Opening van de Van der Sande Lacostebrug

Amsterdamse brug vernoemd naar bioloog Van der Sande Lacoste

BLWG
15-MEI-2017 - Op voorstel van BLWG-lid Henk Timmerman is onlangs een brug in park Frankendael in Amsterdam vernoemd naar bioloog C.M. van der Sande Lacoste (1815-1887). Hiermee eert de BLWG zijn diensten voor de studie van mossen en korstmossen in een tijd dat deze tak van de wetenschap nog in de kinderschoenen stond.

Uitsnede van een portret van C.M. van der Sande Lacoste

Anoniem nummer wordt eerbetoon aan bioloog

Veel van de talloze bruggen in Amsterdam gingen tot nu toe door het leven als een anoniem nummer. Sinds enige tijd krijgen burgers de kans om voorstellen te doen voor het benoemen van een zelf gekozen brug in de hoofdstad. Henk Timmerman, lid van de BLWG (Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de KNNV), zag hierin meteen een kans om een blijvend eerbetoon voor Cornelius Marinus van der Sande Lacoste (1815-1887) te bewerkstelligen. Begin mei werd deze Van der Sande Lacostebrug onder grote belangstelling geopend op park Frankendael, de enig overgebleven 17e-eeuwse buitenplaats in de Watergraafsmeer.

Een man met een groot hart voor natuur en mens

C.M. van der Sande Lacoste werd in 1815 geboren in Werkendam, waar hij al heel vroeg belangstelling voor de natuur bleek te ontwikkelen. Na een studie medicijnen vestigde hij zich als arts in Amsterdam, maar de natuurstudie trok hem eigenlijk meer dan zijn beroep. Dankzij een groot familiekapitaal hoefde de jonge arts niet veel te werken en hij trok er dan ook vaak op uit om vooral planten, mossen en korstmossen te zoeken. Tijdgenoten roemden hem om zijn scherpe blik en speurzin en Lacoste wist dan ook menig soort als nieuw voor Nederland te noteren. Vooral zijn omvangrijke herbarium is nog steeds waardevol, want het toont ons de situatie van rond 1850, vlak voor de industrialisatie op gang kwam die de mossen en korstmossen een steeds ingrijpender slag zou toebrengen. Lacoste heeft ook belangrijke publicaties op zijn naam staan, vooral op het gebied van de mossen van West-Indië en Indonesië. Tot aan zijn dood in 1887 bleef hij uiterst actief zijn herbarium aanvullen. Na zijn dood bleek de man een enorm kapitaal te hebben nagelaten aan een kinderziekenhuis en andere goede doelen.

Korstmossen vroeger en nu: Frankendael toont het herstel

Het Isidieus vingermos werd in 2009 weer teruggevonden in Amsterdam, 160 jaar na de laatste vondsten door Lacoste in 1849

Tijdens een excursie in Frankendael na afloop van de opening van de brug werden door lichenologen van de BLWG zo'n 100 soorten korstmossen genoteerd. Daarbij zaten ook enkele voor Nederland uiterst zeldzame soorten die duidelijk uit het buitenland zijn meegelift met een steen die in het park is geplaatst. Ze houden het in ons land echter al jaren vol, en dat zou zo'n dertig jaar geleden onbestaanbaar zijn geweest. Al eind 19e-eeuw was de korstmosflora in Nederland namelijk ernstig verarmd door ontginning van wilde natuur en vooral door de sterk toegenomen vervuiling door de uitstoot van zwaveldioxide. In Nederland ontstonden grote 'korstmoswoestijnen'  waar op bomen bijna alleen de uiterst resistente Zwavelvreter (Lecanora conizaeoides) het nog kon uithouden. Ingrijpende maatregelen die de SO2-uitstoot enorm verminderden, zorgden vooral na 1990 voor een krachtig herstel van de korstmosflora op bomen. Die gunstige ontwikkeling kreeg nog een extra dimensie door de komst of uitbreiding van warmteminnende soorten die profiteren van de klimaatverandering. Tegenwoordig zijn in Amsterdamse parken als Frankendael daardoor weer tientallen soorten boombewonende korstmossen te vinden.

De stad als refugium voor zeldzame soorten

Lichenoloog André Aptroot haalt alles uit de kast om de soortenlijst van Frankendael compleet te krijgen

Met het vrijwel verdwijnen van zwaveldioxide is de lucht in Nederland overigens allerminst ideaal geworden voor de korstmossen. Vooral stikstofdioxide en ammoniak trekken een grote wissel op voor die vervuilende stoffen gevoelige soorten. De laatste 20 jaar lijkt de grote stad door een combinatie van relatief lage ammoniakbelasting en het specifieke stadsklimaat een refugium te vormen voor ammoniakgevoelige en warmteminnende soorten. Op bomen langs doodgewone Amsterdamse straten zijn bijzondere soorten als Isidieus vingermos (Physcia clementei), Knopjesschildmos (Parmelina pastillifera) en Stekelig vingermos (Physcia leptalea) gevonden, en zelfs zeldzame baardmossen (Usnea sp.). In park Frankendael werd tijdens de excursie op een zeer oude linde Grijs schorssteeltje (Chaenotheca trichialis) aangetroffen, een waarneming die 30 jaar geleden in een grote stad in het westen van ons land voor onmogelijk zou zijn gehouden.

Amsterdamse korstmossen in kaart gebracht

Een groepje lichenologen van de BLWG is onlangs begonnen met het in kaart brengen van de Amsterdamse korstmosflora. Parken, wegbomen, begraafplaatsen en de vele natuursnippertjes die de stad telt, zullen systematisch worden onderzocht. Omdat korstmossen letterlijk overal groeien, leiden hun zoektochten van het paleis op de Dam tot het Amsterdamse bos en van de glibberige dijk bij Durgerdam tot een enorme steen in park Frankendael, waar zelfs een ladder in stelling werd gebracht om de soortenlijst compleet te krijgen. Al die gegevens zullen ongetwijfeld dankbaar worden gebruikt door toekomstige generaties lichenologen. Net als wij dank verschuldigd zijn aan Cornelius van der Sande Lacoste, die ons 170 jaar geleden voorging in zijn Amsterdamse omzwervingen.

Tekst: Henk Timmerman, BLWG
Foto's: Dineke de Rijk; Dries Touw; Henk Timmerman