Gewone dwervleermuis

Paalwoningen voor vleermuizen

3-OKT-2013 - Geen verblijfplaats zo goed als een uit de kluiten gewassen boom, vinden vleermuizen. Toch werden in Merelbeke vier vleermuiskasten uitgetest. Zulke kasten kunnen namelijk soelaas bieden in jachtbiotopen waar onvoldoende geschikte verblijfplaatsen te vinden zijn. De tests zijn nog volop aan de gang, maar de eerste bewoner heeft zich al gemeld.

Bericht uitgegeven door Vleermuizenwerkgroep Boven-Schelde [land] op [publicatiedatum]

Geen verblijfplaats zo goed als een uit de kluiten gewassen boom, vinden vleermuizen. Toch werden in Merelbeke vier vleermuiskasten uitgetest. Zulke kasten kunnen namelijk soelaas bieden in jachtbiotopen waar onvoldoende geschikte verblijfplaatsen te vinden zijn. De tests zijn nog volop aan de gang, maar de eerste bewoner heeft zich al gemeld. 

In 2010 vatte de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt Boven-Schelde het plan op om een experiment uit te voeren met grote vleermuiskasten. In de Verenigde Staten worden dergelijke kasten al jaren met succes ingezet maar in Europa is er maar weinig getest en geweten over zulke types kasten. Met een budget van de Merelbeekse Milieuraad bouwde een vrijwilliger vier vleermuiskasten van het type Bat Conservation International (BCI). Best uit de kluiten gewassen kasten zijn het geworden, elk goed voor zo’n 25 kg. In 2012 werd de eerste kast geplaatst, in de zomer van 2013 ging de laatste de hoogte in. De kasten passen in een groter beschermingsplan waarbij verschillende kerkzolders en winterverblijven in Merelbeke vleermuisvriendelijk ingericht werden.

Het doel van dit experiment: uittesten of de kasten, die het in Amerika zo goed doen, ook hier zouden aanslaan. Onze Belgische vleermuizen verschillen immers niet zoveel van hun Amerikaanse soortgenoten. Als ze succesvol blijken, kunnen de kasten gebruikt worden op plekken waar een geschikte jachtbiotoop is, maar waar het aantal geschikte verblijfplaatsen te laag is. Vergis je niet: vleermuizen prefereren nog altijd the real thing. Bomen zijn onvervangbaar omwille van hun specifiek microklimaat en lange levensduur.  In vergelijking gaan vleermuiskasten maar een fractie van de tijd mee. Maar de meeste bomen die voor vleermuizen interessant zijn groeien erg traag. In een jong bos zouden de kasten het bos in wording dus een stuk aantrekkelijker kunnen maken voor vleermuizen.

De eerste gast in de Merelbeekse kast is een Gewone dwergvleermuis. (foto: Hugo Willocx)

Als locatie werden zones uitgekozen die voldoen aan bepaalde eisen: minimum 8 uur zon, beschuttende vegetatie vlakbij en een geschikte jachtbiotoop. Die 8 uur zon zijn nodig om de jongen warm te houden. Door de vegetatie vlakbij kunnen vleermuizen beschutting vinden bij het uitvliegen. Verder komen de doelsoorten voor in de omgeving: Watervleermuis, Gewone Grootoorvleermuis, Ruige en Gewone Dwergvleermuis. Dat verhoogt de kans op succes, want vleermuizen inspecteren graag potentiële nieuwe stekjes in de buurt.

Deze kasten werden speciaal ontworpen voor kraamkolonies, die zeer hoge eisen stellen aan de bouwkwaliteit. De kraamkasten bestaan uit verschillende lamellen, waardoor verschillende temperatuurzones ontstaan. Om dezelfde reden werden ook koelsleuven voorzien in de zijkant. Dat is heel belangrijk voor kraamkolonies zodat ze bij te warm of te koud weer toch een plekje met geschikte temperatuur kunnen vinden zonder hun kolonieplaats te moeten verlaten. De kleine houten vleermuiskastjes die je in de handel vindt, zijn door het gebrek aan die temperatuursgradiënten ongeschikt voor kolonies. Solitaire mannetjes en/of migrerende dieren kunnen er wel gebruik van maken.
Echte paalwoningen zijn het: de nagelnieuwe vleermuiskasten in Merelbeke. (foto: David Galens)

De grote kasten werden opgehangen op vier meter hoogte. Hierdoor kunnen bewonende vleermuizen vlot aan- en afvliegen en tegelijk wordt het voor predatoren en nieuwsgierigen moeilijk om tot bij de kast te geraken. Verder moest ook rekening gehouden worden met lichthinder, waar deze nachtdieren zeer gevoelig aan zijn. Last but not least: de houten binnenkant mocht niet worden behandeld.

Vleermuizen blijven heel trouw aan hun verblijfplaatsen maar het kan wel lang duren alvorens ze een nieuwe plek in gebruik nemen. Door een monitoringprogramma met vrijwilligers op het getouw te zetten, zullen de Merelbeekse kasten de komende jaren nauwgezet worden opgevolgd. In één van de kasten werd intussen al een Gewone dwergvleermuis waargenomen. Eén vleermuis in één kast maakt natuurlijk nog geen kolonie maar het is een begin.

Tekst: David Galens, Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt Boven-Schelde
Foto: Hugo Willockx & David Galens