Maashorst grasland Melman

Monitoring natuurontwikkeling

Wageningen University
28-AUG-2008 - Het gebied van de Maashorst in Noord Brabant is een omvangrijk natuurgebied ten noorden van Uden. In de jaren 70 was dit gebied in gebruik als bos en intensief landbouwgebied. Inmiddels is het een van de vele natuurontwikkelingsprojecten in Nederland, waarbij gronden aan de landbouw zijn onttrokken ten gunste van natuur en landschap. Maïsakkers hebben hier plaatsgemaakt voor graslanden met bijzondere vegetatie.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op donderdag 28 augustus 2008 

Het gebied van de Maashorst in Noord Brabant is een omvangrijk natuurgebied ten noorden van Uden. In de jaren 70 was dit gebied in gebruik als bos en intensief landbouwgebied. Inmiddels is het een van de vele natuurontwikkelingsprojecten in Nederland, waarbij gronden aan de landbouw zijn onttrokken ten gunste van natuur en landschap. Maïsakkers hebben hier plaatsgemaakt voor graslanden met bijzondere vegetatie.

Met natuurontwikkeling is veel geld gemoeid. Terreinen moeten worden aangekocht en ingericht, en moeten ook nog worden beheerd. Dit een zaak van lange adem. Het kan wel 10 tot 20 jaar duren voordat een eerste idee om van een landbouwgebied natuur te maken wordt uitgevoerd. In dit lange traject zijn vele instanties en personen betrokken en zijn vele (bestuurlijke) hobbels te overwinnen. Na de inrichting is er vervolgens een lange periode nodig om de natuur daadwerkelijk tot ontwikkeling te laten komen. En dat alles in de hoop dat het natuurontwikkelingsproject uiteindelijk aan zijn doelen beantwoord. Maar, is dat ook zo? Ontwikkelen gebieden zich zoals verwacht?

 
Natuurontwikkelingproject Maashorst. Voormalige maisakkers; nu
graslandvegetatie met soorten als glanshaver, ruw beemdgras,
gestreepte witbol en kruiden als smal- en klein streepzaad, gewone
hoornbloem,schapenzuring en jaconskruiskruid. De ruwe berk slaat
massaal op. Zonder gericht maai- en/of begrazingsbeheer zal
verbossing optreden.
 

Bij een grote besteding van gemeenschaps-geld hoort een adequate evaluatie. Natuur-ontwikkeling wordt echter te weinig systematisch gemonitord om op landelijk niveau tot onderbouwde uitspraken te komen of het effectief is. Als zeldzame soorten (van Rode Lijst of Vogel- en Habitatrichtlijn) zich in het gebied vestigen, is men in de regel enthousiast. Op andere ontwikkelingen wordt vooralsnog weinig gelet. Maar wanneer is natuurontwikkeling succesvol? In opdracht van het ministerie van LNV, Directie kennis en Dienst Landelijk gebied ontwikkelde Alterra samen met Ecopartners, in samenspraak met terreinbeherende organisaties, een methodiek voor monitoring en evaluatie.

Bij de systematische vastlegging van data moet de hele keten van planvorming tot en met het beheer in kaart te worden gebracht. Twee hoofdfasen worden onderscheiden: (1) de planfase, van planinitiatief tot en met de inrichting; (2) de beheerfase, vanaf de inrichting. Tussen fase 1 en 2 vindt vaak overdracht plaats aan de beheerder; de informatieoverdracht laat op dat moment nogal eens te wensen over. Wat zijn doelstellingen, welke inrichtingsmaatregelen worden genomen, wat zijn verwachtingen op het gebied van ecologie en op welke termijn? Het vastleggen van dit soort gegevens in de planfase is noodzakelijk om later te kunnen evalueren. Het niet behalen van doelstellingen kan te maken hebben met het beheer en tot beheeraanpassing leiden. Het kan ook zijn dat de inrichting toch onvoldoende was, of de locatiekeuze niet adequaat. Dit kan leiden tot aanvullende inrichting of zelfs tot het aanpassen van de locatie.

Er is sprake van een grote achterstand in de gegevensverzameling. Voorstel is om vanaf nu voor alle natuurontwikkelingsprojecten de basisgegevens volgens de ontwikkelde methodiek vast te leggen. Voor nieuwe projecten is dat niet zo moeilijk; voor bestaande projecten is dat natuurlijk lastiger! Daarnaast zou een deel van de projecten gedurende een groot aantal jaren gemonitord moeten worden. Opgedane inzichten kunnen zo worden benut voor aanpassing van huidige en opzet van nieuwe projecten.

Meer informatie over dit onderzoek is te vinden op www.kennisonline.wur.nl.

Tekst: Dick Melman, Loek Kuiters, Rik Huiskes, Alterra Wageningen UR 
Foto: Dick Melman, Alterra Wageningen UR