Rivierfonteinkruid

Verspreidingstrends van waterplanten: landelijke achteruitgang, maar kansen voor herstel

FLORON
21-NOV-2025 - Vanuit ons veldwerk zien we de laatste jaren verschillende ontwikkelingen in de waterplanten van Nederland. Op sommige plekken gaat de waterplantenvegetatie vooruit, op andere blijft deze stabiel en op weer andere zien we dat de waterplanten achteruitgaan of zelfs verdwijnen. Onderzoek toont ook aan dat herstelmaatregelen ervoor kunnen zorgen dat waterplanten terugkomen in een gebied.

Observaties tijdens ons veldwerk, onder andere voor het boek Waterplanten en waterkwaliteit en verschillende FLORON-projecten, waren aanleiding om eens dieper in het wel en wee van verschillende soorten waterplanten te duiken. In het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) rekent het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder andere met de data van FLORON-vrijwilligers om de ontwikkelingen in verspreiding van inheemse vaatplanten in kaart te brengen.

Verschillende veldobservaties

Aan de ene kant zijn er duidelijke succesverhalen, waar de uitvoer van systeemgerichte herstelmaatregelen in uitbundige terugkeer van waterplanten heeft geresulteerd, zoals in vennen. Daarnaast heeft de verbetering van waterkwaliteit geleid tot de vestiging van soorten als Rivierfonteinkruid in de grote rivieren, en de terugkeer van uitgestrekte velden van kranswieren en fonteinkruiden in het IJsselmeergebied.

Aan de andere kant viel het ons op dat juist algemene soorten waterplanten steeds minder vaak werden aangetroffen. Zo zagen we in sloten en kanalen op verschillende locaties nauwelijks meer echte onderwaterplanten. Om genoeg groeiplaatsen van Gekroesd fonteinkruid te bemonsteren voor het boek Waterplanten en waterkwaliteit moesten we zelfs specifiek naar locaties met deze soort op zoek. Dat terwijl de soort tijdens het veldwerk voor de eerste versie van het boek in 1988 zo algemeen was dat deze toen mede bemonsterd kon worden op locaties die voor andere soorten uitgezocht waren.

Oeverkruid

Onderzoek naar verspreidingstrends

Om de landelijke ontwikkeling van de waterplanten nader te onderzoeken, hebben FLORON, Van Geest Ecologie en het CBS de landelijke verspreidingstrends (geen aantalstrends) van waterplantsoorten onderzocht. Centraal hierbij stond de vraag: wat zijn de veranderingen in verspreiding van deze soorten over de afgelopen twee decennia? Wie zijn de winnaars, en wie de verliezers?

Voor de beantwoording van deze vraag hebben we alle ondergedoken en drijvende vaatplantsoorten geselecteerd. Voor alle soorten met voldoende data – volledige geïnventariseerde kilometerhokken met ten minste één waterplant in de data – heeft het CBS de verspreidingstrends berekend. Hierbij is gebruikgemaakt van de zogeheten lijstlengte-methode, die succesvol wordt toegepast om de trends van vaatplanten, bospaddenstoelen, of lange tijdreeksen van dagvlinders en libellen te berekenen. We hebben de periode 1999 tot en met 2002 vergeleken met 2019 tot en met 2022.

Winnaars

Zoals verwacht lieten veel soorten van voedselarme milieus, zoals vennen, een duidelijke toename zien over de afgelopen 20 jaar. Voorbeelden van deze soorten zijn Oeverkruid, Pilvaren, Vlottende bies, Moerashertshooi en Gesteeld glaskroos met 46 tot 60 procent toename. Het lokale herstel van deze soorten is veelal het gevolg van effectieve natuurherstelmaatregelen. Denk aan de afgenomen depositie van verzurende stoffen zoals zwavel, in combinatie met het opschonen van venbodems, waardoor het ecosysteem weer aan de randvoorwaarde voor de groei van deze soorten voldoet.

Verliezers

Schedefonteinkruid

In tegenstelling tot de stijgende trend van veel soorten van voedselarme milieus, zien we juist een (sterk) dalende trend bij het merendeel van de andere soorten waterplanten. In matig voedselrijke wateren laat bijvoorbeeld een soort als Paarbladig fonteinkruid – die rond de eeuwwisseling al vrij zeldzaam was – over de afgelopen twee decennia een schrikbarende afname zien van meer dan 80 procent. Over deze tijdperiode zien we ook sterke afnames bij soorten van voedselrijk water: de verspreiding van Stijve waterranonkel, Puntig fonteinkruid en Brede waterpest is de afgelopen 20 jaar met meer dan 50 procent afgenomen. Ook zeer algemene soorten die goed tegen (zeer) voedselrijk water kunnen, blijken te zijn afgenomen in verspreiding: Tenger fonteinkruid (-64 procent), Gekroesd fonteinkruid (-51 procent) en zelfs Schedefonteinkruid (-45 procent).

De afname van algemene soorten waterplanten is niet alleen zorgelijk voor de flora en de florist. Waterplanten vervullen belangrijke functies in onze, vaak ondiepe wateren. Ze vormen een prachtig onderwaterwoud in een anders kale woestijn. Daarmee bieden ze leefgebied en voedsel voor veel soorten dieren, stabiliseren ze de oever en helpen ze het water helder te maken.

Vreemde eenden

Dit geldt echter niet voor alle soorten. De meest opvallende vreemde eend is de dalende landelijke verspreidingstrend van Drijvende waterweegbree over de afgelopen twee decennia. Deze soort van voedselarmer water is wettelijk beschermd onder de Europese Habitatrichtlijn en er worden dus veel maatregelen voor genomen. Op enkele plekken waar effectieve herstelmaatregelen voor deze soort worden uitgevoerd, zien we wel herstel of stabiele populaties. Droogte in de beken en verruiging van de vegetatie vormen voor deze soort echter een (wellicht zelfs toenemend) risico – zeker in het licht van de klimaatverandering.

Een andere vreemde eend is Rivierfonteinkruid. Deze soort van voedselrijke standplaatsen is duidelijk toegenomen de afgelopen decennia. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de betere waterkwaliteit in rivieren en aangesloten water, in combinatie met een warmer klimaat.

Oorzaken en perspectief

De resultaten waren opzienbarend, en ontluisterend tegelijkertijd… Wij schrokken hiervan!

Als we naar de trendgrafieken kijken, zien we dat de afname van de algemene soorten niet allemaal tegelijk is ingezet. Als we vervolgens op de verspreidingskaarten kijken, zien we ook dat de ‘lege hokken’ niet voor alle soorten op dezelfde plekken liggen. We verwachten dus dat er voor verschillende soorten deels andere combinaties van oorzaken zijn voor de afname. Zaken als waterkwaliteit en -kwantiteit, bodemkwaliteit, beheer (pdf: 830 kB), uitheemse rivierkreeften (pdf: 299 kB), droogval, et cetera zullen belangrijke rollen spelen.

Toch zijn we hoopvol door de toenemende trend van de soorten waarvoor natuurherstel is uitgevoerd. Dit laat zien dat als we onderzoeken waar het probleem zit, en we deze oorzaak vervolgens aanpakken, de natuur kan herstellen en de waterplanten terug kunnen komen. Laten we de rijke waterplantenhistorie die Nederland heeft niet verloren laten gaan en ook voor algemene soorten waterplanten van onder andere sloten en kanalen werken aan duurzaam herstel!

Heb je zelf een voorbeeld van positieve of negatieve ontwikkeling van watervegetatie bij jou in de buurt? Deel dit verhaal via de socials en tag ons daarin. Zo kunnen wij ook over jullie ervaringen lezen.

Meer informatie

Tekst: Michiel Verhofstad, FLORON; Gerben van Geest, Van Geest Ecologie; Jelle van Zweden, Centraal Bureau voor de Statistiek
Beeld: Michiel Verhofstad (leadfoto: Rivierfonteinkruid)