meerdere rivierprikken paaiend

Beekprik deelt nestkuil met parasitaire neefjes (rivierprikken)

Stichting RAVON
18-MEI-2011 - Dit voorjaar werd bij een onderzoek van Stichting RAVON naar rivierprikken in een zijbeek van de Maas een bijzondere waarneming gedaan. Een beekprik was aanwezig in een nestkuil van de rivierprikken en leek pogingen te doen mee te paaien. De waarneming is vastgelegd op film.

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op woensdag 18 mei 2011

Dit voorjaar werd bij een onderzoek van Stichting RAVON naar rivierprikken in een zijbeek van de Maas een bijzondere waarneming gedaan. Een beekprik was aanwezig in een nestkuil van de rivierprikken en leek pogingen te doen mee te paaien. De waarneming is vastgelegd op film.

Op het onderstaande filmpje is de beekprik te zien (onder in beeld, aanzienlijk kleiner dan de rivierprikken!) die verwoede pogingen doet zich staande te houden in de nestkuil tussen de veel grotere rivierprikken. Na ongeveer 19 seconden is ook een paring te zien tussen twee rivierprikken.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.
Video van een beekprik in een nestkuil bij paaiende rivierprikken. Gefilmd op een paailocatie in Nederland. Zover bekend de eerste vastgelegde Nederlandse waarneming van het gezamenlijk gebruik van nestkuilen door beide nauwverwante soorten (video: Jelger Herder)

De rivierprik (Lampetra fluviatilis) en de beekprik (Lampetra planeri) zijn twee zeldzame, nauw verwante soorten. De larven van beide soorten zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden en groeien op in de slibbanken van beken en riviertjes. De larven metamorfoseren na enkele jaren (vier tot zeven) tot volwassen dieren bij een lengte van ongeveer vijftien centimeter. Bij de beekprik voeden de volwassen dieren zich niet meer. Ze planten zich in het voorjaar voort waarna ze sterven. Bij de rivierprik trekken de gemetamorfoseerde dieren richting de riviermondingen en kustzones waar ze zich als parasiet met hun mondschijf vasthechten op andere vissen en zich voeden met hun bloed en lichaamssappen. Na enkele jaren keren ze als volgroeide dieren van ongeveer veertig à vijftig centimeter terug naar de bovenlopen van rivieren en beken om zich voort te planten.

Doordat de soorten zo sterk op elkaar lijken wordt weleens gesuggereerd dat het twee verschillende levensvormen (een trekkende en een niet trekkende) van dezelfde soort zijn. Hiervoor is echter nooit bewijs gevonden. Aannemelijk is dat beide soorten uit dezelfde soort geëvolueerd zijn. Kruisingen tussen beide soorten in de natuur zijn niet bekend. Wel zijn dergelijke kruisingen in de jaren zeventig verkregen uit kunstmatige kruisingen in een laboratorium. Lange tijd werd aangenomen dat de beekprikken en rivierprikken andere locaties gebruikten om te paaien en dat kruisingen in het veld waren uitgesloten. Vorig jaar publiceerden Franse onderzoekers waarnemingen van beekprikken die nestkuilen deelden met rivierprikken. Door het grootteverschil tussen beide soorten lijkt een geslaagde paring echter uitgesloten. Wel zouden beide soorten mogelijk kunnen kruisen door hun hom of eitjes in dezelfde nestkuil te deponeren waarna bevruchting door de andere soort plaatsvindt.

Tekst, filmpje en foto (thumbnail): Jelger Herder, RAVON