plakkervrouwtje ei afzettend op eik

Wat plakt er op mijn eik? Wat scheurt er door mijn tuin?

De Vlinderstichting
17-AUG-2020 - De laatste weken worden er veel meldingen gedaan van plakkers. Vaak weten mensen niet om welke soort het gaat, maar sturen ze een foto of omschrijving op. Vaak blijkt het te gaan om vrouwtjes van deze nachtvlinder, bezig met het afzetten van de eitjes. Mannetjes vliegen overdag razendsnel door de tuin.

Vrouwtje plakker met eipakketVia facebook en Twitter, maar ook via de vraagbaak van Vlindernet en via e-mail en telefoon worden ze gemeld. Vaak met opmerkingen als: “Deze zit nu al een paar uur stil op mijn boom en hij doet niets.” Dat laatste klopt dubbel niet. In de eerste plaats gaat het meestal om een zij, een vrouwtje. En in de tweede plaats zit ze zeker niet stil, maar is ze druk aan het werk, al zien we dat niet een-twee-drie. De eitjes van de plakker worden in pakketjes bij elkaar afgezet tussen schorsspleten van loofbomen. De eieren worden afgedekt met haren van het achterlijf van het vrouwtje. De eitjes overwinteren in dat spinsel en komen in het voorjaar, van april tot juni, uit. Soms laat de jonge rups zich door middel van spindraden met de wind meevoeren en kan zich zo kilometers verspreiden. De rups verpopt zich in een spinsel tegen de schors, tussen de bladeren of in de strooisellaag. het is een hele algemene nachtvlinder die in augustus als vlinder veel wordt gemeld.

Eindelijk een keer een mannetje dat stil zit!De plakker komt verspreid in het hele land voor. In de noordoostelijke provincies wordt deze soort echter wel iets minder waargenomen. Het is een vlinder van bossen, struwelen, parken en tuinen, als er maar ergens bomen in de buurt zijn. De waardplanten, waarop de rupsen kunnen overleven, zijn diverse loofbomen en naaldbomen. Zomereik is wel de favoriet en daarop kan de soort zelfs 'schadelijk' zijn, tenminste flink wat blad wegeten. Plakkers vliegen van half juni tot eind augustus in één generatie. De mannetjes komen op licht af, maar vliegen ook overdag. Dan vliegen ze veel, zeer wild en snel en met scherpe hoeken en zijn dan nauwelijks herkenbaar. Ze zijn bruin van kleur. De vrouwtjes kunnen nauwelijks vliegen en blijven in de buurt van de cocon. Zo kunnen we ze nu dan ook aantreffen, in de tuin of op eiken langs de weg.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting