Lilakorrelige plooiparasolzwam

Plooiparasolletjes in de huiskamer heel normaal

Nederlandse Mycologische Vereniging
8-JAN-2015 - Potplanten in een huiskamer kunnen gezelschap krijgen van paddenstoelen die je vrijwel nooit buiten in de Nederlandse natuur zult aantreffen. De namen van de in Nederland aangetroffen potpaddenstoelen staan keurig genoteerd in de Beknopte standaardlijst van de Nederlandse paddenstoelen, ook al komen ze niet in de Nederlandse vrije natuur voor. Veel paddenstoelen in plantenpotten behoren tot de groep van de Plooiparasollen.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Potplanten in een huiskamer kunnen gezelschap krijgen van paddenstoelen die je vrijwel nooit buiten in de Nederlandse natuur zult aantreffen. De namen van de in Nederland aangetroffen potpaddenstoelen staan keurig genoteerd in de Beknopte standaardlijst van de Nederlandse paddenstoelen, ook al komen ze niet in de Nederlandse vrije natuur voor. Veel paddenstoelen in plantenpotten behoren tot de groep van de Plooiparasollen.

Tropisch milieu
Door de aanwezigheid van een verwarming om gebouwen comfortabeler te maken in het winterhalfjaar voor werk of bewoning, creëren wij onbedoeld een kunstmatig klimaat waar vele exotische (kamer)planten, insecten, geleedpotigen, bacteriën en paddenstoelen zich thuis voelen. Dit “milieutype” komt overal ter wereld voor op plaatsen waar een verwarming op prijs wordt gesteld. Alleen al in Nederland zijn circa 5,5 miljoen huishoudens met dit “milieutype” te vinden, andere verwarmde gebouwen niet meegerekend.

Lilakorrelige parasolzwammetjes (foto: Martijn Oud)

Door de kunstmatig ingestelde kamertemperatuur en door de aanwezigheid van potten of bakken, gevuld met vochtige potgrond of andersoortig vochtig organisch materiaal, creëren we een ideale leefomgeving voor een flink aantal van oorsprong (sub)tropische paddenstoelen. Helaas worden deze paddenstoelen niet erg gewaardeerd. Meestal worden ze preventief “geruimd” omdat men denkt met plantenparasieten te maken te hebben. Bij het zien van onbekende paddenstoelen in huis worden ouders van peuters ongerust omdat ze bang zijn dat hun kinderen de paddenstoelen in hun mond zullen stoppen. Stel je voor dat ze giftig zijn!

Plooiparasollen
Een groot aantal waarnemingen van paddenstoelen in plantenpotten behoren tot de groep van de Plooiparasollen (Leucocoprinus). Plooiparasollen zijn zonder uitzondering zeer fragiel en kortlevend, maar prachtig om te zien voor hen die er oog voor hebben. Door hun voorkomen in private gebouwen worden ze meestal wel opgemerkt, maar de kennis om ze te determineren, laat staan om de waarneming door te geven, ontbreekt. Het werkelijke aantal paddenstoelen in private gebouwen zal waarschijnlijk hoger zijn dan er aan waarnemingen wordt doorgegeven. Tot nu toe werden de volgende soorten plooiparasolzwammen herkend en doorgegeven: de Variabele plooiparasol (Leucocoprinus magnusianus), de Zwavelgele plooiparasol (Leucocoprinus straminellus), Dikvoetplooiparasol (Leucocoprinus cepistipes), de Lilakorrelige plooiparasol (Leucoagaricus ianthinus) en de Goudgele plooiparasol (Leucocoprinus birnbaumii).

Lilakorrelige parasolzwammetjes (foto: Martijn Oud)

Tropische kassen
Vanwege de hoge temperaturen en luchtvochtigheid onderscheiden de tropische, of junglekassen van dierentuinen zich sterk van de normaal verwarmde kassen en woon- en werkgebouwen. Hier tracht men namelijk het tropisch regenwoud na te bootsen, inclusief de bijbehorende tropische bomen en planten en soms zelfs inclusief stromende beekjes compleet met watervallen.
Het is meer regel dan uitzondering dat in zo’n grote tropische junglekas kleurrijke tropische paddenstoelen voorkomen. Voor de Nederlandse mycologie zijn deze soorten zeer interessant, maar het determineren is een tijdrovende klus en daarom een probleem. Dergelijke paddenstoelen krijgen eigenlijk niet de aandacht die ze verdienen. Overigens worden er in verwarmde gebouwen en kassen ook gewone inheemse paddenstoelen aangetroffen. Veel Nederlandse paddenstoelensoorten staan bekend om hun kosmopolitische verspreiding.

Tekst en foto’s: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging