Eikenprocessierups zorgt pas vanaf 7 juni voor overlast
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door het Kenniscentrum Eikenprocessierups [land] op [publicatiedatum]
De eerste eikenprocessierupsen zullen door het koude weer naar verwachting pas rond 25 april uit het ei kruipen, drie weken later dan vorig jaar. Daarmee valt het uitkomen gelijk met de verwachte start van de bladontplooiing van de eiken. De eerste overlast wordt vanaf 7 juni verwacht. Dan vervellen ze naar het vierde larvale stadium en krijgen ze de beruchte brandharen.
De temperatuur in maart en april bepaalt in belangrijke mate het moment waarop eikenprocessierupsen uit het ei komen. Maart was dit jaar bijna zes graden kouder dan de zeer warme maart in 2012. Vorig jaar kwamen de eerste eikenprocessierupsen al 5 april uit het ei. De modellen van het Kenniscentrum Eikenprocessierups geven aan dat de eerste eieren dit jaar rond 25 april zullen uitkomen. Hiermee is de achterstand die de rupsen hebben vergelijkbaar met de overige ontwikkeling in de natuur. De uitkomst loopt hiermee mooi synchroon met het uitlopen van de eiken. De natuurverwachting op Natuurkalender.nl geeft aan dat op 28 april vijf procent van de zomereiken beginnen met het ontplooien van hun bladeren. Het malse blad komt daarmee op het juiste moment beschikbaar voor de jonge rupsen.
Geen last van kou in afgelopen maanden
Het geeft niet als de rupsen iets eerder uit het ei komen dan dat er bladeren aan de bomen zitten. In het Proefstation Eikenprocessierups hebben we een maand geleden (10 maart) al opgekweekte eikenprocessierupsen (zie onderstaande film) losgelaten en die hebben veel te verduren gekregen: temperaturen ver onder nul graden, droogte en aanhoudende ijzige wind uit het oosten. De rupsen zijn echter nog steeds in leven (zie foto). Dit bevestigt dat de rupsen tegen een stootje kunnen. De eitjes zijn overigens goed de winter doorgekomen en hebben geen last gehad van de koude omstandigheden.
Overlast vanaf 7 juni
Eikenprocessierupsen hebben al haren zodra ze uit het ei komen. Dit zijn niet de beruchte brandharen. De brandharen verschijnen pas na een paar vervellingen, als ze in het vierde larvale stadium zitten. We verwachten nu dat ze pas rond 7 juni in dit stadium komen en voor overlast gaan zorgen. Dat is ook het moment waarop ze de karakteristieke nesten in de bomen gaan maken (overigens niet te verwarren met de uitgebreide spinsels van de geheel ongevaarlijke spinselmot). Vanaf dat moment zullen de rupsen ook opgemerkt worden door het publiek.
Houd rekening met vogels
Met het verschijnen van de rupsen zullen gemeenten en overige terreineigenaren in actie komen om overlast te beperken en beginnen met de bestrijding. We roepen echter op om, voordat ze besluiten om de rupsen te gaan bestrijden, eerst een goede risico-inschatting te maken zodat overbodige bespuitingen tot een minimum beperkt worden. Bij het maken van de risico-inschatting moet zeker ook het doorwerkende effect op de natuur meegenomen worden. Het gaat hierbij over het voorkomen van zeldzame vlinders maar ook over de voedselbeschikbaarheid voor vogels. Rupsen zijn een belangrijke bron van voedsel voor vogels en zeker bij grootschalige bespuitingen kan een gebrek aan voedsel ontstaan. De gebruikte bestrijdingsmiddelen (ook de biologische) doden niet alleen de eikenprocessierupsen maar alle rupsen die met het middel in aanraking komen. Bespuitingen met nematoden beperken het ongewenste effect op andere rupsensoorten mits er vroeg in het seizoen wordt gespoten, als de eitjes van de eikenprocessierups net uitgekomen zijn.
Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University; Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies; Henry Kuppen, Kuppen Boomverzorging BV; Jan Buijs en Ronald Jelsma, GGD Amsterdam; Henk Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, Medische Milieukunde.
Foto en film: Silvia Hellingman