bruin blauwtje primair

Bruin blauwtje verovert Nederland

De Vlinderstichting
16-FEB-2017 - Sinds de jaren negentig breid het bruin blauwtje zich sterk uit in Nederland. Vanuit het rivierengebied tussen Nijmegen, Arnhem en Wageningen ging hij westwaarts richting Rotterdamse haven. En vervolgens worden nu ook Veluwe, Brabant en het Groene Hart veroverd. In het binnenland komt de vlinder nu drie keer zoveel voor als in de jaren negentig.

Parende bruin blauwtjesBij het begin van het Landelijk Meetnet Vlinders in 1990 werd het bruin blauwtje nog ingedeeld als een ‘karakteristieke soort voor de open duinen’. Daarnaast kwam hij zeer lokaal voor op opspuitterreinen (bijvoorbeeld in de Amsterdamse havens), op een aantal dijken in het rivierengebied en plaatselijk in Zuid-Limburg. Inmiddels heeft de soort zich flink uitgebreid.

Met name het oostelijke rivierengebied (ruwweg tussen Nijmegen, Arnhem en Wageningen) vormde de kern van waaruit het bruin blauwtje zich in de jaren negentig van de vorige eeuw is gaan uitbreiden. Al snel werd (vooral via de Waaldijken) een verbinding gelegd met de oostwaartse uitbreiding die vanuit de duinen in het Rotterdamse havengebied aan de gang was. Van hieruit ging het als een olievlek verder en langzaam worden nu ook de Veluwe, Brabant en zelfs het Groene Hart veroverd. Dit zien we ook terug in de indexen: de populatie-index in het binnenland ligt tegenwoordig drie keer zo hoog als begin jaren negentig.  

Trend van bruin blauwtje in drie regio's en een kaartje met het voorkomen van het bruin blauwtje tussen 2010 en 2016. Grotere stippen betekenen dat de vlinders op meer plekken gezien zijn. Een donkerdere kleur betekent dat er op één plek meer vlinders zijn gezien

Bruin blauwtje neemt vooral toe in het binnenlandDe forse uitbreiding van de binnenlandse populatie is zeer opvallend. Deze vlinders lijken steeds minder kieskeurig en nemen al genoegen met een zandig stukje met een paar zachte ooievaarsbekken als waardplant. Doordat de soort behoorlijk mobiel blijkt, kan hij ook op andere plekken opduiken zoals een zandig bermpje of opspuitterreintje (bijvoorbeeld voor een nieuwbouwwijk of weg). Ook extensief beheerde parkjes met een hooilandbeheer (vaak op wat armere grond) weet hij te bereiken en zich in ieder geval tijdelijk voort te planten. Naast zachte ooievaarsbek kunnen de rupsen ook prima leven van andere soorten ooievaarsbek en van reigersbek. De klimaatopwarming ondersteunt daarbij vermoedelijk deze warmteminnende vlinder, die we daardoor op steeds meer plekken tegen zullen gaan komen.

De populatietrend van het bruin blauwtje in de duinen bleef stabiel. Wel breidde de soort zich vanuit de Hollandse duinen noordwaarts verder uit over de Friese Waddeneilanden en zuidwaarts Zeeland in. De dichtheid op routes in de duinen is ook altijd twee tot drie keer hoger dan in andere delen van het land. Wat dat betreft is het bruin blauwtje nog steeds een typische duinsoort. Maar terwijl de soort in de duinen min of meer stabiel bleef, ging het slecht in Zuid-Limburg. De aantallen daalden en tussen 2000 en 2010 hoorde het aantal bruine blauwtjes hier tot de laagste van het land. Inmiddels lijkt het weer een beetje beter te gaan, maar het blijft een kwetsbare en kleine populatie die maar op een paar plekken voorkomt.

Het bruin blauwtje lijkt veel op een vrouwtje van het algemene icarusblauwtje. Voor de verschillen kun je hier een gratis herkenningskaart (pdf; 9,0 MB) downloaden.

Het Landelijk Meetnet Vlinders is een samenwerkingsproject van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, in opdracht van het ministerie van EZ.

Tekst: Chris van Swaay, De Vlinderstichting & Martin Poot, CBS
Trendgrafiek: Landelijk Meetnet Vlinders
Kaartje: NDFF
Foto’s: Kars Veling