Een reconstructie van Xenodens calminechari die een karkas van de elasmosaurid Zarafasaura oceanis opruimt

Nieuw beschreven mosasaurus-soort was een ‘zwemmende decoupeerzaag’

Naturalis Biodiversity Center
20-JAN-2021 - Een internationaal team van wetenschappers heeft fossielen van een tot voor kort onbekende soort mosasaurus beschreven. Mosasaurussen waren geen dinosaurussen, maar wel tijdgenoten, en net als de dino’s stierven ze uit toen 66 miljoen jaar geleden een reusachtige meteoriet de aarde ramde.

Het moment van uitsterven viel samen met het hoogtepunt van hun diversiteit, laat de nieuwe vondst andermaal zien. Paleontologen kenden al mosasaurussen met allerlei verschillende gebitten, van knobbeltanden om schelpen mee te kraken tot scherpe steakmes-achtige tanden en nog veel meer. De nieuwe soort, gevonden in Marokko, is door de onderzoekers Xenodens calminechari genoemd, wat zoveel als 'vreemde tand, als een zaagblad’ betekent.

Gevaarlijke zeeën

“66 miljoen jaar geleden lagen voor de kust van Afrika de gevaarlijkste zeeën ter wereld. Daar zag je een enorme diversiteit aan mosasaurussen, sommige wel tien meter lang”, vertelt dr. Nick Longrich van de universiteit van Bath. Hij is de hoofdauteur van het artikel dat de nieuwe soort beschrijft. 

Hij kreeg daarbij hulp van prof. dr. Anne Schulp van Naturalis en de Universiteit Utrecht, die expert is op de groep mosasaurussen waar Xenodens toe behoort. “Deze tandvorm zien we bij geen enkel ander reptiel”, vertelt hij. “De Xenodensen waren een soort zwemmende decoupeerzaagjes, van ongeveer twee meter lang.”

Er bestaan wel haaien met tanden die zo dicht op elkaar zitten dat hun gebit als het ware een zaagblad vormt: hondshaaitjes en doornhaaien. Vermoedelijk at Xenodens net als deze haaiensoorten vooral happen uit grotere dieren, dood of levend, al zal hij geen moeite hebben gehad om een vis doormidden te bijten. 

De linker bovenkaak van de nieuwe mosasaurus-soort Xenodens calminechari. Gevonden in provincie Khouribga, Marokko

Buitengewoon gebit

De fossielen van de nieuwe soort zijn onderdeel van de collectie van de Universiteit van Marrakech. Paleontoloog dr. Nathalie Bardet, verbonden aan het natuurhistorisch museum in Parijs, werkt al meer dan twintig jaar aan mosasauriërs, en had zoiets nog nooit gezien. “Van de tien soorten waaraan ik werk heeft geen een zo’n buitengewoon gebit als Xenodens. In het begin dacht ik zelfs dat het een knutselwerkje was, gereconstrueerd met verschillende fossielen.”

Xenodens calminechari is het bewijs voor de indrukwekkende diversiteit aan roofdieren in de tijd van de dinosaurussen. “Een mosasaurus met haaientanden; hij moet eruit hebben gezien als een fantastisch wezen uit de verbeelding van een kunstenaar. Het laat perfect zien hoe de natuur zich kan aanpassen aan zijn omgeving, en in dit geval voedselbronnen”, legt prof. dr. Nour-Eddine Jalil van de Universiteit van Marrakech uit.

De tanden van een doornhaai vertonen overeenkomsten met die van Xenodens calminechari, door de wijze waarop ze gerangschikt staan in gekartelde snijbladen

Zeer succesvol

De mosasaurus was ongeveer zo groot als een kleine bruinvis. De bijzondere snijtanden maakten het voor de kleine, behendige mosasaurus mogelijk om happen te nemen van nog grotere dieren of karkassen dan hijzelf, of om een vis doormidden te snijden.

“Ik ben best verbaasd door deze nieuwe ontdekking”, vertelt Schulp. “Ik werk nu al een decennium of twee aan nauw verwante soorten en Xenodens laat zien dat deze groep erin geslaagd is weer een andere voedselbron te exploiteren. Ze waren duidelijk nog succesvoller dan we dachten.”

Meer informatie

De publicatie is online te vinden (Nicholas R. Longrich, Nathalie Bardet, Anne S. Schulp, Nour-Eddine Jalil (2021) “Xenodens calminechari, a bizarre mosasaurid (Mosasauridae, Squamata) with shark-like cutting teeth from the late upper Maastrichtian of Morocco, North Africa”) Het is gepubliceerd (Pre-proof) in Cretaceous Research.

Tekst: Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Andre Atuchin, Nicholas Longrich, Universiteit van Bath; Ross Robertson, Smithsonian Tropical Research Institute