Beekprik

Hongerstaakjes in de modder

8-JUN-2012 - Beekprikken zijn mysterieuze dieren. Met hun zilvergrijze schubben en hun langgerekte potloodvorm hebben ze eerder iets weg van een waterslangetje dan van een vis. Volwassen exemplaren van deze bedreigde vissoort hebben een wel erg vreemde eigenschap. Ze moeten kiezen tussen eten of voortplanten. Het lijkt geen evidente keuze maar toch maakt elke beekprik ze ooit wel eens.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Beekprikken zijn mysterieuze dieren. Met hun zilvergrijze schubben en hun langgerekte potloodvorm hebben ze eerder iets weg van een waterslangetje dan van een vis. Volwassen exemplaren van deze bedreigde vissoort hebben een wel erg vreemde eigenschap. Ze moeten kiezen tussen eten of voortplanten. Het lijkt geen evidente keuze maar toch maakt elke beekprik ze ooit wel eens.

Prikken zijn kaakloze primitieve vissen. Naast de zelden geziene Zee- en Rivierprik die op zee leven en in rivieren paaien, hebben we in Vlaanderen nog een derde soort: de Beekprik (Lampetra planeri). Deze mysterieuze vissoort vind je voornamelijk in de Antwerpse en Limburgse Kempen en in de Vlaamse Ardennen, waar ze nog op een handvol plekken voorkomt.

De Beekprik is een soort met een zeer speciale ecologie: net zoals libellen, meikevers en de meeste vlinders zijn de volwassen Beekprikken, in tegenstelling tot hun larven, geen lang leven beschoren. De blinde larven (ammocoete larven genaamd) leven 3 tot 6 jaar in de bodem van stromende zoetwaterlopen. Daarna ontwikkelen ze zich verder tot adulten met ogen, vinnen en... geslachtsorganen.

Biotoop beekprik (foto: Karl Van Ginderdeuren)

In tegenstelling tot Zee- en Rivierprikken, die parasitair leven op andere vissen, eten volgroeide Beekprikken nooit. Hun darmkanaal vormt zich immers om tot voortplantingsstelsel op het moment dat ze volwassen worden en kan dus niet meer gebruikt worden voor voedselopname. De voor prikken typische zuigmond met grote tanden dient dan enkel nog om zich vast te hechten op stenen in de snelstromende waterlopen.

In de maanden mei en juni, bij watertemperaturen boven de 9°C, trekken volwassen beekprikken stroomopwaarts om te paaien. In de beekjes wordt door de mannelijke prikken een kommetje aangelegd door gericht stenen te verplaatsen. Het grind wordt in deze 'paaisleuven' schoongemaakt, pas daarna zullen de vrouwtjes hun eitjes er in afzetten. De mannetjes gaan daar boven hangen en bevruchten de kuit. Kort na de bevruchting sterven de mannetjes.

Beekprik (foto: Karl Van Ginderdeuren)

Het gebruik van stuwen, die barrières vormen, zorgde samen met het rechttrekken van waterlopen, het verlies van grindbedden en de toenemende vervuiling in de 20e eeuw voor een sterke achteruitgang van de Beekprik. Dat leidde ertoe dat de soort op de Vlaamse Rode Lijst van de vissen als kwetsbaar werd opgenomen. Net als de Zeeprik en Rivierprik geniet de Beekprik daarenboven van een wettelijke bescherming door zijn vermelding in het Soortenbesluit

Een ecologisch verantwoord beheer van de beken is van groot belang voor de terugkeer van de beekprik, een topindicator voor goed waterbeleid. Riolen en overstorten moeten afgekoppeld worden en het oplossen van vismigratieknelpunten moet hoog op de agenda gezet worden willen we deze unieke vissoort blijven behouden.

Tekst en foto's: Karl Van Ginderdeuren