Huiszwaluwen

Tien jaar ervaring met de huiszwaluwtil

Vogelbescherming Nederland
26-FEB-2019 - In 2008 werd de eerste huiszwaluwtil in Nederland geplaatst, om meer nestgelegenheid te bieden aan huiszwaluwen. Inmiddels zijn we tien jaar verder en is het tijd om de balans op te maken. Worden deze tillen wel gebruikt?

De lente lijkt haar intrede al te doen. Langzaam maar zeker laten onze zomergasten hun overwinteringsgebieden achter en zetten de tocht in richting Nederland. Ook de huiszwaluwen verwelkomen we naar verwachting in de loop van april terug van hun verblijf in Afrika.

Jaar van de huiszwaluw

Het gaat niet zo goed met de huiszwaluw. Deze brenger van de lente kende een afname van zo’n 80% sinds de jaren ‘70 van de vorige eeuw tot pakweg 1990. Waarschijnlijk een vermindering van zo’n half miljoen huiszwaluwen! Sinds 1990 is de stand gelukkig stabiel, maar dus wel op een laag peil. Niet voor niets staat hij als ‘gevoelig’ op de Rode Lijst. De soort verdient extra beschermingsmaatregelen, daarom ging 2018 de boeken in als het ‘Jaar van de huiszwaluw'.

Er zijn steeds minder van dit soort geschikte nestplaatsen voor huiszwaluwen

Oorzaken achteruitgang

Een aantal waarschijnlijke oorzaken van de achteruitgang van de huiszwaluw zijn: minder beschikbaar modder-nestmateriaal en minder geschikte nestplaatsen bijvoorbeeld door veranderende bouwstijlen of omdat bewoners de nesten verwijderen vanwege poepoverlast. Verder: gebruik van pesticiden, ontwatering en een afnemend aantal insecten. De hoop was in 2008 dat huiszwaluwtillen het probleem rondom nestgelegenheid lokaal deels zouden oplossen.

Huiszwaluwtillen: werken ze?

Een zwaluwtil biedt huiszwaluwen een groot aantal nestplekken bij elkaar, het zijn nu eenmaal koloniebroeders. De eerste huiszwaluwtil verscheen in 2008 in Biddinghuizen en in 2015 stonden er meer dan 140 van deze tillen in Nederland. En dat aantal groeit gestaag. Na tien jaar ervaring rijst de vraag waarom de tillen op sommige locaties wel en om sommige locaties niet werken.

Enkele til-feiten op een rij

  • De verschillende huiszwaluwtillen in Nederland zijn gelijkmatig verdeeld over het land.
  • In de onderzoeksperiode (van 2009 tot 2015) is het aantal bezette nesten op de tillen opgelopen van 8 paar op 11 tillen tot 188 paar op 141 tillen.
  • In de periode 2010 tot 2015 groeide het gemiddelde jaarlijkse bezettingspercentage van 3% naar 15%.

Succesfactoren huiszwaluwtillen

De eerste huiszwaluwtil van Nederland

Lang niet alle huiszwaluwtillen zijn dus in gebruik. Een bezetting van 15% lijkt niet vreselijk veel. Maar gunstig: deze bezettingsgraad wordt jaarlijks hoger. En, er zijn factoren te benoemen die van invloed zijn op het succes van de zwaluwtil. De belangrijkste:

Reden van plaatsing

Wanneer de til is geplaatst ter vervanging van eerdere nestplekken van huiszwaluwen (die bijvoorbeeld verloren zijn gegaan bij een verbouwing), dan zullen huiszwaluwen er sneller in nestelen. Ze zijn nogal honkvast en zullen een alternatief voor een verloren nestplek vaak in de buurt zoeken.

Omgeving van de til

Wanneer de omgeving voornamelijk zandgrond kent, zijn de zwaluwen eerder geneigd om voor de kunstnesten in de til te kiezen dan wanneer het kleigrond betreft. Het is immers een stuk eenvoudiger om een nest van klei dan van zand te boetseren! En de omgeving is natuurlijk ook van belang voor bijvoorbeeld het voedselaanbod.

Aanwezigheid andere huiszwaluwkolonies

Duitsland maakt al langer gebruik van huiszwaluwtillen. Daar bleek dat de aanwezigheid van andere huiszwaluwkolonies een positief effect heeft op het bezettingspercentage van de huiszwaluwtillen. In Nederland is dat (nog) moeilijk in kaart te brengen.

Geduld

Een ander aspect, hoewel soms moeilijk op te brengen, is GEDULD! Inmiddels is het gemiddeld aantal in gebruik genomen nesten op huiszwaluwtillen twee keer zo hoog in Duitsland (waar ze dus al langer staan) als in Nederland. Dat geeft hoop voor de toekomst. Echter: zit er na een jaar of zes nog geen enkele huiszwaluw in de til, dan is het beter hem te verplaatsen en opnieuw af te wachten.

Conclusie

De effectieve bijdrage van de huiszwaluwtillen op populatieniveau is nog erg klein. In bepaalde gevallen kan het plaatsen van zo'n til wel effect hebben, als op de bovengenoemde factoren wordt gelet. Het is echter aan te bevelen om na te gaan of er andere manieren zijn om de huiszwaluwen te helpen.

Nestgelegenheid is verder niet de enige beperkende factor voor de huiszwaluwen. Ze redden het niet als ze niet voldoende voedsel (insecten) vinden. Daarom is het van groot belang dat de insectenbiodiversiteit wordt opgekrikt en het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt teruggedrongen.

Meer informatie

Het onderzoek naar het succes van huiszwaluwtillen werd mogelijk gemaakt door een bijdrage van de provincie Noord-Brabant.

Tekst: Marc Scheurkogel, Vogelbescherming Nederland
Foto’s: Jelle de Jong; Koos Dansen; Vogelbescherming Nederland