Dodemansduim

Dodemansduim gedijt goed in de Oosterschelde

Stichting ANEMOON
1-JAN-2017 - Hoe mooi is het om 2017 meteen met goed nieuws uit onze zilte wateren te beginnen. Dodemansduim, onze enige koudwaterkoraalsoort, werd na 1994 steeds minder in de Oosterschelde waargenomen. In de zomer van 2011 leek het zelfs eventjes geheel verdwenen te zijn. Vanaf het najaar van 2011 kwam het koraal spontaan weer terug. Nu worden kolonies Dodemansduim waargenomen van bijna ongekende afmetingen.

Enkele weken geleden stuurde een Belgische sportduiker foto’s door van een exemplaar van onze enige koodwaterkoraalsoort Dodemansduim (Alcyonium digitatum) met bijna ongekende afmetingen. Dat sportduikers dit nu in de Oosterschelde kunnen waarnemen is heel bijzonder. In 2010 en tot de zomer van 2011 was het lokaal nagenoeg uitgestorven. Door nog onduidelijke redenen werd er echter vanaf het najaar van 2011 weer opnieuw Dodemansduim door sportduikers in de centrale en westelijke Oosterschelde waargenomen. Meestal betrof het kleine kolonies van enkelvoudige duimen. Gaande de jaren troffen we er ook kolonies met de eerste tweevoudige vertakkingen. En nu staan er bij Zierikzee hele grote kolonies, met meerdere vertakkingen, die de maximale grootte van 20 centimeter doorsnede benaderen.

Een grote kolonie Dodemansduim in de Oosterschelde. Het aantal vertakkingen geeft aan dat het een ouder exemplaar is

Deze duiklocatie, aan de noordkant van de Zeelandbrug, wordt zeer druk bezocht door sportduikers. De drukte onder water is niet direct in het voordeel van Dodemansduim. De vinnen van sportduikers komen regelmatig, gewild of niet, in aanraking met de bodem. Als de vinnen in contact komen met het Dodemansduim is dat vaak funest voor het koraal. Dat het Dodemansduim hier toch goed gedijt heeft te maken met de grote rotsblokken die er op de bodem liggen. Ze horen van nature niet thuis in de Oosterschelde maar zijn er geplaatst om de vooroever van de dijken te beschermen tegen uitspoeling door de getijdenstroming. Bovenop de rotsblokken groeit niet veel zeeleven. Maar op de zijkanten van de grote rotsblokken, die niet worden geraakt door de vinnen van sportduikers, groeit een rijke fauna. En daar staat soms diep weggestopt tussen de stenen het meeste Dodemansduim.

Een jonge kolonie Dodemansduim in de Oosterschelde. Bij dit exemplaar zijn de poliepen ingetrokken

Dodemansduim begint zijn leven als een enkelvoudige stomp op hard substraat. Zoals de wetenschappelijke naam “digitatum” beschrijft, vertakt de kolonie zich daarna tweevoudig tot twee duimen. Dat gebeurt gedurende de verdere ontwikkeling steeds opnieuw. Na verloop van tijd bestaat de koraalkolonie uit een klomp van dikke duimvormige vertakkingen. In de Nederlandse kustwateren worden deze niet veel groter dan ongeveer 20 centimeter. De witte of oranje kolonies die zich vijf jaar geleden als eerste hebben gevestigd op de zijkanten van de gestorte rotsblokken in de Oosterschelde konden ongestoord doorgroeien en zijn ondertussen meerdere keren tweevoudig vertakt.

De introductie van het kunstmatig substraat, de rotsen op de vooroevers van de Oosterscheldedijken, lijkt voorlopig voor de vestiging van het koudwaterkoraal Dodemansduim een grotere positieve factor te zijn dan de verwachte negatieve invloed van het opwarmen van het zeewater en de gevolgen van de Deltawerken op het mariene ecosysteem in de Oosterschelde.

Tekst: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Foto’s: Paul Engels