Common Swift. Gierzwaluw. Apus_apus. Clinging to wall

Pilots soortenmanagementplannen in Gelderland

Provincie Gelderland
24-FEB-2019 - In 2018 zijn in vier Gelderse gemeenten pilots soortenmanagementplannen gestart. Aanleiding was dat in het kader van soortenbescherming van de Wet Natuurbescherming steeds meer aanvragen binnenkwamen voor ontheffingen. Langdurige procedures waar uiteindelijk niets en niemand beter van wordt. De nieuwe pilots hopen met een proactieve en gebiedsgerichte aanpak alle belangen beter te bedienen.

Op een symposium in Arnhem werden dinsdag 19 februari de resultaten van de pilots besproken.

Waarom deze aanpak?

De provincie is sinds 2017 ook bevoegd gezag voor de uitvoering van het onderdeel soortenbescherming van de Wet Natuurbescherming (Wnb). Dit leidt tot een groot aantal aanvragen voor een ontheffing, omdat er bij talloze werkzaamheden wettelijke bepalingen overtreden worden. En dat aantal blijft toenemen. We voorzien dat we met de energietransitie, woningverduurzaming en asbestsanering pas het topje van de ijsberg in beeld hebben. De huidige praktijk is dat voor individuele ingrepen in een gebied afzonderlijk ontheffingen worden aangevraagd. Dat is niet effectief. En als je even niet oplet, kun je zomaar anderhalf tot twee jaar bezig zijn met een ontheffingsprocedure (inclusief het onderzoek). Daarmee schieten de beschermde soorten, zoals vleermuizen en gierzwaluwen, ook weinig op. Het wordt hooguit niet slechter. 

Soortenmanagementplan 

Dat kan, en dat moet, anders. Al was het alleen maar omdat we anders gesmoord worden in een papierwinkel en er te weinig onderzoekers en ambtenaren zijn om invulling aan de wet te geven. Gelukkig is binnen de Wet Natuurbescherming voorzien in de mogelijkheid van een gebiedsgerichte ontheffing voor een langere periode en een groter gebied. Een proactieve aanpak dus, waarbij het belang van de beschermde soorten uitgangspunt is (het wettelijk belang verbetering flora en fauna). Daarvan profiteren niet alleen de dieren, het biedt ook meer planningszekerheid. En dat is belangrijk voor grote partijen als woningcorporaties. Vertraging in de bouw, bijvoorbeeld omdat in een laat stadium beschermde soorten ontdekt worden, loopt in de papieren. Met een gebiedsgerichte aanpak, gebaseerd op een soortenmanagementplan (SMP), kan dit voorkomen worden.

In een soortenmanagementplan wordt per soort beschreven hoe die ervoor staat (de ‘staat van instandhouding’). Daarvoor is onderzoek nodig. Onderzoek op een grotere schaal dan waarvoor de huidige onderzoeksprotocollen ontwikkeld zijn. In de pilots soortenmanagementplannen is gezocht naar methoden waarbij de onderzoeksinspanning met name gericht is op de belangrijkste verblijfplaatsen (van bijvoorbeeld vleermuizen). En wordt een groot aantal maatregelen getroffen zodat huismussen ook na woningverduurzaming een plek vinden. Op grond van het soortenmanagementplan geeft de Provincie een gebiedsontheffing af voor tien jaar. In die periode moet er wel gemonitord worden of de voorzieningen gebruikt worden en de soorten er inderdaad op vooruit gaan. Met een gebiedsontheffing creëer je zekerheid, zodat initiatieven die in het plan passen door kunnen gaan. De instandhouding van beschermde soorten wordt verbeterd en je vermindert de administratieve lasten. Een win-winsituatie voor meerdere partijen.

Ervaringen delen

Soortenmanagementplannen zijn relatief nieuw. Landelijk zijn er enkele voorlopers, zoals de gemeente Tilburg, maar in Gelderland was nog geen ervaring met deze aanpak. In 2018 zijn we daarom gestart met vier pilots in de gemeenten Lochem, Ede, Apeldoorn en Nijmegen. De pilotgemeenten verschillen in uitgangspunten en aanpak. In Ede en Apeldoorn ligt de focus op renovatie/verduurzaming van grote gedeelten van het woningbestand en gaat het om gebouwbewonende soorten. In Nijmegen is de Waalsprong in volle ontwikkeling, maar komen soorten als ransuil, steenuil en grote modderkruiper in het gedrang. In Lochem tenslotte is een langetermijnplan nodig om zonder schade aan vleermuizen het lanenbestand in het buitengebied te kunnen omvormen. De ervaringsdeskundigen van deze gemeenten waren aanwezig op het symposium om hun aanpak te delen. Gedeelde conclusie: door de energie te richten op het identificeren van de hotspots waar de soorten zitten, kun je veel schade voorkomen. Wanneer je natuurinclusief werkt en generieke maatregelen neemt, kan de situatie voor soorten in principe zelfs verbeteren. Maar dat laatste moet de komende jaren natuurlijk wel blijken uit monitoring.

Symposium soortenmanagementplan (SMP) 19 februari 2019 Arnhem

Subsidieregeling

Omdat we geloven in de noodzaak van deze aanpak hebben we een subsidieregeling gemaakt, die op 7 januari 2019 is opengesteld. Gemeenten en waterschappen kunnen een bijdrage tot 50% van de kosten vergoed krijgen van planvorming en maatregelen tot een maximum van € 25.000. Op het symposium meldden zich al geïnteresseerde kandidaten.

Tekst: Willem Drok en Ronald Goderie, Provincie Gelderland
Foto's: XJochemx.nl, CC BY-SA 4.0 (leadfoto: gierzwaluw); Provincie Gelderland
Illustraties: Shirley Warlich, Studio Vis&Chips