schellingerzegge. kleine knotszegge

Schellingerzegge weer massaal aanwezig op Terschelling

22-MEI-2012 - In Nederland komen veel zeggesoorten voor. Sommige algemeen, andere zijn een stuk zeldzamer. De kleine knotszegge behoort tot die laatste groep en komt vooral in Midden- en Oost-Europa voor. In Nederland is hij helemaal zeldzaam en groeit hij alleen op Terschelling. Vandaar dat deze zegge vroeger Schellingerzegge werd genoemd.

Bericht uitgegeven door Staatsbosbeheer op [publicatiedatum]

In Nederland komen veel zeggesoorten voor. Sommige algemeen, andere zijn een stuk zeldzamer. De kleine knotszegge behoort tot die laatste groep en komt vooral in Midden- en Oost-Europa voor. In Nederland is hij helemaal zeldzaam en groeit hij alleen op Terschelling. Vandaar dat deze zegge vroeger Schellingerzegge werd genoemd.

Schellingerzegge of kleine knotszegge (foto: Staatsbosbeheer)De groeiplaats van de kleine knotszegge (Carex hartmanii) is in de loop der jaren flink veranderd. Waar het eerst een kalkrijkere duinvallei was is deze nu verzuurd. Duinriet, kruipwilg en wilgenopslag groeiden tot voor kort hoog op. De Schellingerzegge wist zich echter in deze ruigte te handhaven. Hier en daar konden nog wat stengels met vruchten gevonden worden.

In 2010 werd een deel van de groeiplaats door Staatsbosbeheer gemaaid. Afgelopen maand is het gemaaide deel opnieuw onderzocht en werden duizenden en misschien wel tienduizenden bloeiende en vruchtzettende stengels aangetroffen. Die stengels bevinden zich in goed gezelschap. Naast de Schellingerzegge zijn ook andere leuke soorten weer aanwezig, zoals welriekende nachtorchis, moeraswespenorchis, noordse rus, addertong en rond wintergroen. Door onregelmatig te blijven maaien kan de kleine knotszegge nog jarenlang standhouden op Terschelling en zich hopelijk verder verspreiden, misschien zelfs buiten Terschelling. Tot die tijd blijft het de Schellingerzegge.

Tekst en foto: Staatsbosbeheer