Koester bevers als bondgenoot

ARK Rewilding Nederland
29-JAN-2018 - Van knuffeldier tot lastpak. Dat is de perceptie van het Waterschap Limburg dat spreekt over tonnen schade. Ook zouden we de volgende keer beter moeten nadenken alvorens we bevers uitzetten, aldus bestuurslid Har Frenken op L1. Dit naar aanleiding van de eerste 'probleembevers' die onlangs in Limburg zijn gedood. Deze stellingname vraagt om een reactie.

Naast overlast leveren bevers ook veel maatschappelijk voordeel op, niet alleen qua natuurontwikkeling en toerisme, maar ook op het vlak van duurzaam waterbeheer en waterveiligheid. Profijt dus voor waterbeheerders als Rijkswaterstaat en Waterschap. Tonnen schade of tonnen winst; het is maar hoe je het bekijkt en berekent.

Maar laten we voorop stellen dat wij de problemen die bevers kunnen veroorzaken zeker niet willen bagataliseren. Op sommige plekken leert de ervaring dat geen (betaalbare) oplossingen voorhanden zijn en dat weghalen (lees doden) van dieren de enige oplossing is. Bevers beheren is bevers beschermen. Wij vinden het moedig dat het Waterschap deze moeilijke stap durft te zetten!

Beverfamilie

Als initiatiefnemers van de terugkeer van de bever in Limburg rond de eeuwwisseling, willen we de hardnekkige mythe dat er niet zou zijn nagedacht over de langere termijn verwerpen. In ons advies in 2000 richting de Provincie, die de bever overigens tot hoeksteen van haar natuurbeleid had gemaakt, maakten we al gewag van populatiebeheer in de toekomst, net als in veel andere Europese landen. Vanaf 2010 pleiten wij al op landelijk niveau voor het tijdig opstarten van bevermanagement zoals dat bijvoorbeeld in de Duitse deelstaat Beieren succevol wordt toegepast.

Alleen de snelheid van de kolonisatie in Limburg heeft ons verrast, van circa 40 dieren in 2004 tot naar schatting 700 nu. De Limburgse beverpopulatie bleek veel sneller te groeien dan in de andere Nederlandse bevergebieden zoals de Biesbosch en de Gelderse Poort. Dat komt doordat de Limburgse bevers bestaan uit een genetisch mix van exemplaren uit alle Europese restpopulaties. Want naast dieren die werden uitgezet, waren er ook bevers die zelfstandig naar Limburg kwamen uit de Duitse Eifel en uit de Belgische Ardennen. Hierdoor leeft er in Limburg een mix van Noorse, Franse, Duitse en Russische bevers en deze blijken veel vruchtbaarder dan de andere populaties die enkel van Duitse Elbebevers afstammen. Die kennis was er rond 2000 nog niet.     

De bever en zijn sleutelrol in de natuur

Bevers zijn unieke ecologische ingenieurs. Met hun geknaag en hun dammenbouw zorgen ze voor gratis natuur- en waterbeheer. Bevers ontwikkelen natuurlijke klimaatbuffers, door aanleg van dammen zorgen ze in beken voor het langer vasthouden van water, zodat het niet allemaal tegelijk naar de Maas en haar zijbeken stroomt. Het beverhout in stromend water zorgt ook voor ideale leefplekken voor waterfilterende diertjes die gratis het water zuiveren. Uit Brits en Belgisch onderzoek blijkt dat bevers voor tonnen euro’s aan verbetering van de waterkwaliteit en verbetering van hoogwaterveiligheid bijdragen.
Het probleem van graverij in dijken is serieus maar beperkt tot enkele specifieke locaties waar diep water permanent tegen de waterkering staat. In het dijkenprogramma van het Hoogwaterbeschermingsprogramma waarvoor het Waterschap aan de lat staat, kan dit probleem innovatief aangepakt worden, waardoor ook graverij van andere soorten duurzaam wordt opgelost.

Als natuurbeschermers steunen wij het doordacht ingrijpen in beverpopulaties. Wij zijn akkoord gegaan onder de volgende afspraken:

  1. Binnen een aaneengesloten natuurnetwerk langs de Maas en grote zijbeken blijft de bever strikt beschermd en wordt een genetisch verantwoord minimumaantal van 500 dieren gegarandeerd;
  2. De provincie investeert in het vervolmaken van dit natuurnetwerk zodat bevers daar duurzaam kunnen leven zonder dat er schade aan resterende belangen optreedt. Een goed voorbeeld hiervan is het natuurgebied Vuilbemden bij Roermond waar door aankoop, ruiling en herinrichting is gezorgd voor een robuust moerasgebied, geschikt voor bevers. Bovendien heeft in dit gebied de familie bevers die er leeft door de aanleg van een beverdam het verdrogingsprobleem zonder kosten opgelost.  

Ook kan op veel plekken door slimme maatregelen goed worden samengeleefd met bevers. Denk aan het aanpassen van dammen, het inrichten van 20 meter brede bufferzones langs waterlopen, bosontwikkeling als voedsel, een fonds voor landbouwschade, rasters en antivraatpasta. Natuurlijk kost dat tijd, geld, communicatie en geduld. Het pilotproject bevermaatjes is mede daarvoor in het leven geroepen.

Desondanks blijven er plekken waar de lasten niet meer in verhouding staan tot de lusten. Als er om die reden bevers gedood moeten worden, vinden we dat we het dier of in de natuur moeten achterlaten (dood doet leven!) of dat we het vlees zelf benutten als bijzondere delicatesse. Het laatste dat we willen is dat kadavers naar de destructie gaan. Maar ondertussen dient zich nog een nieuwe optie aan: otters hebben jonge bevers op hun menu.

Dat we vijftien jaar na de uitzet van bevers al moeten gaan beheren, moeten we niet zien als mislukking maar als succes. Limburg loopt met haar beverbeheer voorop, want het zal in de toekomst overal in Nederland aan de orde zijn.  De rest van Nederland komt straks leren van Limburg! Wel roepen wij de Provincie op om met meer elan en vooral meer geld haar afspraak over investeringen in natte natuur na te komen! Het Waterschap roepen we op om niet meer te spreken over bevertax (verhoging van waterschapslasten met een tientje), maar om de lusten van de bever te kwantificeren. Minder kruideniersmentaliteit, meer integraal waterbeheer.

Meer informatie

Tekst: Gijs Kurstjens, zelfstandig rivierecoloog, Hettie Meertens, ARK Natuurontwikkeling en Willy de Koning, beverfilmer
Foto's: Willy de Koning; Twan Teunissen, ARK Natuurontwikkeling
Tekening: Jeroen Helmer, ARK Natuurontwikkeling