wildspiegel

Wildrasters redden dieren, wildspiegels niet

24-APR-2014 - Jaarlijks worden tienduizenden euro’s geïnvesteerd in de plaatsing van wildspiegels, maar nog geen enkel onderzoek heeft aantoonbaar bewijs geleverd van de effectiviteit ervan. Wildspiegels zijn kleine spiegeltjes op ooghoogte van groot wild als Reeën, Edelherten en Everzwijnen. Ze staan langs de kant van de weg en weerkaatsen het licht van autokoplampen zodat overstekende dieren erdoor afgeschrikt worden. Er zijn nochtans betere oplossingen voorhanden om het aantal ongevallen met groot wild te helpen verminderen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

Jaarlijks worden tienduizenden euro’s geïnvesteerd in de plaatsing van wildspiegels, maar nog geen enkel onderzoek heeft aantoonbaar bewijs geleverd van de effectiviteit ervan. Wildspiegels zijn kleine spiegeltjes op ooghoogte van groot wild als Reeën, Edelherten en Everzwijnen. Ze staan langs de kant van de weg en weerkaatsen het licht van autokoplampen zodat overstekende dieren erdoor afgeschrikt worden. Er zijn nochtans betere oplossingen voorhanden om het aantal ongevallen met groot wild te helpen verminderen.

Ieder jaar sterven miljoenen dieren in het verkeer. Dit veroorzaakt niet enkel onnodig dierenleed, het houdt ook een risico in voor de weggebruiker. In Nederland vinden er jaarlijks ongeveer 5500 verkeersongevallen met groot wild plaats, meestal met Reeën.

Het lijkt erop dat wildspiegels niet doen wat ze zouden moeten doen. (foto: Wikipedia)
Nog niet zo lang geleden werd aangenomen dat wildspiegels door hun weerkaatsing van het licht van de koplampen van het aankomende verkeer dieren afschrikken en doen stoppen of wegjagen. De laatste jaren zijn er echter veel pogingen gedaan om het precieze effect van deze spiegels te onderzoeken, maar die bleven zonder resultaat omdat dit haast niet te meten valt. De algemene conclusie is dat wildspiegels waarschijnlijk niet of nauwelijks doen wat ze horen te doen: ervoor zorgen dat dieren de weg niet oversteken als er auto’s langsrijden. Wellicht raken ze niet afgeschrikt door het licht. Een groot aantal van de paaltjes met spiegels staan na enige tijd scheef waardoor de reflectieradius verandert en ze dus niet meer werken. Ze worden ook snel vuil en omdat ze meestal niet gepoetst worden verliezen ze zo hun spiegelend effect en worden ze nutteloos.

Risicozones

De meeste ongevallen gebeuren uiteraard op plaatsen waar veel wild voorkomt en waar relatief snel wordt gereden. Er vallen ook veel slachtoffers aan wegen met aan de ene kant bos en aan de andere kant een stuk landbouwgrond met voor de Reeën lekkere hapjes zoals granen of kropgewassen. En wegen door bosrijke gebieden zijn vooral gevaarlijk op plaatsen waar het bos tot in de berm doorloopt zodat de dieren het verkeer niet op tijd kunnen zien aankomen. Maar de belangrijkste risicofactor is hoge snelheid. In een lichtbundel bij dimlicht kan een Ree worden waargenomen op 35 à 60 meter afstand. Bij grootlicht is dit ongeveer 90 à 100 meter. Aan een snelheid van 65 km/u is de lengte van de remweg 60 meter, bij 85 km/u is dit al 100 meter. En hoe sneller de bestuurder rijdt, hoe lastiger het ook is voor het dier zelf om hem op tijd waar te nemen en adequaat te reageren. Snelheid minderen lijkt de beste en meest effectieve oplossing, maar het is geen populair voorstel en er is dus sensibilisering voor nodig, eventueel met verkeersborden.

Alternatieve oplossingen

Brede, open bermen zijn overzichtelijker voor automobilist en dier, waardoor er minder aanrijdingen plaatsvinden. Maar het is belangrijk om die bermen kort te houden want het risico op aanrijdingen verhoogt ook wanneer er voedsel zoals gras en kruiden te vinden is. Wegverlichting kan ervoor zorgen dat dieren waakzamer zijn en geeft beide partijen een beter overzicht, maar er zijn te veel nadelen aan verbonden. Sommige dieren worden namelijk net door licht aangetrokken, terwijl andere volstrekt lichtschuw zijn en ten gevolge van verlichting geïsoleerd raken in hun kleine versnipperde gebied.

Wildrasters

De meest effectieve oplossing is het plaatsen van wildrasters. Die zorgen ervoor dat de dieren niet op de weg raken en ze dus geen verkeersongevallen kunnen veroorzaken. Maar het wegennet in Vlaanderen is zo dicht dat dieren in heel kleine natuurgebiedjes worden opgesloten als er rasters langs alle grote wegen worden gezet. Daarom is het noodzakelijk dat ze steeds in combinatie met faunapassages zoals ecoducten of ecotunnels geplaatst worden, dat zijn plaatsen waar de dieren veilig kunnen oversteken. De combinatie van faunapassages en wildrasters vermindert het aantal ongevallen drastisch en zorgt ervoor dat leefgebieden van dieren met elkaar verbonden worden. Een goed voorbeeld hiervan is het ecoduct ‘De Warande’ in het Meerdaalwoud in Leuven. Door de combinatie van wildrasters en een ecoduct worden daar bijna geen Reeën meer doodgereden, terwijl er voordien regelmatig aanrijdingen waren.

Het Everzwijn is een soort die geregeld onder de wielen terechtkomt. (foto: Leo Klok)

Dieren onder de wielen

Dieren onder de wielen' is een project rond verkeersslachtoffers van Natuurpunt in opdracht van de Vlaamse overheid. Ook jij kan meewerken door verkeersslachtoffers te melden via de website www.dierenonderdewielen.be. Zo worden de knelpunten in kaart gebracht als basis om maatregelen te nemen op de plaatsen waar het nodig is.

Tekst: Leen De Smet & Diemer Vercayie, Natuurpunt
Foto: Wikipedia, Leo Klok