whyevolutionistrue.wodrpress.com

Vogels bootsen rupsen na

31-DEC-2014 - Een team van Amerikaanse en Colombiaanse wetenschappers heeft in Peru een bijzondere ontdekking gedaan. Het gaat om het uiterlijk en het gedrag van de kuikens van de Grauwe treurtiran. De kuikens bootsen een giftige rupsensoort na die ter plaatste voorkomt. Dit zou het allereerste geval zijn waarbij een vogel een giftige soort imiteert om zichzelf tegen vijanden te beschermen. Dat laatste fenomeen heet Batesiaanse mimicry.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt land] op [publicatiedatum]

Een team van Amerikaanse en Colombiaanse wetenschappers heeft in Peru een bijzondere ontdekking gedaan. Het gaat om het uiterlijk en het gedrag van de kuikens van de Grauwe treurtiran. De kuikens bootsen een giftige rupsensoort na die ter plaatste voorkomt. Dit zou het allereerste geval zijn waarbij een vogel een giftige soort imiteert om zichzelf tegen vijanden te beschermen. Dat laatste fenomeen heet Batesiaanse mimicry.

Mimicry is het verschijnsel waarbij een soort om een bepaalde reden een andere soort nabootst. Daarvan bestaan er in de natuur drie varianten: mimicry van Peckham, mimicry van Müller en mimicry van Bates of Batesiaanse mimicry. Het eerste geval is een agressieve vorm van mimicry. Om hun prooi te lokken, bootsen roofdieren de prooi na, zoals de Diepzeehengelvis die met zijn lichtgevende hengel kleine vissen aantrekt. Mimicry van Müller vinden we bij gevaarlijke niet-eetbare soorten; ter bescherming tegen roofdieren waarschuwen ze hun vijand op gelijkaardige wijze voor hun giftigheid. Ze hebben dezelfde signaal- of afschrikkleur. Denk maar aan de gelijke tekening van bijen en wespen.

Het kuiken van de Grauwe treurtiran. (foto: Eindredactie Belgie)

Batesiaanse mimicry tenslotte, doet zich voor wanneer ongevaarlijke eetbare soorten sterk gelijken op gevaarlijke, oneetbare soorten. Dit fenomeen kennen we van zweefvliegen: ze dragen precies hetzelfde uniform als wespen om insecteneters te misleiden en worden zelfs door de mens vaak voor wesp aanzien. Die laatste vorm van mimicry werd recent vastgesteld bij de kuikens van de Grauwe treurtiran, een Zuid-Amerikaanse zangvogelsoort die voorkomt van oostelijk Colombia tot Venezuela, oostelijk Brazilië, noordelijk Bolivië en amazonisch Brazilië. Die ontdekking is zonder meer spectaculair, aangezien het fascinerende natuurfenomeen nog nooit eerder werd vastgesteld bij vogels.

De kuikens van de Grauwe treurtiran imiteren een giftige rupsensoort die in hun naaste leefomgeving voorkomt. De rupsensoort is zo’n 12 centimeter lang en is bedekt met oranje, witgetipte haren. Ze ziet er bijzonder pluizig uit.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Wanneer de kuikens van de Grauwe treurtiran uit het ei kruipen, hebben ze ongeveer dezelfde grootte als de rups en is hun huid bedenkt met feloranje donsveertjes die elk één tot tien langwerpige stekels met witte uiteinden hebben. De uiterlijke gelijkenis tussen de kuikens en de rups is zo verbluffend dat toeval uitgesloten lijkt. Bovendien wordt de gelijkenis tussen de twee nog versterkt door een gelijkaardig gedrag: wanneer het kuiken zich bedreigd voelt, begint het zijn kop heen en weer te wiegen. Die specifieke kopbeweging lijkt zeer sterk op de typische bewegingswijze van de giftige rupsensoort. Die sterke gelijkenis biedt de kuikens van de Grauwe treurtiran mogelijk een evolutionair voordeel, want roofdieren associëren de feloranje kleur met giftigheid en laten de kuikens daarom ongemoeid.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Naarmate het kuiken opgroeit, verandert het uiterlijk. De feloranje donsveren maken geleidelijk aan plaats voor het asgrauwe verenkleed dat we zien bij de adulten. Het verschil tussen een juveniel en een volwassen exemplaar is dan ook hemelsbreed. Hoe spectaculair de bevinding ook is, om er echt zeker van te zijn dat het daadwerkelijk gaat om het allereerste geval van Batesiaanse mimicry in het vogelrijk moeten er nog enkele cruciale vragen beantwoord worden. Zo moet nog onderzocht worden of de kuikens zelf giftig zijn. Indien dit het geval is, gaat het immers niet om Batesiaanse mimicry, maar om mimicry van Müller, wat wél al eerder bij vogels werd vastgesteld (bijvoorbeeld bij de Bergpitohui). Ook moet men nagaan of de fysieke gelijkenis tussen de rups en het kuiken daadwerkelijk bijdraagt tot de verhoging van de overlevingskansen van het kuiken. Dit kunnen wetenschappers testen in een laboratorium door kuikens van verschillende soorten en met een verschillend voorkomen voor te schotelen aan roofdieren die geleerd hebben om de giftige rupsensoort te vermijden. Als de roofdieren de Grauwe treurtirankuikens vaker ongemoeid laten dan de andere kuikens, kunnen we daadwerkelijk van Batesiaanse mimicry spreken.

Bron: Londoño, G. A., D. A. García, and M. A. S. Martínez. 2014. Morphological and behavioral evidence of Batesian mimicry in nestlings of a lowland Amazonian bird. The American Naturalist

Tekst: Ben De Witte, Natuurpunt