wild zwijn

Zwijnen krijgen een moeilijke winter

Zoogdiervereniging
16-NOV-2010 - Deskundigen van de Zoogdiervereniging voorspellen een zware winter voor de wilde zwijnen door de geringe hoeveelheid eikels en beukennootjes dit jaar. Dit heeft mogelijk ook gevolgen voor de aanwas van biggen volgend jaar.

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op [publicatiedatum]

Deskundigen van de Zoogdiervereniging voorspellen een zware winter voor de wilde zwijnen door de geringe hoeveelheid eikels en beukennootjes dit jaar. Dit heeft mogelijk ook gevolgen voor de aanwas van biggen volgend jaar.

Wroetend wild zwijn (foto: Richard Witte van den Bosch)Dit jaar zijn er in de belangrijkste leefgebieden van het wild zwijn, de Veluwe en de Meinweg, maar weinig eikels en beukennootjes (mast) in het bos te vinden. De verwachting is dat de mast die er is, op korte termijn opgegeten of verzameld zal zijn door zwijnen, eekhoorns, muizen en vogels. Daarna zullen de zwijnen aangewezen zijn op andere voedselbronnen zoals gras en wortels van adelaarsvaren.

Jaarlijks sterft een deel van de zwijnen in de winter. In jaren met weinig mast, zoals nu het geval is, zal een groter deel van de populatie de winter niet doorkomen. Waarschijnlijk heeft het ook gevolgen voor de aanwas in 2011. In goede mastjaren worden al vroeg in het daaropvolgende voorjaar de eerste biggen geboren. Bij weinig voedsel komen de zeugen niet in een goede conditie die nodig is om jongen te werpen en te zogen. In dat geval worden de jongen later in het jaar geworpen en zullen er waarschijnlijk ook minder jongen geboren worden.

Wild zwijn bij plas (foto: Edwin Kats)

Jaren met weinig mast en het gevolg daarvan op de zwijnenpopulatie zijn een natuurlijk fenomeen. Het is niet nodig om de zwijnen bij te voeren. In jaren dat er meer mast aanwezig is kunnen zwijnen snel reageren door meerdere worpen met veel jongen voort te brengen. Daardoor kan een populatie zich snel herstellen.

Tekst: Vilmar Dijkstra en Geert Grootbruinderink, Zoogdiervereniging
Foto's: Edwin Kats, Richard Witte van den Bosch