Geurige houtzwam is nieuwe soort voor Nederland

Nederlandse Mycologische Vereniging
17-APR-2019 - Op 26 januari 2019 ontdekte Jaap van den Berg in de bossen van Soest een nieuwe houtzwammensoort. De soort behoort tot de Stekelkorstzwammen en heeft een doordringende geur. Precies twee maanden later werd deze nieuwe soort ook aangetroffen in park Sonsbeek in Arnhem. Deze nieuwe paddenstoel heeft nog geen Nederlandse naam.

De onlangs ontdekte stekelkorstzwam, die Mycoacia nothofagi heet en nog geen officiële Nederlandse naam heeft, werd voor het eerst in de bossen van Soest ontdekt. Voorgesteld is om de soort 'Geurende stekelkorstzwam' te noemen. De zwam werd aangetroffen op rottend loofhout en heeft een doordringende zoetzure geur die niet iedereen kan waarderen. Op 26 maart 2019, precies twee maanden na de eerste vondst, werd de nieuwe soort voor de tweede maal aangetroffen en wel in park Sonsbeek in Arnhem.

Eigenschappen

Mycoacia nothofagi

De nieuw ontdekte paddenstoel behoort tot de Stekelkorstzwammen (Mycoacia). Ze maken korstvormige, wasachtige vruchtlichamen die op dood loof- en naaldhout kunnen groeien. Het zijn 'saprofyten', ze breken dood hout af. Aan het oppervlak hebben ze een stekelige tot tandachtige structuur waaraan de sporen worden gevormd. Uit Nederland kenden we tot voor kort drie soorten Mycoacia, waarvan de Gele stekelkorstzwam (Mycoacia uda) het meest algemeen voorkomt. De Stekelkorstzwammen lijken op andere korstvormige zwammen met een tand- of stekelachtige structuur. Om die reden werd aanvankelijk gedacht aan een Getande boomkorst (Radulomyces molaris). Deze soort heeft ook een sterke geur (ziekenhuislucht), maar microscopisch onderzoek wees uit dat het die soort niet kon zijn.

Mycoacia nothofagi wordt wereldwijd aangetroffen, met uitzondering van het Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse continent. Zelfs vanuit Antarctica zijn er diverse meldingen bekend. Bij onze oosterburen komt de soort verspreid over het hele land voor, maar is daar nog wel zeldzaam. Uit België is de soort nog niet gerapporteerd.

Tekst: Jan Knuiman en Carolien Reindertsen, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Bert van den Broek; Henk Monster