Kleine zwanen in de Noordwaard

Watervogels houden van hoogwater

Sovon Vogelonderzoek Nederland
4-JAN-2013 - De afgelopen weken was de waterstand in de grote rivieren van ons land erg hoog. Langs de Waal, Rijn en IJssel stonden de uiterwaarden onder water. Voor veel watervogels ontstonden nieuwe voedselplekken, waar ze dan ook volop van profiteerden. Kolganzen, kleine zwanen en kokmeeuwen vinden de hoge waterstand wel prima. Evenals roofvogels als de buizerd en torenvalk.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]

De afgelopen weken was de waterstand in de grote rivieren van ons land erg hoog. Langs de Waal, Rijn en IJssel stonden de uiterwaarden onder water. Voor veel watervogels ontstonden nieuwe voedselplekken, waar ze dan ook volop van profiteerden. Kolganzen, kleine zwanen en kokmeeuwen vinden de hoge waterstand wel prima. Evenals roofvogels als de buizerd en torenvalk.

Vanwege de flinke regenval in het westen en midden van Europa steeg het water in de grote rivieren snel. Zo voerde de Rijn op 28 december de uitzonderlijke hoeveelheid van 6459 kubieke liter water per seconde af. De uitwaarden stonden toen op veel plekken al flink onder water. Met name zwanen, ganzen en roofvogels reageerden op deze verandering. Zo werden buizerds en torenvalken geholpen door het wassende water; ze kregen de vluchtende zoogdieren gemakkelijk in de gaten. Op veel plekken aan de rand van het water of op nog niet overspoelde eilandjes waren jagende buizerds te zien die de gevluchte muizen en mollen alsnog te grazen namen.

Kleine zwanen in de Noordwaard in de Biesbosch (foto: Thomas van der Es)

Voordelen
Ook ganzen profiteerden volop, maar in eerste instantie vooral op plekken waar het water stagneert doordat beken niet kunnen afwateren op de rivieren. In zulke situaties zijn bijvoorbeeld voor lokale begrippen grote aantallen kolganzen te zien die zich te goed doen aan de onder water staande planten. Doordat energierijke plantenwortels gemakkelijker los te wroeten zijn, was het wassende water voor hen een welkome verandering. Wanneer ook het water in de nu nog blank staande uiterwaarden gaat dalen, verplaatst het tafereel zich naar nieuwe plekken. 

Hetzelfde als de kolganzen deden kleine zwanen bijvoorbeeld in de Noordwaard in de Biesbosch. Bij honderden kozen ze ervoor om te foerageren in een nieuw stuk plasdras langs de oever van het open water. Een bijkomend voordeel voor deze ganzen en zwanen is dat ze zich niet hoeven te verplaatsen om te gaan badderen en drinken. Voedsel en water op één plek wordt duidelijk geprefereerd. Bovendien heerst er in de overstroomde gebieden veel rust, zodat er geen energieverspillende paniekvluchten hoeven te worden uitgevoerd. 

Na het hoogwater
Als de zwanen en ganzen geprofiteerd hebben, is het tijd voor de meeuwen om hun slag te slaan. Een tafereel dat we kennen van andere overstromingen. Toen medio januari 2010 het water daalde na een fikse inundatie, werden er bijvoorbeeld rond de 20.000 kokmeeuwen geteld in de Gelderse Poort bij Nijmegen en 35.000 op verschillende trajecten langs de Maas. Ze profiteerden van het vrijkomende voedsel. In droogvallende uiterwaarden en andere drassige polders zijn bijvoorbeeld wormen gemakkelijk los te peuren. Ook sommige steltlopers, zoals kieviten, weten zulke situaties uit te buiten, mits het zacht weer blijft. In de komende weken wordt het dus interessant om de droogvallende gebieden in de gaten te houden. Onvoorspelbare invloeden zoals stijgend water zorgen vaak voor verrassende veranderingen bij vogels.

Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Thomas van der Es