Meerjarige gras-kruidenrand langs een akker in de Hoeksche Waard, met o.a. gele kamille, margriet, citroengele honingklaver en rolklaver

De waarde van akkerranden in de Hoeksche Waard

Universiteit van Amsterdam
15-MRT-2019 - Akkerranden, gewasvrije stroken aan de rand van akkerpercelen, kunnen vele functies vervullen. In een tweejarig project (2017-2018) zijn de effecten van akkerranden op verschillende functies onderzocht. Zo kunnen akkerranden ondersteuning bieden aan organismen, waaronder soorten die belangrijk zijn voor plaagbestrijding. Boeren konden hierdoor meestal afzien van het gebruik van insecticiden.

In de Hoeksche Waard is meer dan 450 kilometer aan akkerranden aanwezig, veelal ingezaaid met kruidenmengsels die ontworpen zijn om zowel natuurlijke vijanden en bijen als akkervogels te kunnen ondersteunen. Verspreid over de Hoeksche Waard zijn in het eerste jaar 33 en in het tweede jaar 36 percelen met deze akkerranden geselecteerd waarop wintertarwe of aardappel werd geteeld. Daarbij is erop gelet dat de verschillende typen akkerranden (eenjarige bloemenranden, gras-kruidenranden van uiteenlopende ouderdom, en grasranden) alle in voldoende mate vertegenwoordigd waren.

Monitoring flora en fauna

Al deze locaties zijn elk jaar diverse keren gemonitord, waarbij verschillende organisaties verantwoordelijk waren voor verschillende aspecten van de flora en de fauna. De Universiteit van Amsterdam bracht de samenstelling van de vegetatie in de akkerranden en de hoeveelheid bloemen in kaart. Leden van het Hoekschewaards Landschap (HWL) telden steeds in een vast deel van elke akkerrand het aantal bijen, zweefvliegen, vlinders, natuurlijke vijanden en vogels. Medewerkers van Open Teelten van Wageningen University & Research beoordeelden regelmatig de percelen op de aanwezigheid van plaaginsecten (zoals bladluizen) en hun natuurlijke vijanden (‘scouten’). De macrofauna van acht sloten werd twee keer per jaar intensief bemonsterd door de aquatische werkgroep van het HWL.

Hoe meer bloemen hoe beter

Deze brede monitoring laat na twee jaar al duidelijke resultaten zien. Zo zijn er duidelijke verschillen in vegetatiesamenstelling en functionaliteit tussen de akkerranden, met name door verschillen in ouderdom van die randen. Gras-kruidenranden worden in de loop van de jaren door vergrassing steeds armer aan kruiden en bloemen en dit heeft duidelijk zijn weerslag op de insecten. In akkerranden worden meer bijen, zweefvliegen en natuurlijke plaagvijanden aangetroffen indien er meer (bloeiende) kruiden voorkomen. Ook de insectendiversiteit neemt duidelijk toe met de hoeveelheid kruiden in deze randen.

Akkerrand met eenjarige kruiden in de Hoeksche Waard, met onder andere groot akkerscherm, boekweit, klaproos, korenbloem en gele ganzenbloem

Natuurlijke plaagbestrijding

In het gewas wintertarwe kwamen al zo weinig bladluizen voor dat een effect van natuurlijke vijanden niet was vast te stellen. In aardappel lagen de aantallen bladluizen hoger. Hier namen de plaagpopulaties vanaf eind juni al weer af, waarbij de afname duidelijk het grootst was op percelen waar meer natuurlijke vijanden (zoals gaasvliegen of zweefvliegen) zaten. De onderdrukking blijkt tevens het sterkst te zijn op percelen met akkerranden met veel bloeiende kruiden. In sloten op klei met aan beide kanten akkerranden leek bovendien een grotere diversiteit aan waterbeestjes (macrofauna) aanwezig te zijn dan in kleisloten zonder akkerranden.

Snorzweefvlieg op een gele ganzenbloem in een bloemrijke akkerrandEen opvallend resultaat is dat de akkerbouwers, die steeds direct geïnformeerd werden over de tellingen (de scouting) in het gewas, meestal geheel afzagen van het gebruik van insecticiden: op minder dan 10% van de percelen werd een insecticide gebruikt, terwijl één of twee bespuitingen per perceel gebruikelijk zijn. De combinatie van akkerranden en scouten lijkt dus een effectieve manier om het gebruik van insecticiden terug te dringen. Op het gebruik van herbiciden en fungiciden zal het echter geen invloed hebben.

Onderzoek krijgt een vervolg

Akkerranden kunnen dus mogelijk op meerdere manieren de biodiversiteit ondersteunen: door invloed op de waterkwaliteit, door extra habitat en voedsel te bieden en indirect door het gebruik van insecticiden te verminderen. Deze belangrijke bevindingen kunnen de komende jaren nog beter onderzocht gaan worden, dankzij een subsidie voor het NW Europese Interreg project ‘FABulous Farmers’. Dit project heeft tot doel de implementatie van Functionele Agrobiodiversiteit (FAB, de benutting van de natuurlijke soortenrijkdom voor diverse ecosysteemdiensten, zoals de onderdrukking van ziekten en plagen) te versnellen, om zo de landbouw meer duurzaam en natuurinclusief te maken. Binnen dit project zal de bovengenoemde monitoring nog vier jaar worden voortgezet en verbreed. Zo kan straks meer zekerheid worden gegeven over de juiste maatregelen om de akkerbouw duurzamer te maken.

Meer informatie

Tekst en foto's: Paul van Rijn, Universiteit van Amsterdam (leadfoto: meerjarige gras-kruidenrand langs een akker in de Hoeksche Waard, met onder andere gele kamille, margriet, citroengele honingklaver en rolklaver)