trektellers

De vogeltrek: niet voor mietjes

4-OKT-2013 - Met miljoenen zijn ze en dezer dagen leveren ze Olympische prestaties: de trekvogels die koers zetten richting overwinteringsgebieden. Trektellers van over heel Europa zetten zich dit weekend klaar in de telposten voor Euro Birdwatch. Maar wat is er zo fascinerend aan de vogeltrek?

Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

Met miljoenen zijn ze en dezer dagen leveren ze Olympische prestaties: de trekvogels die koers zetten richting overwinteringsgebieden. Trektellers van over heel Europa zetten zich dit weekend klaar in de telposten voor Euro Birdwatch. Maar wat is er zo fascinerend aan de vogeltrek?

In de biologielessen op school wordt er meestal niet meer dan een kort hoofdstuk aan besteed: de trek gebeurt meestal tussen een vaste broedplaats en een vaste overwinteringsplaats. Vogels gebruiken daarbij doorgaans ook dezelfde trekroute. Maar het is allemaal complexer dan dat. Zo is broeden op een vaste plaats bijvoorbeeld al geen vaste regel. Kwartels en Zwartkopmeeuwen beginnen een broedsel in Vlaanderen en verplaatsen zich voor een tweede broedsel (eventueel met een andere partner) soms honderden kilometers. Ook de jaarlijkse frequentie is geen absolute zekerheid. Bij veel van de grotere soorten keren jonge vogels het eerste jaar vaak zelfs niet terug om te broeden, of beslissen volwassen vogels om een jaar over te slaan en niet naar het broedgebied af te zakken.Zwartkopmeeuwen beginnen een broedsel in Vlaanderen en verplaatsen zich voor een tweede broedsel soms (eventueel met een andere partner) honderden kilometers(foto: Dieder Plu)

Daarnaast is de trek ook een stuk heroïscher dan een kort hoofdstuk uit de gemiddelde biologieles doet uitschijnen. In de late zomer, wanneer de trekklok begint te tikken, starten vogels met het aanleggen van een vetreserve. En die zullen ze nodig hebben voor de lange trekvluchten over ongunstig terrein. Vooral de oversteek van de Middellandse Zee en de Sahara is niet voor mietjes. Sommige watervogels herschikken hun interne huishouding: het darmstelsel krimpt voor de trek aanzienlijk in, zo komt er ruimte vrij voor een extra dikke speklaag.

Grote soorten trekken wel eens in familieverband en leren een bepaalde trekstrategie aan, maar meestal is die trekdrift aangeboren. De Koekoek zag nooit zijn ouders en toch zal hij dezelfde trekbewegingen ontwikkelen. Heel wat soorten trekken dus instinctief in een bepaalde richting. Wanneer het formaat tussen mannetjes en vrouwtjes te sterk verschilt, trekken mannen en vrouwen vanwege het verschil in vliegsnelheid apart. Vaak is het ook zo dat oudervogels het broedgebied onmiddellijk na het uitvliegen van de jongen verlaten. Zonder de kinderen dus. Die blijven achter en vertrekken enkele weken later: alleen. Zonder ervaring. Zonder gids. Een beproeving? Jazeker, en heel wat vogels sterven in hun eerste levensjaar.

Spectaculair en gevaarlijk dus, die vogeltrek. Maar de trek is niet voor elke trekker even lang. Er is een onderscheid tussen korte-afstandstrekkers die doorgaans binnen Europa blijven, en lange-afstandstrekkers, die de Sahara oversteken. Voor sommige trekvogels duurt de trip dus ‘slechts’ een duizendtal kilometers. Voor andere komt de teller dan weer op 7000 km te staan. Of sterker nog: de wereld rond. Ondertussen is duidelijk geworden dat de afstand bij de meest fervente trekvogels alleen maar wordt afgeremd door het ‘beperkte’ formaat van onze planeet. Een recent onderzoek aan de hand van geolocators op het trekgedrag van Nederlandse Noordse Sterns, met glans de wereldrecordhouder lange-afstandstrekken, bracht hun ware capaciteiten aan het licht. Tussen het verlaten van de broedkolonies in het najaar en hun terugkomst in april, vlogen ze zo’n slordige 90.000 km bijeen. Eventjes rekenen: een Noordse Stern kan 30 jaar worden, dus dat zet de kilometerteller op 2,7 miljoen km, of drie keer over en weer naar de maan. En dat allemaal over woeste oceanen door weer en wind. Veel vogels gebruiken die (rug)wind om snel en energiezuinig op te schieten Maar ook dat heeft risico’s want het weer kan plots omslaan en vogels worden dan uit de koers geblazen. Niet zelden komen ze terecht op een verkeerd continent, in rotweer. En dan is er nog de mens, die zorgt voor een hagelregen boven Malta, of voor kilometerslange netten in Egypte.

Noordse Sterns zijn de absolute toppers als het op vliegafstand aankomt. (kaart: Vogelbescherming Nederland)
Waarom die lang niet ongevaarlijke trek dan toch jaar na jaar plaatsvindt? Het antwoord is, zoals wel vaker in de natuur, "voedsel". Voor insecteneters spreekt dat voor zich: ’s winters vinden ze die hier niet. Het aantal vogels van een soort dat overtrekt, kan worden beïnvloed door verschillende factoren: door het weer bijvoorbeeld, maar ook de populatiegrootte of het broedsucces spelen een rol. En ook hier kan voedsel een bepalende factor zijn: in sommige jaren is voedsel schaars (knaagdieren, bessen, noten) of in strenge winters is het onbereikbaar omwille van sneeuw. Dat kan een ware exodus op gang brengen, met extreem hoge aantallen tot gevolg zoals vorig jaar het geval was.

De meeste zangvogels trekken ’s nachts, terwijl het eigenlijk dagvogels zijn. Dat geeft ruimte om overdag bij te tanken. ’s Nachts is de lucht stabieler en valt de tegenwind gemakkelijker weg. Bovendien zijn roofvogels dan niet actief. Het is bekend dat de magnetische eigenschappen van onze aarde een belangrijke rol spelen in de vogeltrek. Het geheim blijkt in de ‘magnetische superogen’ van vogels te schuilen, waarin speciaal lichtgevoelige cellen zitten (een magnetisch cryptochroom). Vogels blijken dus het magnetisch veld van de aarde te kunnen zien. Daarnaast kennen we andere strategieën zoals infrasone, doelgerichte, visuele en geuroriëntatie, vaak afhankelijk van de soort, de familie of de streek waarin ze zich bevinden. De combinatie daarvan is haast onfeilbaar.

Op 26 augustus sneuvelde het Belgische telrecord voor de Wespendief.(foto: Dieder Plu)
De trek is een schouwspel dat overal waarneembaar is, het is een boeiende wetenschap voor wie ermee wordt geconfronteerd. Op zaterdag zal je die overtrekkende V-formatie Aalscholvers wellicht helemaal anders bekijken. Of je afvragen in welke Scandinavische tuin het Roodborstje op je voederplaats enkele maanden geleden werd geboren. Trektellers bezoeken nu volop hun strategisch gelegen trektelposten, die bevinden zich meestal langs opvallende landschapselementen zoals heuvelruggen, riviervalleien, of ander open ruimte gespreid over het land. De ligging van de telposten en de resultaten van de simultaantrektellingen en de 20ste editie van Eurobirdwatch op 5 oktober kan je volgen op http://trektellen.org/.

Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto’s: Dieder Plu & Vogelbescherming Nederland

Banner Eurobirdwatch 2013