Dinocampus coccinellae

Lieveheersbeestjes als bodyguard

29-DEC-2011 - Door jaren van gezamenlijke evolutie ontwikkelden zich in de natuur diverse ingewikkelde relaties tussen parasieten en hun gastheer. Meestal  verzwakt en doodt de parasiet zijn gastheer hierbij om zich volledig te kunnen ontwikkelen. De sluipwesp Dinocampus coccinellae hanteert echter een andere strategie. Zij gebruikt haar gastheer als bodyguard...

Bericht uitgegeven door Ecologische werkgroep Meanderland [land] op [publicatiedatum]

Door jaren van gezamenlijke evolutie ontwikkelden zich in de natuur diverse ingewikkelde relaties tussen parasieten en hun gastheer. Meestal  verzwakt en doodt de parasiet zijn gastheer hierbij om zich volledig te kunnen ontwikkelen. De sluipwesp Dinocampus coccinellae hanteert echter een andere strategie. Zij gebruikt haar gastheer als bodyguard...

De sluipwesp Dinocampus coccinellae komt van nature op het hele Euraziatische continent voor. Ze heeft een diepzwart lichaam, terwijl de voorpoten en de kop bruin zijn. De felgroene ogen maken dit vliegend juweeltje compleet. De soort is parthenogenetisch, wat betekent dat vrouwtjes zich ongeslachtelijk voortplanten. Mannetjes zijn dus een echte zeldzaamheid en worden nauwelijks waargenomen. Wanneer een nieuwe sluipwesp na een periode van zeven tot negen dagen uitsluipt is zij meteen in staat om eitjes te leggen. Dinocampus kent twee generaties per jaar.

Pop van Dinocampus coccinellae onder een verlamd Zevenstippelig lieveheersbeestje (foto: Paul Wouters en Marianne Horemans)

 

Dinocampus coccinellae parasiteert allerhande soorten lieveheersbeestjes. Vooral vrouwtjes van het Zevenstippelig, Elfstippelig en Harlekijnlieveheersbeestje moeten eraan geloven. Voorlopig blijven algemene soorten als het Tweestippelig en Tienstippelig lieveheersbeestje gespaard. De sluipwesp injecteert een eitje in de weke buikzone van haar gastheer. Daarna ontwikkelt de larve zich binnenin het lieveheersbeestje en eet er de eieren, de geslachtsdelen en andere voedingsstoffen in de lichaamsvloeistof op. De vitale organen blijven echter intact en het lieveheersbeestje wordt niet gedood. 

Na een aantal vervellingen zal de volgroeide larve uit het lieveheersbeestje kruipen en een cocon spinnen tussen haar poten. Het lieveheersbeestje wordt verlamd en gaat fungeren als bodyguard: het zal de cocon beschermen. De sluipwesp heeft hier alle belang bij dat het lieveheersbeestje nog leeft. Met zijn felle kleuren, bewegende pootjes en  reflexbloeden (waarbij een stinkende vloeistof van tussen de halsschilden tevoorschijn komt) houdt deze bodyguard immers elke mogelijke vijand op een afstand, wat de overlevingskansen van de sluipwesp gevoelig verhoogt. Zo'n 25% van de geïnfecteerde lieveheersbeestjes overleeft het bezoek van de parasiet, de rest bezwijkt door uithongering of door infecties met schimmels. 

Aangezien deze sluipwesp graag grote lieveheersbeestjes aanvalt, hoopten onderzoekers dat ze ook het exotische Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje zou gaan parasiteren. Niets is echter minder waar. Net als in thuisland Japan verkiest de sluipwesp het Zevenstippelig lieveheersbeestje boven de Aziatische kever. Blijkbaar heeft deze laatste een effectief afweersysteem ontwikkeld tegen parasitisme door deze sluipwesp.

Sluipwespen zijn echte sluipmoordenaars. De wreedheid van deze parasiet-gastheerrelaties deed Charles Darwin twijfelen over het bestaan van een oneindig goede en volmaakte Schepper. Darwin verloor zijn geloof in het christendom dus niet op grond van zijn wetenschappelijke ontdekkingen, maar wel vanwege de gruwelijke schoonheid van de natuur...

 Tekst: Paul Wouters & Marianne Horemans (Ecologische werkgroep Meanderland) en Jens D’Haeseleer (Natuurpunt Studie). Met dank aan Helen Roy en Richard Comont (NERC Centre for Ecology & Hydrology) voor de bereidwillige medewerking.
Foto's: Paul Wouters & Marianne Horemans