Klein schelpdiertje ontmaskerd: nieuwe erwtenmossel
Nederlandse Malacologische Vereniging, Stichting ANEMOONWeekdieren, soms ook schelpdieren genoemd (stam der Mollusca), kom je in grofweg drie gebieden tegen: op het land, in zee en in zoet tot brak binnenwater. Dit najaar werden uit alle drie de hoofdbiotopen in totaal vier nieuwe soorten aan de Nederlandse fauna toegevoegd. In een eerder natuurbericht worden ze genoemd en werd de in zee levende Japanse zeepbelslak (Haminoea japonica) besproken. Maak bij deze kennis met een nieuwe, maar eigenlijk al veel langer in Nederland levende soort.
De Samengedrukte erwtenmossel in Nederland
Erwtenmossels en de nauw verwante hoornschalen zijn kleine tweekleppigen die vrijwel uitsluitend in zoet binnenwater voorkomen. Wereldwijd zijn vele honderden soorten bekend. De grootste daarvan zijn maar weinig groter dan twee centimeter, de kleinste worden niet groter dan twee millimeter. Ook in ons land leven tientallen soorten. Bij meerdere soorten zijn de 'doubletjes' (beide kleppen op elkaar) nogal bol, zodat ze op knikkertjes of erwtjes lijken. Veel soorten lijken op elkaar en hebben verschillende, vaak door de omgeving bepaalde vormen. Voor niet-kenners zijn de schelpen vaak nogal lastig van elkaar te onderscheiden.
Nieuwe soort met voorgeschiedenis
Al halverwege de vorige eeuw concludeerde de Nederlandse specialist Hans Kuiper dat sommige in Duitsland verzamelde erwtenmossels nogal sterk van de bekende Europese soorten afweken. Anders dan de Doffe erwtenmossel (Pisidium casertanum) waartoe ze tot voor kort nog als vormvariëteit werden gerekend, hebben de afwijkingen onder andere een brede richel nabij de top. In 1993 werd deze vorm voor het eerst in Nederland gevonden. Later kwamen Franse onderzoekers erachter dat ze ook al sinds 1989 in de Franse rivieren zaten. Genetisch onderzoek bij Nederlandse en Franse individuen toonde onlangs aan dat ze identiek waren aan een Noord-Amerikaanse soort. Een artikel over het voorkomen in Europa van deze oorspronkelijk niet-inheemse erwtenmossel, werd recent gepubliceerd in het tijdschrift Basteria. Het betreft hier de Samengedrukte erwtenmossel (Euglesa compressa), voor de wetenschap beschreven door Prime in 1852. Voor de Nederlandse faunalijst betreft het een nieuwe soort.
Herkenning (uiterlijk van de schelp)
Hoewel erwtenmossels voor niet-kenners nogal lastig van elkaar te onderscheiden zijn, is de nieuwe soort relatief eenvoudig herkenbaar. Rondom de top (umbo) zit een zogenaamde plica, een opstaand richeltje dat vergelijkbaar is met een spoiler op een raceauto. Dit heeft deze soort gemeen met nog enkele andere inheemse Nederlandse soorten, te weten Driehoekige erwtenmossel (Euglesa supina), Geplooide erwtenmossel (Euglesa henslowana) en Dwerg-erwtenmossel (Odhneripisidium moitessierianum). Bij de Samengedrukte erwtenmossel vormt de plica een dikke ronde richel die over een groot deel van de schelp vrijwel gelijk loopt met de groeilijnen. Een ander goed kenmerk is de hoge dichtheid aan poriën die als kleine gaatjes over vrijwel de gehele schelp zichtbaar zijn. Dit hebben ze alleen gemeen met de soort Euglesa globulare, die echter geen plica heeft. Bij alle andere erwtenmossels zijn de poriën min of meer beperkt tot de umbo. Hoewel de Nederlandse naam de wetenschappelijke volgt (compressa = samengedrukt), is de schelpvorm in jongere stadia nog rond-ovaal. Naarmate het dier ouder wordt, krijgt de schelp een meer driehoekige vorm. Door deze driehoekige vorm lijkt de nieuwe soort op de Driehoekige erwtenmossel, waarmee ze in Europa ongetwijfeld vaak worden verward. Ten slotte zijn er ook herkenningspunten in de slottanden aan de binnenkant van de schelpen, maar dat is meer specialistisch werk.
Oorspronkelijke verspreiding en Europese introductie
De Samengedrukte erwtenmossel is oorspronkelijk beschreven van Massachusetts en heeft een wijde verspreiding in Noord-Amerika, Canada en Mexico. In Europa werden voor het eerst exemplaren ontdekt in 1940 in Noordoost-Duitsland. Later ook in de Elbe bij Hamburg (1961). Het vermoeden bestaat dat hier de eerste introductie in Europa heeft plaatsgevonden. Pas veel later werden de dieren ook ontdekt in Frankrijk (1989) en Nederland (1993). Ook Polen behoort met zekerheid tot het Europese verspreidingsgebied. Waarschijnijk zijn er ten minste twee afzonderlijke introducties in Europa geweest, één al langer geleden in Duitsland via de Elbe en één, relatief kort geleden in Frankrijk of Nederland. De soort is zeer waarschijnlijk met scheepvaart in Europa geïntroduceerd. Door het verbinden van stroomgebieden met kunstmatige kanalen kon het dier zich vervolgens wijd verspreiden.
Habitat en voorkomen in Nederland
De Samengedrukte erwtenmossel komt vooral voor in grote rivieren en bewegende wateren als kanalen, laaglandrivieren en grote plassen. In Frankrijk komt de soort algemeen voor in de grote rivieren Saône, Seine, Rhône en Rijn en in Polen in de Oder. In Nederland werden de eerste exemplaren ontdekt in de Rijn-Maasdelta, waar ze nu nog steeds zeer algemeen voorkomen. Het dier kan zich uitstekend via de grote rivieren naar het achterland verspreiden.
Zoals op het kaartje te zien is, is de soort inmiddels al van veel plaatsen in ons land bekend.
Ecologie
Hoewel meerdere soorten ook actief met hun voet kunnen rondkruipen, leven erwtenmossels gewoonlijk ingegraven in het bodemslik. Alleen de achterzijde steekt dan boven het substraat uit. Ze voeden zich door water aan te zuigen en daaruit de voedseldeeltjes te filteren. De dieren zijn tweeslachtig (hermafrodiet) en de eieren komen in een broedzak in het moederdier tot ontwikkeling (ovovivipaar). Ei- en zaadcellen worden in het water afgegeven (kruisbestuiving) maar ook zelfbevruchting is mogelijk. Gewoonlijk worden de dieren niet ouder dan een jaar.
(Nieuwe) wetenschappelijke indeling
Van de familie Sphaeriidae, waartoe de erwtenmossels horen, kennen we in Nederland twee subfamilies: de hoornschalen, met in ons land zeven soorten (fossiele soorten niet meegeteld) en de erwtenmossels, met tot voor kort zeventien, maar nu achttien recente soorten. Op basis van hun morfologie (schelpvorm) werden de soorten lang in drie genera ingedeeld: te weten de geslachten Sphaerium, Musculium en Pisidium. Recent genetisch onderzoek bracht aan het licht dat binnen het laatstgenoemde geslacht zulke genetische verschillen voorkomen, dat het nu is opgesplitst in drie genera: Pisidium met in ons land maar één soort: de Rivier-erwtenmossel (Pisidium amnicum); Odhneripisidium met twee soorten: de Dwerg-erwtenmossel (Odhneripisidium moitessierianum) en de Fijngestreepte erwtenmossel (Odhneripisidium tenuilineatum) en Euglesa met - inclusief de nieuwe - vijftien soorten.
Impact
De Samengedrukte erwtenmossel komt al langer in ons land voor. Dat het om een niet-inheemse, voor ons land nieuwe soort ging, weten we echter pas sinds kort. Nieuw geïntroduceerde soorten kunnen in principe een zekere impact hebben op het milieu waarin ze terechtkomen. Wat de eventuele impact van deze Noord-Amerikaanse soort is en of er in ons land inheemse familieleden worden verdrongen, is nog onbekend. Er zijn aanwijzingen dat in de Franse rivieren de in Europa inheemse Driehoekige erwtenmossel na de introductie is afgenomen. Een waarschuwing lijkt dan ook op zijn plaats: als er onder onze 'inheemse' fauna niet herkende exoten en andere niet-inheemse soorten verborgen zitten, kunnen ook de eventuele gevolgen zich buiten ons blikveld afspelen.
Meer informatie
In het tijdschrift Basteria van de Nederlandse Malacologische Vereniging verscheen een artikel met meer info over de Samengedrukte erwtenmossel en de ontdekking in Nederland.
Tekst: Ton van Haaren, Rykel de Bruyne, beiden Stichting ANEMOON en Nederlandse Malacologische Vereniging
Foto's: G. Le Goff (leadfoto: Samengedrukte erwtenmossel met links een jong en rechts een volgroeid exemplaar); Ton van Haaren
Schets: I. van Lente