Limosa limosa. Grutto

Als broedgebied van Grutto's verloren gaat

De Levende Natuur
24-MRT-2017 - Wat gebeurt er met weidevogels die hun broedgebied verliezen? Kunnen ze een alternatief broedgebied vinden? In de afgelopen jaren zijn daarover waarnemingen verzameld aan gekleurringde Grutto’s in Friesland. In reactie op de ruimtelijke ingrepen bleek een deel van de vogels zich elders te kunnen vestigen. Dit compenseerde echter niet volledig het negatieve effect van de ingrepen op de vogels.

De populaties van Grutto en andere weidevogels staan onder zware druk. De reproductie schiet tekort, mede als gevolg van een verlies aan geschikt leef- en broedgebied. Sinds 2007 vereist de Provincie Fryslân om die reden compensatie van habitatverlies bij ruimtelijke ingrepen. Dat speelt vooral bij de aanleg van nieuwe wegen of bij uitbreiding van dorpen en stedelijk gebied.

Om beter te begrijpen hoe weidevogels reageren op het verlies aan broedgebied en of het mogelijk is om ze alternatief broedgebied aan te bieden, is het onderzoeksprogramma ‘Adres Onbekend’ uitgevoerd. Hierbij zijn gedurende meerdere jaren individuele Grutto’s gevolgd die oorspronkelijk een nest hadden op grasland dat verloren is gegaan door grootschalige ingrepen ten zuidwesten van Leeuwarden.

De eerste gebouwen van de nieuwe woonwijk Techum in Leeuwarden Zuidlanden

Bijna honderd Grutto’s zijn voorzien van een unieke kleurringcode en samen met vogelwachters is over de jaren 2007 tot en met 2015 over deze dieren informatie verzameld.

De meeste van de gekleurringde vogels kwamen ieder jaar terug op de percelen waar ze eerder broedden en het jaar daarvoor geringd waren. Waargenomen grote verplaatsingen van de nestlocaties hielden opvallend vaak verband met de werkzaamheden. Achter ieder individu zit wel een verhaal. Een deel van de Grutto’s, waarvan het oude broedgebied ongeschikt werd, was in staat een nieuwe broedplaats te vinden en vervolgens met succes een nest te laten uitkomen. Hervestiging vond merendeels plaats binnen twee kilometer van de oorspronkelijke nestlocatie, met uitschieters tot 15 kilometer. Ze toonden een voorkeur voor gebieden waar al andere Grutto’s broedden en vestigden zich ook in gebieden die ter compensatie werden aangeboden.

Er waren ook broedparen die niet verhuisden, ondanks ogenschijnlijk negatieve invloeden van de werken. Daarnaast werd van twee vijfde deel van de Grutto’s de nieuwe verblijfplaats niet gevonden, ook al bleek uit andere waarnemingen dat ze nog wel in leven waren. Van deze vogels blijft het de vraag of ze niet aan de leg kwamen of dat de nesten gewoon niet gevonden zijn. Het uitkomstsucces van de nesten was aantoonbaar lager in het jaar van de ingrepen. Deze bevindingen duiden erop dat er, ondanks de hierboven benoemde lichtpuntjes, vermoedelijk sprake is van negatieve effecten op populatieniveau.

Na het kleurmerken is steeds een foto gemaakt om extra goed te documenteren welke merkjes in het veld zijn aangebracht

In lijn met het uitgangspunt achter de compensatieregelgeving kan de hervestiging van verdreven individuen positief beïnvloed worden. Dat kan door gebieden in de omgeving van het broedgebied dat verloren gaat en waar al een gruttopopulatie broedt, uit te breiden, geschikter te maken of strikter te gaan beschermen. Om alle negatieve effecten op populatieniveau op te vangen is waarschijnlijk een bovenmatige inspanning nodig. Het blijft daarom het beste om verlies van goede weidevogelgebieden te voorkomen.

Een uitgebreid artikel met de bevindingen van het onderzoek (pdf; 2,4 MB) is verschenen in het maartnummer van De Levende Natuur.

Tekst: Daan Bos, Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek & Jos Hooijmeijer, Rijksuniversiteit Groningen
Foto’s: Jan Nijendijk, Saxifraga; Altenburg & Wymenga; Rijksuniversiteit Groningen