Kaapverdische mus

Bootvluchtelingen in Belgische wateren

4-JUN-2013 - Lampedusa. Een Italiaans eiland in de Middellandse Zee, 205 km ten zuiden van Sicilië, 113 km ten oosten van Tunesië. Hotspot voor bootvluchtelingen uit Noord-Afrika, op zoek naar een verblijfsvergunning in de Europese Unie. De voorbije jaren zit het aantal bootvluchtelingen in de lift en recent werd ook België en Nederland met dit fenomeen geconfronteerd.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Lampedusa. Een Italiaans eiland in de Middellandse Zee, 205 km ten zuiden van Sicilië, 113 km ten oosten van Tunesië. Hotspot voor bootvluchtelingen uit Noord-Afrika, op zoek naar een verblijfsvergunning in de Europese Unie. De voorbije jaren zit het aantal bootvluchtelingen in de lift en recent werd ook België en Nederland met dit fenomeen geconfronteerd.

Op 6 mei 2013 vaart de Plancius ter hoogte van Razo, één van de Kaapverdische eilanden. 22 Kaapverdische mussen komen aan boord van het schip. Op 7 mei blijken er nog steeds 11 ex. aanwezig. Pas bij de eilandengroep Ilhas Desertas vliegt een aantal naar het vasteland. Ook bij het aanmeren op Madeira verlaten nog enkele ‘Kaapverdiërs’ de Plancius. Het schip, dat onder Nederlandse vlag vaart, is op weg naar haar thuishaven in Hansweert en vaart op 19 mei doorheen de Belgische territoriale wateren. Van de aanvankelijke groep resten er nog vier: twee mannen en twee vrouwen. Het viertal blijft aan boord en meert in de ochtend van 19 mei aan in Hansweert.

Op 19 mei 2013 voer de Plancius door de Belgische territoriale wateren met vier Kaapverdische mussen aan boord.

Kaapverdische mussen zijn algemeen op de Kaapverdische eilanden maar komen nergens anders ter wereld voor. De passage doorheen België naar Nederland van een Kaapverdische endeem is dan ook hoogst opmerkelijk. De soort werd nooit eerder weg van de Kaapverdische eilanden opgemerkt waardoor ‘de vier van de Plancius’ zorgen voor een Europese primeur van formaat.

Op zich gebeurt het wel vaker dat vogels landen op een schip en een eind meevaren. Doorgaans gebeurt dit tijdens de voor- en najaarstrek, wanneer miljoenen vogels zich (vaak over zee) verplaatsen tussen de broed- en overwinteringsgebieden. Sommige komen even uitrusten, andere - verrast door plots opkomende mist of storm - zoeken tijdelijke dekking op voorbijvarende schepen. Doorgaans gaat het om korte tussenstops. Een lift van twee weken (13 - 19 mei) is dus best al opmerkelijk. Maar het unieke van de ‘Plancius-mussen’ is zondermeer dat ze zich mee lieten voeren tot ver buiten hun normale verspreidingsgebied.

Deze man en vrouw Kaapverdische mus gingen aan boord op de Kaapverdische eilanden en hopten van het schip in Hansweert. (Foto: Luuk Punt)

Voor Belgë zijn er weinig gevallen bekend van ‘ship-assisted birds’, zoals die bootlifters in het vakjargon worden genoemd. Op 21 oktober 2001 meerde in de zeehaven van Gent, de ‘Federal Saguenay’ aan, een groot schip dat staalplaten kwam ophalen, met aan boord een vreemde verstekeling: een vrouwtje Sneeuwuil. Volgens de kapitein kwam deze vogel samen met een 50-tal soortgenoten aan boord tijdens een zware storm ter hoogte van Deception Bay in noordelijk Québec, Canada. Na de storm verlieten volgens de kapitein alle vogels het schip, behalve deze ene. Dit exemplaar had met vleugels en poten enkele kabels aangeraakt waardoor het verenkleed zwaar bevuild was met grafietvet. Ook voor de Katvogel die op 15 december 2006 werd ontdekt in de Antwerpse haven ter hoogte van het sluizencomplex van Kallo wordt vermoed dat die de overtocht van de Atlantische Oceaan niet op eigen kracht heeft gemaakt maar meeliftte met een schip.

De Katvogel die op 15 december 2006 in het sluizencomplex van Kallo werd ontdekt, had er vermoedelijk ook een transatlantische boottrip opzitten. (Foto: Patrick Beirens)

Hoe het ook zij, door een toenemend transport slagen dieren er in zich op een nieuwe manier te verplaatsen. Meestal gaat het om verplaatsingen binnen het normale verspreidingsgebied maar in een aantal gevallen liften soorten mee naar totaal nieuwe en onverwachte locaties. In ons land werd eerder al gedocumenteerd hoe de Muurhagedis zich via de trein in Vlaanderen wist te vestigen. Nog bekender zijn de vermaarde bootliften van de Huiskraai. De Huiskraai komt van oorsprong voor in het zuiden van Azië, maar heeft in de afgelopen decennia verschillende nieuwe gebieden bereikt, veelal door mee te liften met schepen. In 1994 werd deze soort voor het eerst in Nederland vastgesteld. Twee vogels vestigden zich in Hoek van Holland en zorgden vanaf 1997 voor nakomelingen. Inmiddels broeden er meerdere paren en gaat het om de eerste en tot dusver enige populatie in Europa (die in 2012 23 exemplaren telde).

Bootvluchtelingen zijn soms het begin van een nieuw verhaal: zo vormden de eerste Nederlandse Huiskraaien het begin van een minipopulatie. (Foto: Luuk Punt)

Hoe het de vier Kaapverdische mussen zal vergaan, is maar zeer de vraag. Ze werden tot 26 mei waargenomen op de kades in Hansweert en zijn sindsdien spoorloos. Op zoek naar een eerste Nederlands nest?

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Patrick Beirens, Luuk Punt (voor weblog, klik hier)