huiler gewone zeehond

Geboorteseizoen gewone zeehond begonnen

Zoogdiervereniging
13-JUN-2009 - Zaterdag 31 mei is de eerste huiler van 2009 bij Ecomare binnengebracht. Deze te vroeg geboren gewone zeehond woog 8,2 kilogram en werd gevonden onderaan de dijk bij Oudeschild op Texel. Omdat hij nog zijn lange witte haren had, die zeehonden normaal gesproken al in de baarmoeder verliezen, weten we dat deze zeehond feitelijk iets te vroeg geboren is. De vondst van de eerste huiler geeft aan dat geboorteseizoen van de gewone zeehond is begonnen.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op zaterdag 13 juni 2009

Zaterdag 31 mei is de eerste huiler van 2009 bij Ecomare binnengebracht. Deze te vroeg geboren gewone zeehond woog 8,2 kilogram en werd gevonden onderaan de dijk bij Oudeschild op Texel. Omdat hij nog zijn lange witte haren had, die zeehonden normaal gesproken al in de baarmoeder verliezen, weten we dat deze zeehond feitelijk iets te vroeg geboren is. De vondst van de eerste huiler geeft aan dat geboorteseizoen van de gewone zeehond is begonnen.

De jonge zeehond lag half onder water tussen de grote stenen onder aan de dijk. Eerst werd gevreesd dat hij niet meer leefde, maar toen hij aangeraakt werd, bleek het een levenslustig dier te zijn. Ook het typische 'huilende' geluid, waarmee jonge zeehonden hun moeder roepen, liet hij horen. Omdat de moeder niet in de buurt was, is de jonge zeehond meegenomen naar Ecomare (centrum voor wadden en Noordzee Texel).

Gewone zeehonden worden van half mei tot eind juli geboren met een grijze korte vacht, en kunnen dan direct zwemmen. Jonge gewone zeehonden krijgen 3 tot 4 weken melk van de moeder; daarna zijn ze volledig zelfstandig. In Nederland komen zogende vrouwtjes met hun jong bij iedere laagwaterperiode op de kant om te zogen. Op land zijn zeehonden extra gevoelig voor (menselijke) verstoring. Er zijn indicaties dat moeders actief rustiger gebieden opzoeken en zandplaten die regelmatig (illegaal) betreden worden door mensen mijden.

Verstoring in de zoogperiode heeft directe gevolgen voor het speengewicht en daarmee de overlevingskans van de jonge zeehond. In ernstige gevallen kan het jong vroegtijdig worden verlaten waardoor het zal sterven. Ook kan het gebeuren dat een jonge zeehond door verstoring onvoldoende op gewicht komt waardoor hij niet sterk genoeg is om zelfstandig te leven. Een huiler hoeft niet altijd het gevolg te zijn van verstoring; ook slechte weersomstandigheden, ziekten of onervarenheid van de moeder kunnen de oorzaak ervan zijn dat een jonge gewone zeehond zijn moeder verliest en als huiler gevonden wordt.

Bron: Ecomare
Tekst: Richard Witte van den Bosch, de Zoogdiervereniging
Foto: Ecomare