bosbesuil klein

Bosbesuil ook in de Betuwe

De Vlinderstichting
3-DEC-2009 - De bosbesuil is een echte wintervlinder, die aanwezig is van september tot in mei. Het is vooral een soort van de zandgronden, maar nu is hij ook in de Betuwe gevonden, gewoon in een tuin.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op donderdag 3 december 2009

De bosbesuil is een echte wintervlinder, die aanwezig is van september tot in mei. Het is vooral een soort van de zandgronden, maar nu is hij ook in de Betuwe gevonden, gewoon in een tuin.

Bosbesuilen zijn normaliter actief van begin september tot half november en na de overwintering van eind januari tot in mei in één generatie. Soms is de vlinder ook actief tijdens milde winterdagen; de laatste weken van de afgelopen zachte novembermaand is hij dan ook nog volop gezien. De vlinders komen op licht en vooral ook op smeer af. In het voorjaar bezoeken ze wilgenkatjes en later in het seizoen de bloemen van klimop en overrijpe bramen. Het is een vrij klein bruin uiltje. Hij is te onderscheiden van veel andere nachtvlinders doordat hij de vleugels sterk over elkaar legt, waardoor je eigenlijk maar één vleugel goed te zien krijgt. De kleur is wel erg variabel en kan variëren van lichtbruin, oranjebruin tot donkerbruin. De vlinder heeft dunne lichte lijntjes over de vleugels en donkere vlekjes.

De bosbesuil staat te boek als een vrij gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt, vooral op de zandgronden. Het is een soort van loofbossen en struwelen, maar ook van tuinen. Hoewel de naam doet vermoeden dat de soort aan bosbes is gebonden, kunnen de rupsen van allerlei bomen en struiken leven. Als ze wat groter zijn eten ze ook van kruidachtige planten zoals zuring. Op 30 november zat er ’s avonds een exemplaar in een tuin in Culemborg in de Betuwe. Hij zat op de klimop die nog steeds gedeeltelijk in bloei stond, maar hij is niet drinkend gezien. De soort was nog niet eerder gemeld uit de Betuwe. Zolang de nachten niet te koud zijn kan de bosbesuil nog steeds worden gevonden. Je hoeft er niet ver voor weg, want hij zit wellicht gewoon ook bij u in de tuin. Als u hem ziet kunt u uw waarneming doorgeven via de website van Telmee.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting