jaar nemen de aantallen zwarte ruiters weer voorzichtig toe. Hopelijk zet deze toename door.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Koos Dansen