Stierkikker wijfje

Verovert de Stierkikker nu ook de Demervallei?

30-NOV-2012 - De Stierkikker, ook wel ‘brulkikker’ genaamd, werd in 1932 geïntroduceerd in Europa. In Vlaanderen werd hij voor het eerst waargenomen in 1996. Meer dan waarschijnlijk was deze grote Noord-Amerikaanse kikker al eerder op sommige locaties ingeburgerd maar waren zijn schuwheid en het feit dat deze exoot nog vrij onbekend de oorzaak dat hij over het hoofd werd gezien. Intussen breidde hij zijn verspreidingsgebied uit en tegenwoordig ligt het accent van zijn huidige verspreiding in de provincie Antwerpen.

Bericht uitgegeven door Hyla, de amfibieën- en reptielenwerkgroep van Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

De Stierkikker, ook wel ‘brulkikker’ genaamd, werd in 1932 geïntroduceerd in Europa. In Vlaanderen werd hij voor het eerst waargenomen in 1996. Meer dan waarschijnlijk was deze grote Noord-Amerikaanse kikker al eerder op sommige locaties ingeburgerd maar waren zijn schuwheid en het feit dat deze exoot nog vrij onbekend de oorzaak dat hij over het hoofd werd gezien. Intussen breidde hij zijn verspreidingsgebied uit en tegenwoordig ligt het accent van zijn huidige verspreiding in de provincie Antwerpen.

De Stierkikker (Lithobates catesbeianus) is een Noord-Amerikaanse kikker waarvan het oorspronkelijke verspreidingsgebied zich uitstrekt van Canada in het noorden tot centraal Florida en de Golf van Mexico in het zuiden. Hij is sterk aan het water gebonden en verkiest vooral grote, stilstaande, vegetatierijke, warme en ondiepe waters. Het is een grote, plompe kikker, die door zijn formaat niet te verwarren is met onze inheemse groene kikkers. Deze reus onder de kikkers kan wel een lengte van iets meer dan 20 cm lengte bereiken en wel 500 g wegen.

De Stierkikker kan tot 20 cm groot worden (Foto: Hugo Willocx)
Populaties van Stierkikker die zich voortplanten, komen in Vlaanderen voor in de valleien van de Mark, de Dommel, de Wamp en de vallei van de Grote Nete en zijn bijrivier de Laak. De grootste populatie leeft in de Netevallei tussen Balen (deelgemeente Hulsen) in het oosten en Hulshout in het westen. Ze bezetten er sterk door mensen beïnvloede waterpartijen zoals private visvijvers (hoofdzakelijk bevolkt met karper). Via de Grote Nete en de Laak hebben ze een aantal visvijvers weten te koloniseren in Veerle-Laakdal (Varendonk-Waterein en de Roost). De meest oostelijk gekende waarneming in de vallei van de Laak situeert zich ten noorden van Makelbroek, de meest zuidelijke in deze regio in een vijver ten westen van het natuurreservaat De Werft.

Dit jaar werd echter door Jos Van de Ven een larve en een juveniele kikker gefotografeerd in het Vierkensbroek. Controle ter plaatse leverde geen bijkomende waarnemingen op. Hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de ongunstige weersomstandigheden op dat moment. De kans is vrij groot dat de Stierkikker in Vierkensbroek werd geïntroduceerd. De afstand in vogelvlucht tussen de vijver in de omgeving van het natuurreservaat De Werft en het Vierkensbroek bedraagt 5 km en in het tussenin liggende stelsel van waterlopen werden tot op heden geen stierkikkers waargenomen.

Het Vierkensbroek is een natuurreservaat onder beheer van Natuurpunt en situeert zich in de onmiddellijke omgeving van de Demerbroeken en omvat zo een 25-tal oude visvijvers. De Demer zelf situeert zich iets meer dan 300 m van de vijvers in het Vierkensbroek, een te overbruggen afstand die geen problemen schept voor deze beweeglijke grote kikker. De kans is dus groot dat de Stierkikker ook de Demervallei in de provincie Vlaams-Brabant zal koloniseren in de nabije toekomst. De andere belangrijke populatie Stierkikkers bevindt zich in de vallei van de Dijle, namelijk in het Groot Broek in Sint-Agatha-Rode.

Stierkikker (rechts) zijn van de Meerkikker te onderscheiden door het formaat, het grote trommelvlies en het ontbreken van ruglijsten en een groene rugstreep (Foto’s: Hugo Willocx)
We richten ons daarom tot alle veldmedewerkers om elke waarneming van Stierkikker in het gebied te signaleren op www.waarnemingen.be. Vooral de roepende mannetjes zijn gemakkelijk waar te nemen in de periode juni tot en met september.

In de voorbije jaren hebben we ondervonden dat Meerkikkers (Pelophylax ridibundus) dikwijls aanzien worden als Stierkikkers en er relatief veel foutieve meldingen binnen lopen. Dit houdt ongetwijfeld verband met het feit dat Meerkikkers eveneens relatief groot worden en een zeer luide ‘mekkerende’ paringsroep hebben. Veel waarnemers verwarren daarom de Meerkikker met de 'brulkikker'. Nochtans zijn beide soorten relatief gemakkelijk van elkaar te onderscheiden op basis van die paringsroep (die kan je horen op de website van Hyla, de herpetologische werkgroep van Natuurpunt: vergelijk de roep van de Stierkikker met deze van de Meerkikker). Stierkikkers hebben bovendien geen ruglijsten en geen helder groene streep op het midden van de rug. Alle Europese groene kikkers, waaronder de Meerkikker, hebben wel ruglijsten. De groene streep op de rug kan soms wel ontbreken bij de Meerkikker.

Tekst: Robert Jooris, Hyla, de amfibieën- en reptielenwerkgroep van Natuurpunt
Foto's: Hugo Willocx