Sus scrofa 18, Wild zwijn, Saxifraga-

Na acht voedselrijke jaren, nu periode met voedselgebrek voor zwijnen

De Natuurkalender, Vereniging Wildbeheer Veluwe, Wageningen University
4-OKT-2021 - Er valt deze herfst naar schatting maar zo’n 1,6 miljoen kilo eikels en beukennootjes van de bomen op de Veluwe. De laatste minder goede mastjaren met schaarste waren de jaren 2008, 2010 en 2012. Hiermee komt een eind aan een reeks van gemiddelde en bovengemiddelde mastjaren. Door de schaarste aan mast breekt er een barre periode aan voor het sterk opgelopen aantal wilde zwijnen.

Sinds 1990 hangt er jaarlijks gemiddeld zo’n 4,7 kilo eikels en beukennootjes aan de bomen op de Veluwe. De Vereniging Wildbeheer Veluwe maakt elk jaar een schatting van het aantal eikels aan inlandse eiken en Amerikaanse eiken en van het aantal beukennootjes aan beuken. In onderstaande figuur staat de jaarlijkse hoeveelheid mast weergegeven. Dit jaar komt het dus niet hoger dan 1,6 kilo. Het laatste jaar met een vergelijkbaar lage mast was 2012. Heel opvallend is dat er dit jaar, voor het negende jaar op rij, beukennootjes aan de bomen hangen. Voor 2013 wisselden jaren met beukennootjes zich af met jaren zonder beukennootjes.

Naar beneden bijstellen

De werkelijke hoeveelheid beukennootjes die gaat vallen is nog wel onduidelijk. Veluwebreed heeft zestig procent van de beuken niet gebloeid. Van de overige veertig procent zit de helft vol met bolstertjes en de andere helft maar heel beperkt. Dit zou een opbrengst opleveren van zo’n 420 duizend kilo beukennootjes. De laatste weken vallen echter overal loze beukennootjes, daar zit dus geen vruchtvlees in. Of alles loos is zal nog moeten blijken. Voor de goede noten is het misschien nog te vroeg. Maar mogelijk zal het aantal beukennootjes dus nog verder naar beneden bijgesteld moet worden.

Jaarlijks aantal kilo's beukennootjes en eikels op de Veluwe

Late ontwikkeling vruchten

Vanwege het zeer koude voorjaar was de bloei en bladontplooiing voor de meeste bomen later dan normaal. In tegenstelling tot de voorgaande drie zomers viel er overvloedig regen. Hierdoor zal de achterstand in de ontwikkeling van de vruchten wat ingelopen zijn. Toch zullen de meeste vruchten pas in september of oktober gaan vallen. Dit is belangrijk later dan de voorgaande hete en droge zomers, toen de eerste voldragen eikels al in augustus vielen. Door deze late val is er deze zomer een langere periode zonder mast en is er nu dus al een relatief slechte voedselsituatie voor wilde zwijnen.

Bij de eiken lijkt het erop dat de eikels die overdag vallen, ’s nachts allemaal worden opgegeten. Dit betekent dat er zich geen voorraad op kan bouwen. Zodra straks de laatste eikels zijn gevallen, zijn ze ook zowat allemaal op.

Correctie stand wilde zwijnen

De huidige aantallen zwijnen zijn door de aaneenschakeling van acht goede voedseljaren met veel mast vele malen hoger geworden dan de actuele draagkracht van de Veluwe zonder mast. Zodra de eikels en de beukennoten op zijn, start de ‘survival of the fittest’ en deze periode duurt minimaal tot volgend jaar augustus. Een lange periode. En het kan nog slechter worden door bijvoorbeeld een lange periode met strenge vorst zonder sneeuw.

Dit is ook de eerste schaarsteperiode waarbij er wolven op de Veluwe rondlopen. Het is nog onduidelijk hoe dit invloed gaat hebben op de zwijnenpopulatie. Misschien vinden wolven extreem magere zwijnen helemaal niet interessant.

De naar recordaantallen gegroeide wilde zwijnen hebben de laatste jaren steeds meer impact gekregen op bepaalde planten- en diersoorten (onder andere reptielen en mollen). Ze ploegen op grote schaal bosbodems om. Een sterke reductie van het aantal zwijnen is vanuit ecologisch perspectief een goede ontwikkeling en ook gewoon iets dat bij de natuur hoort.

Invloed van wild zwijn op de bosbodem. Alleen oudere hulst en volwassen eiken weten deze dynamiek te overleven

Effect op heideveld. Op dit heideveld met pijpenstrootje zijn over een grote oppervlakte alle pollen kapotgemaakt. Dit is ook biotoop van reptielen

Effecten op andere soorten

Een slecht mastjaar heeft niet alleen effect op de zwijnen, maar op alle soorten die afhankelijk zijn van krachtvoer in de vorm van eikels en beukennoten. Denk aan muizen, houtduiven, gaaien, vinken, eenden, enzovoort. En ook indirect heeft een slecht mastjaar effect: minder muizen betekent voor de jongen van boommarters en de jongen van uilen volgend voorjaar armoede en gebrek.

Edelherten, damherten en reeën zijn als planteneters minder mastafhankelijk, maar eikels en beukennootjes zijn wel een extraatje. Vooral voor de volwassen herten die tijdens de bronst flink zijn ingeteerd op hun reserves. Ook voor deze categorie zal het moeilijker zijn goed te herstellen. Zijn er ook fysieke mankementen opgelopen, dan bestaat nu de kans dat ze door een wolf worden uitgeselecteerd. Maar zoals hiervoor al aangegeven, dit hoort ook bij de natuur. Goede tijden en slechte tijden.

Tekst: Gerrit-Jan Spek, Vereniging Wildbeheer Veluwe en Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga; Gerrit-Jan Spek