Koen Verhoogt

Vrijwilliger in beeld: Koen Verhoogt

BLWG, FLORON
22-JUL-2025 - Koen Verhoogt uit Veenendaal is al meer dan tien jaar fanatiek bezig met veel verschillende soortgroepen, waaronder planten, korstmossen en kevers. Hij helpt graag andere waarnemers door het geven van excursies en het valideren van waarnemingen. Wie is Koen en waar komt zijn passie voor zo veel verschillende soortgroepen vandaan?

Van jongs af aan is Koen geïnteresseerd in de natuur. De interesse voor het op naam brengen van soorten begon pas later en werd aangewakkerd door de Flora- en Faunacursus aan de Wageningen Universiteit, tijdens zijn studie Bos- en Natuurbeheer. Hij ging fanatiek aan de slag met het determineren van planten. Al snel waren de korstmossen aan de beurt. Later specialiseerde hij zich ook in spinnen, kevers en de daarop levende parasitaire schimmels. Wat is het geheim achter zoveel soortenkennis? Koen: “Mijn advies is om niet met alles tegelijk te beginnen. Ik heb steeds een groep opgepakt en ben daar een paar jaar intensief mee bezig geweest, om vervolgens een andere groep erbij te nemen. Verder is het belangrijk om veel naar buiten te gaan en veel te herhalen.” Of er nog groepen bij gaan komen? “Ik zit nu wel aan het maximale aantal soortgroepen dat ik kan behappen, er komt geen groep bij." 

Wimpermos bij huis

Vooral met korstmossen is Koen al jarenlang erg actief. “Het leuke van het kijken naar korstmossen is dat zeldzame soorten overal te vinden zijn, je hoeft er niet ver voor van huis. Zo vond ik bijvoorbeeld waaiertakmos. Dat groeide op nog geen honderd meter van mijn huis.” Een andere bijzondere vondst was die van wimpermos op een es in het agrarische gebied rond Wageningen. Koen: “Het wimpermos is mijn favoriete korstmos. Bij toeval was deze waarneming ook nog eens de honderdmiljoenste waarneming in de NDFF. Daarnaast is het een spectaculaire soort om te zien.”

Wimpermos

Keverschimmels

Ook zijn onderzoek naar kevers – vooral kniptorren en weekschildkevers – levert raakvlakken op met planten en schimmels. Tijdens het determineren van kevers let Koen op parasitaire schimmels. Het gaat specifiek om soorten uit de Laboulbeniales, een orde van ascomyceten die glasachtige haartjes vormen op kevers, waaronder lieveheersbeestjes. Koen: “Van deze groep heb ik zo’n vijftien nieuwe soorten voor Nederland gevonden, waarvan er drie zelfs nieuw zijn voor de wetenschap. Aan het publiceren van de nieuwe soorten wordt nu gewerkt.” Dit illustreert waarom het zo belangrijk is om experts te hebben die van meerdere soortgroepen veel kennis hebben. Veel parasitaire schimmels leven op één organisme, zoals op een specifieke soort plant, korstmos of insect. Alleen als je de gastheer op naam kan brengen, kan je ook de schimmel identificeren. 

Kennis delen

Naast zelf waarnemen steekt Koen ook veel tijd in het delen van zijn kennis met anderen, door valideren van waarnemingen, het geven van excursies en het schrijven van eenvoudige determinatiegidsjes. “Mijn drijfveer is dat ik het leuk vind om kennis te delen. Je hoopt dat andere mensen ook gaan waarnemen en dat je ze op gang kan helpen met determineren. Zelf leer ik veel van het valideren. Bij korstmossen zie je soms duizenden foto’s van dezelfde soort, waardoor je de variatie binnen soorten leert kennen.” Tips voor beginnende waarnemers heeft hij ook: “Steek er veel tijd in en probeer vaak naar buiten te gaan. Begin bij het leren van de algemene soorten die bij jou in de straat voorkomen. Leer er, stapje voor stapje, soorten bij, in plaats van alles in een keer.” 

Florabalans 2025

Agrarisch gebied

Zowel in zijn vrije tijd als voor zijn werk bij De Vlinderstichting komt Koen vaak in het agrarisch gebied. Zijn indruk van natuur in het agrarisch gebied is wisselend: “Soms zijn er erg mooie hoekjes met een hoge diversiteit. In andere gebieden valt op dat ze er soms mooi uitzien, maar er weinig diversiteit te vinden is.” Koen ziet dan ook graag dat de biodiversiteit in het agrarisch gebied verbetert. “Ik zou wensen dat de kleinschaligheid teruggebracht wordt in het landschap, door grote percelen te dooraderen met greppels en houtwallen. Voor het terugbrengen van planten zou ik graag een beheer zien dat planten zoveel mogelijk uit zichzelf laat terugkeren. Gelukkig merk ik dat veel partijen bereid zijn om zich in te zetten voor het verhogen van de biodiversiteit. Op korte termijn kan er al veel verbeterd worden door het gebruik van herbiciden en pesticiden te verminderen.”

Meer informatie

  • De Florabalans is een nieuwe, gezamenlijke uitgave van FLORON, de BLWG (Bryologische en Lichenologische Werkgroep) en de NMV (Nederlandse Mycologische Vereniging).
  • Deze editie (pdf: 4,3 MB), met daarin het interview met Koen, staat in het teken van het agrarisch landschap.

Tekst: Henk-Jan van der Kolk, BLWG
Beeld: Marjelle Molenaar, De Vlinderstichting; Henk-Jan van der Kolk, BLWG; FLORON, BLWG & NMV