Grijze zeehond

Grijze zeehond verslindt Bruinvis

19-NOV-2012 - Recent presenteerde Jan Haelters, marien bioloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), tijdens een symposium te Amsterdam het resultaat van het onderzoek op twee Bruinvissen die in september 2011 aanspoelden in Knokke-Heist en Oostende. Via een uitgebreid forensisch onderzoek kon worden aangetoond dat de dieren hoogstwaarschijnlijk gedood en gedeeltelijk opgegeten waren door Grijze zeehonden.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Recent presenteerde Jan Haelters, marien bioloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), tijdens een symposium te Amsterdam het resultaat van het onderzoek op twee Bruinvissen die in september 2011 aanspoelden in Knokke-Heist en Oostende. Via een uitgebreid forensisch onderzoek kon worden aangetoond dat de dieren hoogstwaarschijnlijk gedood en gedeeltelijk opgegeten waren door Grijze zeehonden.

De auteurs kwamen tot deze verrassende conclusie door een gedetailleerd onderzoek van de verwondingen die bij beide Bruinvissen (Phocoena phocoena) werden aangetroffen. Die leken in niks op de verwondingen die de voorbije tien jaar werden vastgesteld op meer dan 600 Bruinvissen die dood aanspoelden aan de Belgische kust. Niet zelden vertoonden deze kadavers duidelijke littekens van visnetten rond de snuit en kon ‘dood door verdrinking in visnet’ als doodsoorzaak worden weerhouden. Dat was dit keer geenszins het geval. Beide dieren misten grote lappen huid en stukken uit de speklaag. Bovendien waren ze zeer vers, een indicatie dat ze kort voor hun stranding de dood vonden. Tijdens de lijkschouwing werd ook duidelijk dat de twee aanspoelden met een volle maag. Ook ‘dood door verhongering’ kon dus als doodsoorzaak worden uitgesloten.

De twee onderzochte Bruinvissen vertoonden geen sporen van nette rond de snuit. Dergelijke sporen (zoals bij het dier op de foto) worden vaak aangetroffen bij dieren die verstrikt raakten in (strand)netten en erin verdrinken, na een gruwelijke doodstrijd (foto: Jan Haelters (BMM))

Het onderzoek leek even op een dood spoor te zitten. Sinds ca. 2006 spoelden gelijkaardige kadavers aan op stranden in de buurlanden. Ook daar kwam men er niet uit. Werden deze verwondingen veroorzaakt door scheepsschroeven, door baggerschepen, door vissers die deze ongewenste bijvangst aan flarden sneden, door predatie van haaien of Orka’s? Voor geen van deze theorieën konden harde bewijzen worden aangeleverd. Wetenschappers, natuurbeschermers, vissers en betrokken ambtenaren breken zich al enkele jaren het hoofd over dit fenomeen.

Eén van de onderzochte Bruivissen met afgerukte huid (foto: Jan Haelters (BMM))

Jan Haelters en zijn collega's van het KBIN en de universiteit van Luik losten het raadsel nu op. Ze merkten op dat de twee onderzochte kadavers tandafdrukken vertoonden. Een vergelijking met de tandstructuur van bijna 140 zeehondenschedels beschikbaar in musea in België en de omringende landen toonde aan dat die opmerkelijke gelijkenissen vertoonden met de tandstructuur van de Grijze zeehond (Halichoerus grypus). De Grijze zeehond kan meer dan 300 kg wegen en is een opportunist die zich vooral voedt met vis, inktvis en af en toe met schaaldieren. Het is echter voor het eerst dat kan worden aangetoond dat de soort zich ook zou voeden met andere zeezoogdieren.

Grijze zeehonden voeden zich normaal met vis, inktvis en af en toe met schaaldieren. Dat ook Bruinvis op het menu staat was tot voor kort niet bekend. (foto: Jan Haelters (BMM)

Blijft de vraag waarom Grijze zeehonden zich vermoedelijk pas sinds kort aan Bruinvissen zouden vergrijpen? De eerste van dergelijke door zeehonden bewerkte Bruinvissen spoelde immers pas aan in 2006. Mogelijk hebben Grijze zeehonden hun dieet aangepast uit noodzaak. Het aantal Grijze zeehonden in de kolonies rond het zuidelijk deel van de Noordzee is de voorbije tien jaar aanzienlijk toegenomen. Zo werden er in de Nederlandse Delta in 2003 maximaal 45 exemplaren waargenomen. Bij een uitgebreide survey in 2011 lag dat maximum al op 677 stuks. Een enorme aangroei die ook tot een toegenomen voedselconcurrentie kan hebben geleid en die een aantal Grijze zeehonden ertoe kan hebben aangezet om alternatieve, nieuwe voedselbronnen aan te boren.

Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie) (naar een publicatie die deze maand verschijnt in Aquatic Mammals)
Foto’s: Jan Haelters (KBIN)