Teken vangen Roel Bron De Natuurkalender

Tien jaar tekenvangsten laat stijging aantal teken zien met grote lokale verschillen

De Natuurkalender, Wageningen University
21-OKT-2016 - Uit een langjarig onderzoek aan teken in Nederland blijkt dat het aantal nimfen is toegenomen, met een record aantal in 2015. De trends in de tijd variëren echter lokaal, afhankelijk van omgevingsfactoren. Op alle locaties zijn besmettingen met de Borrelia bacterie gevonden, variërend van 7,5 tot 25%.

In juli 2006 begon Wageningen University & Research in het kader van het Nederlandse fenologische netwerk De Natuurkalender het tekenonderzoek. Vandaag presenteren de onderzoekers hun resultaten aan de vrijwilligers die tien jaar lang maandelijks teken vingen op dertien vaste trajecten van 200 vierkante meter verspreid door heel Nederland. Het doel van de vangsten was om een indruk te krijgen van de verspreiding en populatiedynamiek van teken in ons land, en het daaraan gekoppelde risico voor een infectie met de Borrelia bacterie, die de ziekte van Lyme kan veroorzaken.

122 duizend teken

Tien jaar teken vangen heeft een wereldwijd unieke meetreeks voor teken opgeleverd. Op de dertien locaties zijn 122 duizend teken gevangen. De overgrote meerderheid waren larfjes (70%) gevolgd door nimfen (27%). Het aantal volwassen teken was 3% van het totaal. In augustus werden de meeste larfjes gevangen en in juni de meeste nimfen. In mei werden de meeste volwassen teken gevangen. In de  wintermaanden werd maar 1% van het totale aantal teken gevangen.

Totaal aantal teken gevangen in de jaren 2007 t/m 2015 op 13 locaties van elk 200 vierkante meter

Dip in aantal larfjes in 2015

In april 2015 publiceerden we voor het laatst een overzicht van de tekenvangsten (tot en met 2014). We maakten toen melding van een recordaantal larfjes in 2014. Het afgelopen jaar liep het aantal gevangen larfjes met de helft terug. Vooral vanaf juli werden beduidend minder larfjes gevangen, mogelijk door de koude omstandigheden in juni 2015 met op diverse plaatsen nog een paar nachten met vorst aan de grond. De eerste zes maanden van 2016 vestigden we echter weer een record. Niet eerder werden er in de eerste helft van het jaar zoveel larfjes gevangen. Over de hele reeks bekeken lijkt het aantal larfjes te stijgen maar de stijging is niet statistisch significant.

Record nimfen en volwassen teken in 2015

De larfjes lieten een dip zien in 2015 maar niet eerder werden er in een jaar tijd zoveel nimfen gevangen. Dit aantal lag in 2015 zelfs 16% hoger dan in het vorige recordjaar 2013 en 71% hoger dan in 2014. De stijgende trend van het totaal aantal gevangen nimfen van de afgelopen jaren werd daarmee in 2015 verder doorgezet. Zeer waarschijnlijk hebben veel larfjes in 2014 geprofiteerd van het enorme aantal muizen. De kans was groter dat de teken een gastheer tegen kwamen en zich met bloed konden voeden waarmee ze zich naar het nimfenstadium konden transformeren. Ook de nimfen lijken in 2014 geprofiteerd te hebben van de muizen. In 2015 werd namelijk een recordaantal volwassen teken gevangen (71% hoger dan laatste piekjaar in 2010). De eerste helft van dit jaar lag het aantal nimfen weer wat lager dan vorig jaar maar de kans is groot dat we in 2017 weer een nimfenpiekjaar zullen krijgen.

Van de drie tekenstadia laten de nimfen de meest overtuigende stijging zien over de vangperiode 2006-2016. Lokaal zien we wel grote verschillen. Zo is het totaal aantal nimfen op vier van de dertien locaties afgenomen. Verschillen in de trend tussen de vanglocaties worden verklaard door variaties in vegetatiestructuur en zoogdierpopulaties, waarvan teken afhankelijk zijn voor hun overleving.

Gemiddeld aantal teken per maand op 13 locaties van elk 200 vierkante meter in de jaren 2007 t/m 2015

Alle locaties Borrelia aangetroffen

Nimfen gevangen in de jaren 2006 tot en met 2011 zijn inmiddels in samenwerking met het RIVM onderzocht op besmetting met de Borrelia bacterie. Borrelia infecties werden op alle 13 locaties gevonden, maar met grote verschillen in gemiddelde infectiepercentages per locatie. Deze varieerden van 7,5% tot 25%. Per locatie was de jaarlijkse variatie in infectiepercentage gering. De resultaten van de jaren 2012 tot en met 2016 komen in de loop van 2017 beschikbaar. Door de tekendichtheid te koppelen aan de Borrelia infecties, wordt een indruk verkregen van het infectierisico voor de ziekte van Lyme.

Conclusie

De conclusie van het onderzoek is dat overal in ons land waar voor teken geschikt leefgebied is er een risico is op het oplopen van een beet van een met Borrelia besmette teek. Het risico verschilt sterk per seizoen waarbij het risico op een tekenbeet in de wintermaanden duidelijk lager is maar niet helemaal afwezig, zeker in warme winters. Het gemiddeld aantal teken is in Nederland tussen 2006 en 2016 toegenomen, maar met grote verschillen tussen de 13 locaties. De unieke aanpak van het onderzoek met de langdurige maandelijkse inspanning van vele vrijwilligers heeft de afgelopen tien jaar met regelmaat de urgentie van de tekenproblematiek onder de aandacht gebracht. De resultaten bieden nieuwe mogelijkheden om een betere risicoanalyse voor het oplopen van een besmette tekenbeet te maken en om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van preventieve maatregelen die nodig zijn om de continue stijging van het aantal ziekte van Lymegevallen in Nederland tegen te gaan.

Samenwerkende partners

Het onderzoek werd uitgevoerd door Wageningen Universiteit en Research, de Natuurkalender in nauwe samenwerking met het RIVM en een groot aantal vrijwilligers met belangstelling voor de natuur.

Tekst: Arnold van Vliet, Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse en Willem Takken, Laboratorium voor Entomologie, Wageningen University & Research